Dit artikel is gebaseerd op de Aerius-berekening van een PAS-melding voor de uitbreiding van een agrarisch bedrijf in de buurt van het Natura2000 gebied Vecht en Beneden Regge. Gezien de afstand tussen het bedrijf en de rand van het gebied (meer dan 10 kilometer), was de onwaarschijnlijk hoge bijdrage van de ammoniakemissie aan de depositie in dat gebied de reden voor de analyse.

De analyse beperkt zich tot het dichts bij het bedrijf gelegen zuid-westelijke deel van het gebied, met daarin onder meer de Lemelerberg. Het gebieddeel heeft als belangrijkste habitattypen: H4030: Droge heide met een oppervlak van in totaal 231 hectare en H5130: Jeneverbes-struwelen met een oppervlak van in totaal 47 hectare. Beide typen hebben een kritische depositiewaarde (KDW) van 1071 mol/ha. per jaar.

Het bijeenbrengen in een Excel-sheet van de achtergronddepositie, de referentie-depositie en de project-depositie (na de bedrijfsuitbreiding) in dit deel van het gebied waarin die typen voorkomen maakt het mogelijk de conclusies van de Aerius-berekening te reproduceren en analyseren. Een en ander op basis van de ruim 480 zogeheten hexagonen, zeskantige vakken waarvoor de neerslag van stikstof is bepaald.


Voor een goed begrip van deze analyse moet u het volgende weten:

1. de emissie van een enkel bedrijf draagt in geringe mate bij aan de atmosferische concentratie van ammoniak (vanzelfsprekend geldt dat ook voor de emissie van stikstofoxiden). Die bijdrage neemt af naarmate de afstand tot de bron toeneemt.


2. elk habitattype heeft een kenmerkende structuur die bepalend is voor de hoeveelheid ammoniak of stikstofoxiden die het uit de atmosferische concentratie kan opnemen, de zogenaamde droge depositie.


3. de achtergronddepositie van een hexagon zou een “gewogen” optelsom moeten vertegenwoordigen van de depositie die gerealiseerd wordt door de verschillende vegetatietypen die in dat hexagon aanwezig zijn. Als een hexagon bijvoorbeeld voor de helft (0,5 hectare) uit een lage vegetatie bestaat die bij de ambiënte atmosferische concentratie 1000 mol/ha.jr als depositie genereert, en de andere helft uit bos wat goed is voor een depositie van 2000 mol, dan zou de achtergronddepositie gemiddeld over het hexagon 1500 mol/ha.jr moeten bedragen.

Berekende werkelijkheid met grote gevolgen
In de onderstaande grafiek is voor elk hexagon waarin Droge heide voorkomt de bijdrage van het bedrijf aan de referentie situatie (oranje punten) en de situatie na uitbreiding (blauwe punten) afgezet tegen de achtergronddepositie in het betreffende hexagon.



Uit de grafiek blijkt dat de bijdrage van de bedrijfsemissie aan de depositie op het habitattype toeneemt naarmate de achtergronddepositie groter wordt. Dit zou natuurkundig een anomalie zijn, iets dat niet kan volgens - in dit geval - de basisbegrippen van de fysica. Gewoon doen alsof het 'gewoon zo is', is dan ook uiterst merkwaardig.

Natuurkundig is sprake van een anomalie, iets dat niet kan. Gewoon doen alsof het 'gewoon zo is', is dan ook uiterst merkwaardig
De hexagonen met een hoge bijdrage liggen voornamelijk op grotere afstand van het bedrijf dan hexagonen met een lage bijdrage. Indachtig het onder punt 1 in het kader gestelde, gaat de hoge berekende depositie dan ook tegen elke logica in. Bij toenemende afstand “verdunt” de bijdrage van een bron aan de atmosferische concentratie; het zou iedere vorm van natuurkundige logica tarten als die concentratie en de daaruit voortvloeiend depositie bij grotere afstand zou toenemen.

Ten aanzien van punt 2 in het kader geldt de vooronderstelling dat een habitattype een door de ambiënte atmosferische concentratie gelimiteerde hoeveelheid ammoniak opneemt (droge depositie). In de 90 hexagonen met een volledige bedekking van Droge heide heeft de achtergrond depositie volgens Aerius een mediane waarde van 1144 mol/ha.jr met daarin een bijdrage van het bedrijf van respectievelijk 0.13 en 0.32 mol (referentie en project). De atmosferische concentratie is redelijk uniform in het geanalyseerde deel van het Natura2000 gebied. Daarom, ook als het habitattype minder oppervlak van een hexagon beslaat, kan de depositie op het habitattype niet anders zijn dan 1144 mol/ha.jr. De door Aerius toegepaste achtergronddepositie leidt echter (over alle 424 hexagonen met Droge heide in het geanalyseerde gebied) tot een mediane waarde van 1406 mol/ha.jr, een schromelijke overschatting van de depositie.

Het model kent de waarde van de berekende achtergronddepositie onverkort toe aan alle habitattypen in het hexagon
Zoals blijkt, gaat de Aerius-berekening van de depositie op individuele habitattypen niet uit van de ambiënte atmosferische concentratie van ammoniak, maar kent het model de waarde van de berekende achtergronddepositie onverkort toe aan alle habitattypen in het hexagon. Welke parameters worden gebruikt voor de berekening van de achtergronddepositie is onduidelijk. Daardoor kan zelfs worden getwijfeld aan de juistheid van de depositie van 1144 mol/ha.jr voor Droge heide, alsook aan de berekende bedrijfsdepositie.

Weet de rechter wat ‘significant’ betekent?
De depositiewaarden voor de referentie, het project en de maximale depositie toename waarmee het bedrijf in conclusie wordt geconfronteerd (hoogste waarden in de onderstaande tabel, rode punten in bovenstaande grafiek) zijn zelfs binnen de Aerius berekening niet representatief te noemen. Het betreft de berekening in één hexagon met minder dan 0.05 hectare bedekking bij een totaal oppervlak van het habitattype van 230 hectare, dus minder dan 0.02%. Het verschil met de laagste waarde afkomstig van hexagonen waarin het type het volledige oppervlak beslaat is aanzienlijk.



De herberekening van de depositie, over de 90 hexagonen met een volledige bedekking van Droge heide, gaat het bedrijf niet redden als het voor de bestuursrechter komt te staan. Die hanteert ongetwijfeld de in jurisprudentie vastgelegde toenamegrens van 0.05 mol/ha.jr en sanctioneert daarmee de facto het boerenbedrog.

Een verhoging van de depositie met 0.18 mol bij een achtergronddepositie van 1140 mol is een toename van 0.016%. Toepassing van de bestuursrechtelijke grens zou een toename toestaan van 0.004%. 
Een rechter die bij dergelijke toenames een significant verslechterend effect niet uit durft te sluiten getuigt van het ontbreken van getalbegrip. Alleen de jaarlijkse gemeten verschillen in natte depositie (stikstof in de vorm van ammonium en nitraat, NH4 + NO3) kunnen al oplopen tot 100 mol/ha. Wellicht kan de advocaat van het bedrijf de bestuursrechter verleiden tot een meer realistische benadering van het begrip “significant”.
Dit artikel afdrukken