Mooi van Nick om doodgewone appels onder de aandacht te brengen als groente.

September is appeltijd. Geniet ervan, maar ga eens verder dan de folieverpakte schaaltjes in de supermarkt.

Wat is er banaler dan een appel? Er liggen tegenwoordig altijd appels in de winkel. Mama’s kopen ze “omdat ze gezond zijn.” U weet wel: an apple a day keeps the doctor away. Maar uit trek, uit passie of verslingerdheid koopt haast niemand ze. Ik ken bananenfanaten en vijgenverslaafden, maar geen appelmaniakken. En toch, zoals alles zijn appels waarlijk fascinerend voedsel.

Het begint al bij de biologie. Appels behoren tot het geslacht Malus . Malus domestica zeggen de enen, maar anderen zijn het daar niet mee eens. Deze boom uit de rozenfamilie, met zijn prachtige bloesems en zijn lieflijke bladeren, is een plantkundige puzzel. Er bestaan (letterlijk) duizenden variëteiten van, en een beetje appelboer probeert zijn eigen ras te ontwikkelen. De natuur is altijd in verandering. Wie op zijn erf een appelmutatie waarneemt, kan wellicht rijk worden. Groter, vroeger, zoeter, harder of mooier, als het maar geen appel zoals de andere is. Daarom staan de kwekers altijd op de uitkijk naar variatie.

De wetenschappers dachten lang dat onze kweekappels afstammelingen waren van de Europese wilde appel, Malus sylvestris . Dat is een doornig boompje dat over heel ons continent groeit. Alleen zijn de vruchten niet zo lekker; alleen de gelei, de pectine dus, is nuttig in combinatie met ander fruit om confituur van te bereiden. Maar recent onderzoek heeft aangetoond dat onze moderne eetappels langs de Zijderoute zijn aangevoerd. Uit Kazachstan, of all places . Daar, ergens langs de grens met China, op de noordelijke hellingen van het Tien Shan-gebergte, groeien de oorspronkelijke appelbomen ( Malus sieversii ). De voormalige hoofdstad van Kazachstan, Almaty, betekent ‘plaats vol appels’ (in het Russisch: Alma-Ata, ‘grootvader van de appels’). Fruitracisten (ze bestaan!) die vinden dat we enkel fruit mogen eten dat oorspronkelijk van onze streken komt, mogen hun fruitmanden dus alweer aanpassen. Ook appels zijn exoten!

Duur water
En zijn die appels nu echt zo gezond? Ik schrok toen ik de boeken raadpleegde. Weet u hoeveel vitamientjes C een partje doorsnee supermarktappel bevat? Belachelijk weinig. Als het daarom te doen is, eet u beter de schil op en gooit u de partjes weg. Appels bevatten weinig suikers, geen vet, geen zetmeel en eigenlijk ook niet veel vezels. Een appel voor de dorst? Duur water.

Appels moet u dus eten omdat ze lekker zijn. Maar geef toe, veel lekkere appels liggen er niet in de winkel. Goede appels komen van bij specialisten. Ik had hier een marktkramer die regelmatig bijzondere appels meebracht en er met passie over kon vertellen. Hij is ermee gestopt en nu zie ik zeeën van marktstallen die allemaal dezelfde, veel te vroeg geplukte en verdacht identieke klokhuisbollen voorleggen.

Ik heb gehoord dat de appelen van dit seizoen slecht verkopen, omdat de pakhuizen van de groothandels nog vol liggen met de oogst van vorig jaar. En die moet eerst op vooraleer er nieuwe worden gekocht. Doe dus net zoals enkele maanden geleden voor de aardbeien: ga zelf op tocht naar waar appelbomen staan en koop van de kweker. Die kan ze langer aan de boom laten hangen. En een laat geoogste appel is véél lekkerder dan een die geplukt werd volgens het lastenboek van de grootinkoper. Rijpe appels kunnen geuren dat het een genot is.

Daarenboven is de appelkweek op zijn retour in België. Naar het schijnt, zijn door de klimaatverandering onze regio­nen niet meer zo geschikt voor grootschalige appelgaarden. De bomen doen het beter in Polen, en sinds dat ook lid is van de EU... Reken daar dan nog het verschil in loonkosten van de pluk bij. In Haspengouw schakelt men dus steeds meer over op peren. Die zijn ook niet slecht, maar peren hebben nooit de populariteit van appels gekend. Waarom? Omdat appels net zo heerlijk lang bewaren. Vóór de tijd van de koelcellen en de beschermende atmosferen die de huidige fruitsector tekenen, werden ze een hele winter opgeslagen op rekken, matten of in speciaal gebouwde appelkasten. Goed verlucht gaan ze niet te snel doorrijpen. Ze schrompelden wat, maar dat stoorde niet. Appelen waren een overlevingsgewas, een noodvoorraad voor appelmoes. Wat niet kon bewaren, kwam de winter door als cider, gelei of stroop.

Recept: in een jasje
Vandaag is voor ons, consumenten, dat lange bewaren geen noodzaak meer. Dat dient alleen de groothandels. Geef ons dus weer seizoensappels, goed doorgerijpte sterappels, cox orange, laatgeplukte boscoops en dergelijke. En laat het feest duren zolang het seizoen duurt.

Een warm gerecht: neem voor elk een appel en boor het klokhuis eruit met een appelboor (geen nutteloze investering, er bestaan types die ook gebruikt kunnen worden om vis te ontschubben).

Schik de appels in een ovenschotel. Doe in dat gat een lepel bessenconfituur en/of een lepel bruine suiker, dek af met een klontje boter. Bestrooi met kaneel (gek hoe die smaak bij appelen past). Als alternatief kunt u ook een stokje Cassia in de schil prikken, dat staat mooi en het lijkt op kaneel. Schuif de schotel in een warme oven, desnoods met een bodempje appelsap, en laat bakken tot de appels zacht zijn. Dat duurt zo’n kwart­uurtje. De doorbakken appel proeft als appelmoes in een jasje. Smakelijk.


Nick Trachet © Brussel Deze Week
Dit artikel afdrukken