Alcohol en sport gaan niet samen. Er doen wilde verhalen de ronde over wielrenners die vroeger champagne of kriekenbier in hun bidon deden, maar je zal tegenwoordig geen inspanningsfysioloog vinden die het drinken van alcoholhoudende dranken propageert. De Britse wielrenner Bradley Wiggins, winnaar van de Tour de France in 2012 en van de Olympische tijdrit, was evenals zijn vader alcoholist. Tijdens het fietsseizoen wist hij zich echter in te houden. Na elke overwinning, als de riemen eraf konden, zette hij het echter op zo'n zuipen dat het niet mooi meer was.

De alcohol in je lichaam verhoogt de bloeddruk, de hartslag en het zweten. Het onttrekt extra vocht aan je lichaam, er wordt meer melkzuur gevormd. Je kan dronken van je fiets vallen. Dat wil je allemaal niet. Het is eigenlijk gek dat drankmerken de (auto)sport mogen sponsoren en dat de winnaars elkaar besproeien met champagne. Zonde en een slecht voorbeeld.

Er doen wilde verhalen de ronde over wielrenners die vroeger champagne of kriekenbier in hun bidon deden, maar je zal tegenwoordig geen inspanningsfysioloog vinden die het drinken van alcoholhoudende dranken propageert
Welverdiend
Het plezier van een welverdiend koud potje bier na een zomerse toerfietstocht kent iedereen wel. Dan is de alcohol een beloning, vermomd als dorstlesser. Verslavingsdeskundigen hebben daar ook mee te maken. Vaak is drankgebruik een vorm van beloning, troost of viering. Met zulk gedrag is op zich niets mis, maar als de drinker gevoelig is voor verslaving, is er na verloop van tijd dagelijks wel iets te belonen, te troosten of te vieren.

(Veel) drank hoort niet bij een gezonde leefstijl, ook als er geen gevaar voor verslaving is. Het bevat overbodige calorieën, het belast de lever, de (slok)darmen en de hersenen. Het beïnvloedt het humeur en het gedrag vaak ongunstig en het leidt tot katers en daarmee tot plichtsverzuim. Aan de campagnes en initiatieven om het alcoholgebruik terug te dringen, vaak gekoppeld aan de traditie van goede voornemens met elk nieuw jaar, valt af te meten hoe problematisch alcohol is voor burger en maatschappij.

Clusteren
Wie planmatig aan lichaamsbeweging doet, gezond eet, uiteraard niet rookt, zal ook wel matig zijn met alcohol. De neiging om gewoonten, goede of slechte, te clusteren, is heel menselijk. Je zou zeggen dat een bewuste leefstijl met veel sport en goede voeding alcoholmisbruik uitsluit. Maar dat is nog niet per se het geval. De invloed van alcohol op het lichamelijk functioneren is namelijk niet zo ingrijpend. Uit een grote studie van het RIVM naar alcoholgebruik en arbeidsverzuim: “Weinig bekend over alcoholgebruik en klachten aan het bewegingsapparaat”.

In die RIVM-studie uit 2008 duikt ook de bekende U- of hockeystickcurve op. Het vele onderzoek naar alcoholgebruik leidde tot de consensus dat matig alcoholgebruik beter voor de (hart)gezondheid is dan helemaal geen druppel. Een glas per dag zou een beschermend effect hebben. Het risico op hartziekten en sterfte, afgezet tegen hoeveelheden genuttigd alcohol, geeft in een x y assenstelsel een dalparabool-achtige grafiek te zien die eerst een stukje daalt naar een optimum bij matig gebruik (één glas voor vrouwen per dag, twee voor mannen) en dan stijgt met de toename van het aantal glazen.

