Je kon er op wachten tot het een keer onderwerp van studie zou zijn: de invloed van de smartphone op onze eetgewoonten. In het gedragsonderzoek zijn de psychologische en omgevingsfactoren die mede bepalen hoe en hoeveel we eten een serieus terrein van onderzoek. Eetstoornissen vallen aan Nederlandse universiteiten onder de afdelingen Klinische Psychologie. Sinds 1986 wordt in het onderzoek internationaal gebruik gemaakt van de Dutch Eating Behavior Questionnaire (DEBQ), die door Nederlandse psychologen is ontwikkeld.

Door eten voor de tv bouw je geen ‘alimentary memory’ op
In elke top tien van adviezen over gezond eten staat van oudsher: niet voor de tv. De tv zorgt voor afleiding, je let niet op hoeveel je naar binnen werkt en zit gedachteloos te snacken. Door de afleiding ontgaan je de signalen dat je verzadigd bent. En later weet je ook niet meer hoeveel je gegeten hebt. Je bouwt geen ‘alimentary memory’ op, zoals dat zo mooi heet, geen eetherinnering.

Eetlustregulatie
‘Schermtijd’ is een beladen woord in elk gezin. Kinderen zitten veel te lang op hun telefoon, tablet, laptop en gamecomputer. Maar ook volwassenen zitten voortdurend te appen en te browsen terwijl ze eten. Het vakblad voor psychologen Frontiers in Psychology wijdt een serie artikelen aan het fenomeen onder de titel ‘Eating in the Age of Smartphones: The Good, the Bad, and the Neutral’.

Het hoofdredactioneel opent met wat cijfers. De 6,4 miljard bezitters van een smartphone ter wereld zitten dagelijks gemiddeld 3 à 4 uur op hun apparaat. Behalve dat dat op zich al afleidt, is er ook druk ‘inhoudelijk’ verkeer op de socials over eten en voeding. In zes artikelen wordt verslag gedaan van “hoe smartphones de eetlustregulatie kunnen veranderen of het risico op gewichtstoename kunnen verhogen”.

Er lijkt een eenvoudige oplossing voor het problematisch telefoongebruik tijdens het eten te zijn. De smartphone niet aan de eettafel dulden en laten wegleggen. Naast de afstandsbediening van de tv
Een artikel uit 2018 van onderzoekers uit Singapore beschrijft de mate waarin verschillende activiteiten op de smartphone het eetgedrag beïnvloeden. Dat is anders bij jongeren die berichten versturen op social media, zoals via WhatsApp of Instagram, dan bij wie de tekst van een artikel op zijn smartphone leest: “Wanneer deelnemers in de berichtengroep de mogelijkheid kregen om te snacken, consumeerden zij meer snacks dan degenen die het artikel lazen.”

Een kernbegrip hierbij is ‘virtual social facilitation’, beïnvloeding van het gedrag door de aanwezigheid van anderen, maar dan dus virtueel.

Multitasking
Een Amerikaanse studie komt tot dezelfde conclusie. Hier werd gekeken naar de invloed van multitasking-gedrag van jongeren op hun BMI. De onderzoekers gaan uit van de hypothese dat multitasking, “gedefinieerd als het gelijktijdig en vaak gedachteloos schakelen tussen ongerelateerde vormen van media”, een risicofactor voor het krijgen van overgewicht is “aangezien het in verband wordt gebracht met een grotere ontvankelijkheid voor belonende signalen in iemands omgeving en met een slechtere zelfbeheersing”.

Gebieden in de hersenen waar beloning en zelfbeheersing geregeld worden, reageren bij deze proefpersonen even sterk of zwak op aantrekkelijk voedsel als op dat schakelen van prikkel naar prikkel bij het multitasken. Dat kan elkaar ongewenst versterken, is de gedachte, omdat er neurale verbindingen worden aangelegd.

Maar, zeggen de onderzoekers, wees voorzichtig met het interpreteren van deze observaties, want het kan ook anders in elkaar zitten. Kinderen verschillen wat cognitieve aanleg betreft, en kunnen daardoor al even gevoelig zijn voor de beloning van multitasking als voor food cues. Training van kinderen die deze gevoeligheid aan de dag leggen, met mindfulness-technieken, zou in een vroeg stadium preventief kunnen zijn in het bijsturen van hun eetgedrag.

Wegleggen
Gewoonten worden in de jeugd gevormd en zijn zeer hardnekkig. Er ontstaan allerlei koppelingen in het brein tussen stimuli en bepaald gedrag. Eerder schreef Frontiers in Psychology over het gebruik foto’s van borden eten te delen op social media. Foodlog schreef daar ook over.

Als die hobby uit de hand loopt, spreken we van food porn. Die zo onschuldig lijkende hobby kan invloed hebben op iemands eetgedrag, omdat visuele prikkels sterk de keuze voor voedsel bepalen. Dat is een evolutionair bewaard mechanisme, het komt allemaal neer op het opwekken van verlangen. Je hoeft de algoritmemakers van succesvolle social-media-apps niet uit te leggen hoe het werkt, het kapen van het systeem van verlangen, belonen en bevredigen in de hersenen.

In geen van de artikelen in Frontiers in Psychology wordt het geopperd, maar er lijkt een eenvoudige oplossing voor het problematisch telefoongebruik tijdens het eten te zijn. De smartphone niet aan de eettafel dulden en laten wegleggen. Naast de afstandsbediening van de tv.
Dit artikel afdrukken