De groeiende wereldbevolking en het door klimaatverandering krimpende landbouwoppervlak maken van een gezond voedingspatroon geen idylle maar noodzaak. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) heeft het over ‘sustainable healthy diets’. Dat zijn voedingspatronen die alle dimensies van de gezondheid en het welzijn van een individu stimuleren, met een lage milieudruk en -impact, toegankelijk, economisch eerlijk en betaalbaar, en cultureel acceptabel. Een transitie in eiwitconsumptie is één van de wegen om daartoe te komen.

Essentiële bouwstoffen
Eiwitten zijn essentieel voor een goede gezondheid. Ze leveren energie en zijn onmisbaar voor de opbouw van alle cellen in je lichaam. Ook spelen ze een belangrijke rol in veel regelprocessen. Antilichamen, enzymen en veel hormonen zijn allemaal eiwitten.1 Gezonde volwassenen hebben per dag zo’n 0,83 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht nodig.1 Als je weet dat de meesten 1,21 gram binnen krijgen, lijkt een verlaging van de eiwitconsumptie een logische stap.2 Maar kan dat zomaar? Dat hangt af van de kwaliteit van de eiwitten die gegeten worden. De verteerbaarheid en de verhouding van de verschillende aminozuren – de bouwstoffen van eiwitten – bepalen die kwaliteit. Die is vaak beter van dierlijke bronnen dan van plantaardige.3 Als je verschillende bronnen combineert, kun je met alleen plantaardige eiwitten ook alle essentiële aminozuren binnenkrijgen. Zo bevat graan de essentiële aminozuren die peulvruchten missen en vice versa.3 Een bonenschotel met rijst of een vegetarische erwtensoep met roggebrood leveren daarom als nog alle essentiële aminozuren. Maar dierlijke eiwitbronnen bevatten ook andere relevante voedingsstoffen, zoals vitamine B1, B12 en ijzer.3 Schrap of vervang je zo’n eiwitbron, dan is het belangrijk om daar via andere producten voldoende van binnen te krijgen. En dat gaat niet vanzelf. Eet je veganistisch en sluit je alle dierlijke bronnen uit, dan ontkom je niet aan suppletie. Vegetariërs die nog dierlijke producten als zuivel, vis en ei eten, kunnen met slimme keuzes makkelijker een volwaardige voeding samenstellen.
Volwaardige vervangers
Plantaardige alternatieven kunnen dierlijke producten prima vervangen, mits er rekening wordt gehouden met de rol van het voedingsmiddel binnen het voedingspatroon. Het gaat dan niet alleen om een volwaardige vervanging van de eiwitten, maar ook om de andere essentiële voedingsstoffen. Soms zijn andere bronnen toereikend, maar niet altijd. Denk aan vitamine B12-suppletie bij een volledig plantaardig voedingspatroon. Dat maakt goede voorlichting hierover belangrijk. Een taak die weg is gelegd voor de overheid, maar waar ook producenten het verschil kunnen maken.

Een voedingspatroon zonder vlees is niet automatisch duurzamer dan een voedingspatroon met bijvoorbeeld één keer per week vlees
Een hogere milieudruk
Ongeveer 60% van onze eiwitconsumptie bestaat uit dierlijke eiwitten, zoals vlees en vleesproducten (29%) en zuivel (23%).3 Dierlijke producten zijn meer belastend voor het milieu dan plantaardige, ze hebben een hogere milieudruk. Voor de productie van bijvoorbeeld één kilo dierlijk eiwit is gemiddeld zes kilo plantaardig eiwit nodig.4 Daarnaast is er voor de productie van dierlijke eiwitten ongeveer 3 tot 10 keer meer land en energie nodig en 30 tot 40 keer meer zoetwater. En wordt 2 tot 60 keer meer broeikasgas uitgestoten.3

Dierlijk blijft van waarde
Is helemaal geen dierlijke producten eten dan niet nóg beter? Niet per se. Een voedingspatroon zonder vlees is niet automatisch duurzamer dan een voedingspatroon met bijvoorbeeld één keer per week vlees. Dat komt omdat een voedingspatroon enkel gericht op plantaardige producten waardevolle dierlijke eiwitten links laat liggen. Niet al het land is geschikt voor tuin- en akkerbouw, maar er kunnen wel koeien op grazen. Die koeien kunnen zuivel leveren en uiteindelijk vlees. En varkens kunnen reststromen zoals bietenpulp en aardappelschillen omzetten in dierlijke eiwitten. De hoeveelheid dierlijke eiwitten die hieruit voortkomt is wel aanzienlijk minder dan dat we nu consumeren.5

Nederlanders krijgen volgens de voedselconsumptiepeiling gemiddeld 78 gram eiwit per dag binnen: circa 39% plantaardig en 61% dierlijk. Dat is niet nodig voor een gezonde inname
Een nieuwe balans
Nederlanders krijgen volgens de voedselconsumptiepeiling gemiddeld 78 gram eiwit per dag binnen: circa 39% plantaardig en 61% dierlijk.2 Dat is niet nodig voor een gezonde inname. Volgens het Voedingscentrum kun je ook gezond eten met minder dierlijke eiwitten. Eet je volgens de richtlijnen Schijf van Vijf, en niet meer vlees dan de maximaal aanbevolen 500 gram per week, dan kom je uit op een fiftyfifty verhouding.6

Maar dat gaat niet vanzelf. Minder dan tien procent van de Nederlanders eet volgens diezelfde Schijf van Vijf.7 Ondertussen legt de overheid de lat nog hoger in de Transitieagenda Biomassa en Voedsel. Hierin is de ambitie uitgesproken te streven naar een vermindering van totale eiwitconsumptie met 10 tot 15% en een ommekeer in de verhouding van eiwitbronnen: naar 40% dierlijk en 60% plantaardig.8 Om dit te bereiken is meer nodig dan het af en toe schrappen van een stukje vlees bij de warme maaltijd. De verandering in consumptie vergt innovaties op het gebied van plantaardige en nieuwe eiwitten. Die ontwikkelingen zien we al terug in het aanbod. Maar een transitie als deze vergt inzet van alle partijen, ook vanuit de overheid en consumenten. Samen moeten we op zoek naar die nieuwe balans.

Goede voorlichting is onmisbaar!
Bepaalde bevolkingsgroepen hebben naar verhouding meer voedingsstoffen nodig dan gemiddeld wordt aanbevolen. Dat is ook het geval voor eiwitten. Denk aan kinderen, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, maar ook ouderen, vegetariërs en veganisten. Goede voorlichting en begeleiding, specifiek gericht op deze doelgroepen kan hen hierbij helpen.


Voetnoten
1: Voedingscentrum, Encyclopedia: Eiwitten
2: RIVM, Wat eet Nederland: Inname eiwitten
3: Voedingscentrum, Factsheet Nieuwe eiwitbronnen als vleesvervanger , oktober 2015
4: Gezondheidsraad, Richtlijnen goede voeding ecologisch belicht, juni 2011
5: Voedingscentrum, Factsheet Duurzamer eten, mei 2017
6: Voedingscentrum, Meer plantaardig eten
7: RIVM, Eet en drinkt Nederland volgens de Richtlijnen Schijf van Vijf? Resultaten van de voedselconsumptiepeiling 2012-2016
8: Circulair Ondernemen, Transitie Agenda Biomassa & Voedsel
Dit artikel afdrukken