Norm
Sinds 2005 was de hockeystick de legitimering voor matig alcoholgebruik. Totdat beter onderzoek het idee onderuit haalde. Als alle 23 aandoeningen die met alcohol in verband worden gebracht in de grafiek gezet worden, blijft er geen gunstig effect over en loopt de lijn van het risico op iets akeligs vanaf de oorsprong (nul glazen) gestaag schuin omhoog. Alcohol is in elke doses slecht, is de algehele opinie nu. Een enkel glaasje of twee voor de gezelligheid blijft OK en is feitelijk geen reden voor bezorgdheid, zoals in dit artikel in Medium wordt voorgerekend.

Het officiële advies is in een aantal landen wel bijgesteld inmiddels en komt hierop neer: als je drinkt, dan niet meer dan één glas per dag, per week liefst een paar dagen niet, en als je niet drinkt, begin er dan niet aan. De Nederlandse psychiater René Kahn schreef het boek Op je gezondheid? en legt in een video uit waarom alcohol helemaal niet goed is.

Niet drinken past in de cluster gezonde gewoonten. Ook in de perceptie. Het zijn altijd de gedisciplineerde fitnessers die aan de groene drabjes gaan na het sporten en niet aan het berijpte glas tripel. Het overheidsbeleid om alcoholgebruik te ontmoedigen kan best nog een tandje extra bijgezet krijgen, maar er vormt zich wel al een nieuwe, ‘droge’ norm. Drinken doe je bij speciale gelegenheden, niet meer zomaar bij ieder bezoek, na de thee op familievisite, bij het eten door de week, of na elke vergadering of voetbaltraining.

Het overheidsbeleid om alcoholgebruik te ontmoedigen kan best nog een tandje extra bijgezet krijgen, maar er vormt zich wel al een nieuwe, ‘droge’ norm. Drinken doe je bij speciale gelegenheden, niet meer zomaar bij ieder bezoek, na de thee op familievisite, bij het eten door de week, of na elke vergadering of voetbaltraining
Innemender
Het clusteren van goede gewoonten is misschien een psychologisch fenomeen, maar niet biologisch. Na het doorspitten van gegevens over leefstijlgewoonten van een kleine veertigduizend klanten van de Cooper Clinic in Dallas, Texas kwamen onderzoekers tot een verrassende uitkomst: “Een hogere fitness is significant gerelateerd aan een hoger alcoholgebruik bij een groot cohort van volwassen patiënten.”

De fitness van de klanten werd jaarlijks bij een check-up gemeten aan de hand van een loopbandtest. Het drankgebruik en de mate van afhankelijkheid van drank kwam uit vragenlijsten. De uitkomsten kwamen overeen met eerdere, kleinere onderzoeken, schrijft The New York Times, vooral onder jonge atleten en studenten. Ook daar bleek: hoe fitter en sportiever, hoe innemender.

Verleidelijk
Een sluitende verklaring voor het fenomeen hebben de onderzoekers niet. Een eventuele fysiologische, causale relatie is er niet. Het dichtst voor de hand ligt dat sporters na de wedstrijd of training samen nog wat gaan drinken en hem dan dusdanig goed raken, dat ze al gauw aan een flink aantal glazen komen. Een andere verklaring ligt in het idee van de welverdiende beloning.

Een lichamelijke verklaring is dat alcohol en fitness dezelfde gebieden van beloning in de hersenen prikkelen en dat de combinatie dubbel verleidelijk is. Maar misschien zijn de fitte drinkers wel gaan fitnessen omdat ze veel dronken, als compensatie. Misschien moet de verklaring gezocht worden in culturele, sociale en/of economische verschillen tussen de verschillende Cooper Clinic-klanten, die nu in éen cohort worden samengepakt.

Daarover zeggen de grote getallen van dit onderzoek niets zinnigs. Wat wel opvalt, aldus een van de onderzoekers in The New York Times: “De meeste mensen associëren lichaamsbeweging en alcoholgebruik waarschijnlijk niet als gedrag dat met elkaar samenhangt.”

Het kan zo gezellig worden in de sportkantine dat je daar niet aan denkt.
Dit artikel afdrukken