Een bedrijf dat denkt het doel van Hellmann's mayonaise te moeten definiëren, is wat ons betreft echt van het paadjeDe ceo stond pal voor zijn langetermijnstrategie die behalve de aandeelhouders ook personeel, klanten, maatschappij en milieu koestert. Een Unilevermerk moest 'purpose' hebben door bij te dragen aan een betere wereld. Hij nam bezuigingsmaatregelen, kwam ermee weg en kon netjes afscheid nemen als ceo en het purpose-stokje doorgeven aan zijn Schotse opvolger Alan Jope. Die pakte het op en verklaarde ermee door te zullen gaan. In 2019 ging het aardig en maakte Jope duidelijk dat hij koos voor nog meer en kleinere merken om dat financieel voor elkaar te krijgen, een strategische keuze die het bedrijf onder Anthony Burgmans en Patrick Cescau, Polmans twee voorgangers, nou juist vanwege te hoge kosten had afgeschaft.
Bod van €60 miljard
Onder de nieuwe topman leken de rimpelingen te verdwijnen. Vol vertrouwen vertelde de voor de voedingstak van Unilever verantwoordelijke Hanneke Faber begin januari dit jaar in De Telegraaf nog dat de planeet moet worden gered 'met desnoods een beetje marketing' en dat ze helemaal niet bang was voor vijandige overname-biedingen van beursbarbaren die het bedrijf op willen knippen.
Na afgelopen week is duidelijk dat rimpelingen weer volop terug zijn. Unilever blijkt op eigen initiatief een bod van €60 miljard op tafel te hebben gelegd om de consumentendivisie van GlaxoSmithKline (onder meer pijnstillers en tandpasta) over te nemen. Het zou de grootste overname uit de geschiedenis van Unilever moeten worden. Dit keer was het de beoogde overnamekandidaat die het bod resoluut van de hand wees. Tot drie keer toe. Daarom zag Unilever van het bod af. Maar de schade was al aangericht.
De beurskoers, die toch al achterbleef bij andere grote bedrijven als Nestlé, duikelde verder. Een duidelijk teken dat de aandeelhouders de eventuele overname niet zagen zitten; een duidelijk teken dat de beurs Unilever niet in staat acht munt te slaan uit de overname. Erger nog, de twijfel aan de strategie, het inschattingsvermogen en het gezonde verstand van de bestuurders van Unilever bleek erdoor gegroeidDe beurskoers, die toch al achterbleef bij andere grote bedrijven als Nestlé, duikelde verder. Een duidelijk teken dat de aandeelhouders de eventuele overname niet zagen zitten; tevens een duidelijk teken dat de beurs Unilever niet in staat acht munt te slaan uit de overname. Erger nog, de twijfel aan de strategie, het inschattingsvermogen en het gezonde verstand van de bestuurders van Unilever bleek erdoor gegroeid.
Gebrek aan innovatie
Jope wil het bedrijf verder laten groeien in de categorieën gezondheid, beauty en persoonlijke verzorging. De langzamer groeiende voedingsdivisie ziet hij niet als kans om de multinational naar het genoegen van de beurs te laten presteren.
Analisten zien een dergelijke 'transformatie' wel zitten. Dat heeft alleen wel een consequentie die het bestuur van de multinational niet wil horen. Financieel gezien doet het bedrijf er wijs aan (delen van) de voedingsdivisie af te stoten. Dan kan Unilever zich helemaal toeleggen op gezondheid en verzorging en wordt Unilever niet meer vergeleken met Nestlé, maar met L'Oréal, zegt ING-analist Reginald Watson in het Financieele Dagblad. De voedingstak van Unilever blijft achter bij concurrenten en zou, bij verkoop, in hun handen beter af kunnen blijken. Onder de leiding van Unilever stokt de innovatie, zeggen analisten. Kijk in de supermarkt en je ziet allerlei nieuwe categorieën: "thuismaaltijden, innovaties in het zuivelschap, sappen. Hoe vaak zie je daar een Unilever-merk? Buitengewoon weinig."
Daarom morren beleggers. Grootaandeelhouder Terry Smith voorop. In de Financial Times lanceerde hij vorige week een aanval op het achterblijvende Unilever. "Een bedrijf dat denkt het doel (the purpose) van Hellmann's mayonaise te moeten definiëren, is wat ons betreft echt van het paadje", zei Smith. Het was het zoveelste teken van aandeelhoudersonrust over de richting die Unilever kiest. Want in tegenstelling tot bedrijven als Procter & Gamble, Nestlé of Mondelez, is de aandelenkoers van Unilever de afgelopen vijf jaar nauwelijks gestegen. Dat Unilever bot vangt met het bod op GSK, noemde Smith eerder deze week dan ook een 'near death-experience' voor de aandeelhouders. Een wrange verwijzing naar de omschrijving die Polman in 2017 aan het Kraft Heinz-bod gaf.
