Al ruim 35 jaar zweeft de wens van een ui die je niet laat huilen al boven de markt. Vier jaar geleden lukte het agrochemiebedrijf BASF - tevens een grote zadenontwikkelaar - de Sunion op de markt te brengen in de VS. Januari jongstleden zette de traanloze ui ook voet op Europese (nou ja, Britse) bodem. Dankzij zorgvuldige veredeling en een investering van $5 miljoen is BASF erin geslaagd een zoete, niet tranentrekkende ui te produceren.

Op naar de volgende groente-innovatie, want de ontwikkeling van custom made groenten staat niet stil.

“Het moeilijke aan onze stiel is voorspellen wat de consument over tien of zelfs twintig jaar wil”, zegt Nico van Vliet van Bayer, nog zo'n grote speler in de zadenwereld. Zo is er op dit moment veel aandacht voor duurzaamheid én gemak. En dus ontwikkelde Bayer tomaatjes die stevig aan de tak hangen. "Klanten willen minder plastic én minder weggooien. Klassieke kerstomaatjes moeten vaak in een gesloten verpakking verkocht worden omdat ze loskomen én zo in je boodschappentas rollen." Die van Bayer - het vroegere verdelingsbedrijf van Monsanto in Bergschenhoek - kunnen in een open kartonnen doosje zonder dat de consument bij thuiskomst geblutste tomaatjes uit de tas vist."

Voor de Bayer-tomaatjes die aan hun steel blijven zitten moet je rekenen op €1 euro per zaadje. Maar goed, dat levert de teler dan ook wel zo'n €40 aan opbrengst op
Dat is geen kwestie van kleine moeite, groot gemak, maar eerder van het omgekeerde. Vroeger waren veredelaars erop gespitst in opdracht van de boer of tuinder een zo groot mogelijke opbrengst mogelijk te maken. Tegenwoordig speelt de consument, al dan niet via de supermarkten die hun behoeften doorspelen aan hun leveranciers, ook een belangrijke rol.

Houdbaarheid is een belangrijk aspect, en grootte. Het kostte tien jaar om de houdbaarheid van tomaten met zo'n 3 dagen te verlengen. Denk maar eens aan de snoeptomaatjes in hun bekers, die zonder problemen 2 weken goed blijven. Aan de 1-persoonsspits- of bloemkool. De bloemkolen van nu ontwikkelen geen gele plekjes meer. Aan die eeuwig witte bloemkool ging een ontwikkeltraject van 20 jaar vooraf.

Tijd
Zaadveredelaars zoals Bayer, BASF of het Nederlandse Rijk Zwaan werken allemaal op de klassieke manier: door planten met gewenste eigenschappen met elkaar te kruisen en de meest veelbelovende kruisingen uit te selecteren en daar verder mee te kruisen. Dat kost tijd en geld, veel geld. "Bij Bayer starten we elk jaar met één miljoen kruisingen verspreid over de 24 gewassen waaraan we werken”, aldus Van Vliet. “Daaruit hopen we telkens tien jaar later zo’n 125 nieuwe rassen te halen. 1 miljoen input voor amper 125 output dus. Jaarlijks steken we 135 miljoen euro in research en ontwikkeling.”

Heeft een zaadveredelaar eenmaal een groentevariant ontwikkeld die goed aansluit bij de consumentenwens, zoals de Sunion, dan is het big business. "Wie hét ras maakt dat de consument én dus ook elke teler wil, leidt de markt”, zegt Van Vliet. Dat zaad is stukken duurder dan de zaadjes die je als consument voor een paar euro in het tuincentrum koopt. Voor de Bayer-tomaatjes die aan hun steel blijven zitten moet je rekenen op €1 per zaadje. Maar goed, dat levert de teler dan ook wel zo'n €40 aan opbrengst op.

Na de traanloze ui blijkt er nog een 'heilige graal' te zijn voor de zaadveredelaars. De paprika zonder zaadjes. "Er is één groot probleem: je hebt zaad nodig om een nieuwe plant te maken," vertelt Maarten van der Leeden van Rijk Zwaan. "Je moet dus als het ware tot die voorlaatste plant komen in de generatie van veredeling. Eén die nog net voldoende zaad produceert om daarna nog één plant te hebben die vruchten heeft die géén zaad meer heeft. We komen dichterbij, staan al veel verder dan tien jaar geleden." Maar vooralsnog blijft de zaadloze paprika nog buiten bereik.
Dit artikel afdrukken