Ook Nestlé heeft nu duidelijk gemaakt dat het bedrijf de kosten van de voedselinflatie en gestegen grondstoffen gaat doorberekenen aan de consumenten. In feite heeft het dat al gedaan: de laatste 3 maanden van 2021 stegen de prijzen van KitKat-repen, Nespresso koffiecapsules en Purina diervoer al met 3,1%.

"Het is veilig om aan te nemen dat onze inputkosten in 2022 nog hoger zullen zijn dan in 2021," zei topman Mark Schneider in The Guardian (2.3). "Dat moeten we in onze prijzen tot uiting laten komen. Er is vrijwel geen plek binnen het bedrijf meer waar de inflatie zich niet laat voelen." Nestlé presenteerde donderdag een organische omzetgroei van 7,5%. Daarvan was 2% toe te schrijven aan hogere verkoopprijzen.

Nestlé is zeker niet het eerste bedrijf dat aankondigt de hogere inkoopkosten te gaan doorbelasten. Ook bijvoorbeeld Unilever, Heineken en andere bierbrouwers (1.4) sloegen die weg al in. De voedselinflatie, haperingen in de leveringsketen, stijgende energieprijzen én arbeidskrapte werken wereldwijd door in de prijzen. Voor Nestlé leidde het onlangs tot moeizame prijsonderhandelingen met Ahold Delhaize, dat Nestlé-producten uit de schappen haalde. Ook andere supermarkten proberen door hard te onderhandelen kostenstijgingen zo min mogelijk aan de consument door te belasten.

In een markt, die gewend (en misschien wel verwend) is aan lage prijzen, zal het wennen worden. Maar door "de krankzinnige inflatie" volgens Heineken, valt ook voor die consument aan prijsstijgingen niet te ontkomen. En dan is het voor Nestlé, Heineken en andere merkenmakers juist weer een klein beetje makkelijker om er hogere prijzen doorheen te krijgen, omdat hun bedrijven het vertrouwen van consumenten hebben. Dat is bewezen door het feit dat hun omzet tijdens corona meer dan gemiddeld steeg.
Dit artikel afdrukken