De afgelopen maanden lagen supermarkten en producenten geregeld overhoop over gestegen inkoopprijzen. Voedselproducenten worden geraakt door serieuze kostenstijgingen en willen deze doorbelasten naar de supermarktprijzen. Supermarkten willen de prijzen juist laag houden vanuit concurrentieoverwegingen. Betere samenwerking tussen supermarkten en toeleveranciers, het opstellen van transparante contracten tussen beide en heldere communicatie richting de consument over prijsontwikkelingen is daarom gewenst.

Diverse mondiale grondstoffen in de foodsector zijn de afgelopen periode fors in prijs gestegen. Dit heeft in 2021 al geleid tot een stijging van gemiddeld 30 procent van wereldmarktprijzen voor zuivel, graan en oliën. Ook verpakkingen, transport en energie werden fors duurder door de snel oplevende wereldeconomie na corona, tegenvallende oogsten en geopolitieke spanningen. Het einde van deze stijging is nog niet in zicht mede door de inval van Rusland in Oekraïne.

Bij veel producenten van levensmiddelen, zeker bij de middelgrote bedrijven, stonden marges de afgelopen jaren onder druk door hoge investeringskosten en de schaalvoordelen die supermarkten hebben om lage prijzen te bedingen. Producenten zeggen niets anders te kunnen dan hun hogere kosten door te berekenen om toekomstbestendig te blijven.

Bij supermarkten valt dit niet goed. Supermarktformules en hun inkooporganisaties zijn sinds eind 2021 met diverse leveranciers verwikkeld in forse onderhandelingen over inkoopprijzen. Dit leidt in sommige gevallen tot lege schappen en het ‘tijdelijk’ niet kunnen krijgen van bepaalde producten. Bij supermarkten speelt een lage prijs en een goede kwaliteitsverhouding een cruciale rol. Ze willen niet het risico lopen dat ze te vroeg hun prijzen verhogen en daardoor klanten verliezen, want de Nederlandse consument is zeer prijsbewust. Supermarkten denken bovendien dat sommige producenten de gestegen grondstofprijzen tegelijk aangrijpen om hun marges te verbeteren. Ook vrezen ze dat producenten hun afzetprijzen niet snel verlagen op het moment dat de grondstof- en productiekosten weer dalen.

Hierbij is het de kunst om huishoudens met de allerlaagste inkomens te ontzien en te helpen dat zij niet het goedkoopste en vaak ongezondste voedsel moeten eten. Geen leuke boodschap, maar wel het echte verhaal
Bandbreedtes
Een mogelijke oplossing is dat supermarkten en leveranciers vaker contracten opstellen waarin wordt opgenomen dat de afzetprijzen van leveranciers omhoog kunnen bij gestegen grondstofprijzen, maar dat tegelijk de afzetprijzen worden verlaagd wanneer de leveranciers zelf lagere inkoopkosten hebben. Binnen sommige versproducten gebeurt dit al en bewegen de afzetprijzen aan de supermarkt binnen bepaalde bandbreedtes mee met de prijs van bepaalde grondstoffen. Dergelijke contracten vragen wel om grote openheid waarbij beide partijen bij wijze van spreken continu in elkaars boeken kunnen kijken, en tevens de bereidheid om bij extreme prijsschokken de contracten en afgesproken bandbreedtes te wijzigen.

'Begrijpelijk uitleggen'
Daarnaast is een taak weggelegd voor fabrikanten en supermarktformules om richting de eindconsument begrijpelijk uit te leggen waar prijsverhogingen door veroorzaakt worden. De Nederlandse consument leeft al jaren in de veronderstelling dat voedsel altijd goedkoop is. Een gemiddeld boodschappenmandje in Nederland is goedkoper dan in veel andere landen van de Europese Unie. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) geven wij gemiddeld 8 procent van ons inkomen uit aan voedsel tegen 11 procent in 2011. Het huidige percentage behoort tot de laagste ter wereld.

Prijsverhogingen zijn de komende jaren realistisch. Niet alleen vanwege sterk stijgende grondstof-, energie-, en verpakkingsprijzen, maar ook vanwege de stijgende kosten die samenhangen met noodzakelijke verduurzaming in onze voedselketen. Deze duurzame transitie op milieu en het welzijn van mens en dier kan niet stoppen. Alle partijen in de keten, van zaadproducent tot consument, moeten aan stijgende prijzen wennen en een bijdrage naar draagkracht leveren.

Hierbij is het de kunst om huishoudens met de allerlaagste inkomens te ontzien en te helpen dat zij niet het goedkoopste en vaak ongezondste voedsel moeten eten. Geen leuke boodschap, maar wel het echte verhaal.
Dit artikel afdrukken