De conclusie van de markt lijkt duidelijk. Unilever moet kiezen. Verdien eerst maar eens meer geld met duurzame zeep en tandpasta met een hoger doel. En als het de voedingsdivisie niet wil verkopen (want dat zou de consequentie zijn): splits het bedrijf dan zelf op in twee nieuwe ondernemingen. Zowel Jope als de Nederlandse Faber kunnen dan laten zien wat ze als ondernemers en bestuurders waard zijn'Sociaal en klimaatgericht ondernemen'
Unilever moet dringend zijn resultaten verbeteren in plaats van zich te laten voorstaan op duurzaamheidsaspecten en purpose, laten de grote aandeelhouders in een aanzwellend koor horen. Dat waren ook de argumenten waarmee de aandeelhouders van Danone vorig jaar ceo Emmanuel Faber eruit wisten te werken. In de wereld van de aandeelhouders en financiële markten is voor lange termijndoelen alleen plaats als bedrijven er ook op korte termijn geld mee weten te verdienen. Faber legde na zijn aftreden de Franse politiek uit dat sociaal en klimaatgericht ondernemen nou juist 'vanzelfsprekend' zou moeten zijn.
Unilever moet kiezen
Jammer, zegt de Amerikaanse analist Bruno Monteyne in het FD. Volgens hem heeft de wereld op dit moment juist bedrijven als Unilever nodig, die investeren in duurzame voedingsmiddelen. "Er is werk aan de winkel, net nu Unilever wil weglopen."
Van een andere beurswatcher kregen de bestuurders van Unilever juist het verwijt te lijken op een zelfgenoegzaam stel beleggers dat denkt dat het zijn werk kan doen door een potje te kaarten met merken. Door het wisselen van de kaarten denkt het bestuur in het spel overeind te kunnen blijven. Dat doen beleggers wel, zegt de belegger. Het bestuur van een onderneming moet de kaarten zelf rendabel houden.
De conclusie van de markt lijkt duidelijk. Unilever moet kiezen en zijn merken opdelen. Verdien eerst maar eens meer geld met duurzame zeep en tandpasta met een hoger doel. En als het de voedingsdivisie niet wil verkopen - want dat zou de consequentie zijn - splits het bedrijf dan zelf op in twee nieuwe ondernemingen. Zowel Jope als de Nederlandse Faber kunnen dan los van elkaar laten zien wat ze als ondernemers en bestuurders waard zijn. Doet het bedrijf dat niet, dan loopt het bestuur het risico dat de beurs de splitsing zal regelen.
Alsof een complot tot die keuze dwingt, kreeg het purpose-merk Ben & Jerry afgelopen donderdag op zijn kop van beleggers die willen dat Unilever gezonde producten gaat verkopen. En zondag stapte het investeringsfonds Trian Fund van de activistische belegger Nelson Peltz, een beursbarbaar, in Unilever. Beleggers reageerden enthousiast. Het aandeel Unilever noteerde maandag 6,7% hoger en was de enige mooie stijger in de AEX die 3,3% verloor. De keurs herstelde, maar het is geen best nieuws voor een bedrijf dat niet verkocht wil worden. Peltz staat erom bekend in zwakke bedrijven te stappen met het doel ze fors op te schudden zodat ze meer waard worden. Lukt dat niet, dan snijdt hij ze in stukjes en verkoopt die aan de hoogste bieder. Bloomberg meldde gisteravond onze tijd dat Unilever duizenden banen gaat schrappen. 'The fox is in the hen house', luidde het commentaar van het analistenpanel dat de actie van Peltz en de reactie van de Raad van Bestuur besprak.
Vandaag werd bekend dat Unilever zijn structuur aanpast. Het bedrijf kiest voor vijf divisies. Beauty & Wellbeing, Personal Care, Home Care, Nutrition en Ice Cream vervangen de eerdere matrixstructuur met de onderdelen Voeding, Persoonlijke Verzorging en Schoonmaakmiddelen, plus een geografische aansturing voor Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Azië. Door het verbijzonderen van Nutrition en Ice Cream wordt het gemakkelijker een van die divisies te verkopen.
"Elk van deze groepen is afzonderlijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor de eigen strategie, groei en winst", zegt echter Alan Jope. "Ons nieuwe organisatiemodel is ontworpen om de verbetering die we zien in de prestaties voort te zetten. Door te verhuizen naar vijf categoriegerichte groepen kunnen we beter inspelen op trends. Groei blijft onze topprioriteit en deze veranderingen zullen ons streven ernaar ondersteunen."
Kortom, het ging over die duurzaamheid waar beleggers kennelijk geen belangstelling voor hebben.
Ik betoogde dat duurzaamheid vooral een door commercie gekaapt fenomeen is. Echte duurzaamheid betekent minder materiële welvaart, heel lang doen met spullen die je koopt en daarom een ander belastingregime (weinig belasting op arbeid, veel op de aanschafkosten van goederen zodat hun kosten over een lange termijn moeten worden uitgesmeerd en daarom lang onderhouden zullen worden). Ons duurzaamheidsdiscours heeft het daar niet over en doet aan een vergroeningssausjes, zoals elektrificatie, zonder overconsumptie aan te pakken.
Tijdens het gesprek daarover kreeg ik de vraag waarom het Polman niet lukte om het beleggerspubliek aan zijn kant te krijgen. Ik heb alleen een speculatief antwoord. Het jongere hoogopgeleide publiek gelooft in hogere waarden. De beleggersmarkt nog altijd niet. Het ontbreekt het ervaren deel van de samenleving aan publieke waarden na een lange periode van neoliberale zeden maar heeft geen gebrek aan zakelijk inzicht, betoogde ik. Publieke waarden zullen de barbaren niet weghouden van de producent van Hellmann's voor dat frietje en fors gesuikerde Ben & Jerry's voor dat verwenmoment. Waarom heeft Nestlé, een bedrijf dat wel probeert zijn portefeuille gezonder te maken, minder last van barbaren dan Unilever?
Een andere vraag: hoe kunnen de publieke waarden ontstaan die zakelijkheid en de goeie dingen doen gelijk op kunnen laten gaan?
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
In het Financieele Dagblad van afgelopen week:
- een portret van Nelson Peltz die Unilever tot actie aanzet: activistische belegger zoekt graag luxe en glamour.
- eveneens een 'kies'-artikel: Hoe Unilever door niet te kiezen problemen over zich afriep.
We gaan zien hoe deze nieuwe aflevering afloopt. Bezuinigen uitkeren in de vorm van dividend gaat vermoedelijk niet helpen en zal de toekomstige waarde niet echt stutten.
Goed verhaal, ellen-maureen!
De wetten in een democratisch systeem dienen gebaseerd te zijn op de 'hogere publieke waarden' van Dick. Maar die waarden worden uiteindelijk bepaald door de mate en kwaliteit van de 'individuele morele verantwoordelijkheid' van Joris. Individuele burgers bepalen uiteindelijk de wetten. De vraag is dan: welk percentage van burgers met 'hogere publieke waarden' hebben we nodig om ecologisch en sociaaleconomisch verantwoorde wetten te kunnen generen?
Er wordt gevraagd 'hoe kunnen de publieke waarden ontstaan die zakelijkheid en de goeie dingen doen gelijk op kunnen laten gaan?'
Het doet mij denken aan het boek 'Dit kan niet waar zijn' van Joris Luyendijk waarin hij de amoraliteit van het bankensysteem blootlegt.
Hij schrijft min of meer dat bankiers geen monsters zijn maar het systeem monsterlijk is.
Over de levensmiddelensector zou je hetzelfde kunnen zeggen. De target, zo groot mogelijk marktaandeel, zo goedkoop mogelijk produceren is amoreel. Niet goed, niet slecht maar gewoon een zakelijke kwestie.
Probleem is denk ik dat dit amorele systeem perverse trekjes heeft waar we allen aan meedoen. Consumenten kopen de goedkoopste spullen, supermarkten knijpen leveranciers/industriëlen af, leveranciers buiten boeren uit en boeren kunnen alleen maar goedkope bulk produceren en klagen (en toch nog grote trekkers kopen).
Je hieruit ontrekken is lastig omdat het systeem te groot en te complex is geworden. Joris Luyendijk schrijft:
'individuele morele verantwoordelijkheid verdampt in kolossale, complexe organisaties. Schaal en moraal gaan niet samen, zeker niet nu de moraal verbannen is naar de privésfeer. God is dood en ieder voor zich werkt niet.'
Als oplossingsrichting denkt hij dat we moeten ophouden bedrijven als Shell neer te zetten als de grote vervuilers, of, na 2008, de bankiers als graaiers. Die framing heeft geen enkele zin: hoe kun je mensen nu aanspreken op de immorele uitkomsten van hun wettelijk geoorloofde, amorele gedrag?
Beter is het om de wetten te bekijken, de eigendomsstructuren van die organisaties en de prikkels die daar gelden, en ons afvragen: waarom pakken we die prikkels niet aan, in plaats van hen die ernaar handelen? Daar hebben we betere wetten voor nodig. Omdat het Westen een democratisch systeem heeft zou dat moeten kunnen denkt hij.
Das niet zo raar #3 Die zijn best wat geld waard. Voor de rest vallen die Merken in food wel mee. Stelt niet zoveel voor.
#3 IJs, ook zo'n primaire behoefte. Ja, op de Noordpool, Zuidpool, in de bergen als gletsjers.