In het nieuwe regeerakkoord staat op pagina 12 te lezen dat de overheid samen met de Autoriteit Consument en Markt (ACM) bindende afspraken maakt om de positie van de boer in de keten te versterken. Rutte IV verwacht een "niet-vrijblijvende bijdrage van banken, toeleveranciers, de verwerkende industrie en de retail". Die afspraken moeten waar nodig juridisch worden geborgd. Het nieuwe kabinet schrijft voorts: "Van supermarkten verwachten we transparantie over de wijze waarop hun gehele assortiment aantoonbaar duurzaam en diervriendelijk wordt, inclusief duurzaam inkoopgedrag en een eerlijke prijs voor boeren. We onderzoeken op welke wijze een bijdrage van de consument aan de verduurzaming van de landbouw vormgegeven zou kunnen worden. Om bewuste keuzes te stimuleren wordt in Nederland geproduceerd voedsel voorzien van een herkomstetiket. De overheid committeert zich bij haar inkoop aan duurzaam en lokaal geproduceerd voedsel."

Waar de ACM tot voor kort moest letten op volledige mededinging, krijgt de mededingsautoriteit nu een nieuwe rol. In de nieuwe markteconomie moet zij zorgen voor het doorbreken van vrije mededinging als dat duurzame en ethische doelen dient. Daarmee krijgt de organisatie van het nieuwe kabinet een andere taak. In 2015 schoot de ACM de Kip van Morgen af, een welzijnsverbeterend initiatief van de gezamenlijke supermarkten omdat het de consument zijn keuze voor de goedkopere plofkip zou ontnemen. Anno 2021 mag dat wel omdat de NMA nu ook ecologische, klimatologische en ethische eisen moet helpen realiseren.

Nederland is niet gebaat bij voedselnationalisme
Verwerkende industrie
Cees-Jan Adema van de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI, met als achterban bedrijven als Unilever, Heineken en vleesverwerker Vion, vele bakkers en groenteverwerkers) vindt dat het coalitieakkoord "een heldere ambitie voor een duurzame industrie laat zien. Een ambitie die wij delen en waar we als voedingsmiddelensector aan bij willen blijven dragen. Daarbij hoort dat alle partijen in de keten - en dus ook de boer - een fatsoenlijk rendement kunnen maken waarmee zij kunnen blijven investeren in duurzaamheid. Daar waar verduurzaming niet loont in de huidige markt die veelal wordt gedreven door prijs, vind ik dat we de dure plicht hebben om daar naar te kijken en in gezamenlijkheid te werken aan oplossingen. Daarvoor biedt het regeerakkoord een opening om het gesprek aan te gaan die we ook op moeten en willen pakken. Dat moet je echter wel doen vanuit een internationaal perspectief. Meer dan de helft van de productiewaarde in de voedingsmiddelensector wordt geëxporteerd en een groot aantal producten in de schappen van de supermarkt komt ook weer uit het buitenland. Dat geldt helemaal voor samengestelde producten zoals veel van mijn leden produceren. Van een tomaat, paprika of kipfilet kun je vrij eenvoudig vaststellen of ze in Nederland zijn geproduceerd. Voor vele andere producten met samengestelde ingrediënten is dat niet altijd eenvoudig of eenvoudigweg niet mogelijk omdat niet alle ingrediënten in Nederland geproduceerd kunnen worden. Dat betekent niet dat zulke producten minder duurzaam zijn. Een puur Nederlandse aanpak is daarmee naar mijn mening suboptimaal en leidt, als we niet uitkijken, tot voedselnationalisme in Europa. Ik vraag mij af of de voedingsmiddelenketen - inclusief de landbouw - er bij gebaat is als onze exportmarkten Nederlandse producten op dezelfde manier gaan benadelen ten opzicht van in hun eigen land geproduceerde producten. Alle reden dus om hierover met elkaar het gesprek aan te gaan op basis van de opening die het regeerakkoord biedt."

Samen leren waarde creëren voor de consument en als samenwerkende partners in de keten aan elkaar is de grote uitdaging
Supermarkten
Directeur Marc Jansen van het Centraalbureau voor de Levensmiddelhandel (CBL, de koepel van supermarktorganisaties) houdt zich aan de lijn van het persbericht van zijn organisatie: "Samenwerking in de ketens is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden en dat zal alleen maar toenemen. Langlopende contracten in ‘gesloten ketens’ leiden tot meer zekerheid en stabiliteit bij zowel leverancier als afnemer, waarbij onderling vertrouwen cruciaal is." In aanvulling op het persbericht zegt hij dat het niet om kale prijsafspraken draait, maar om het gezamenlijk creëren van onderscheid om samen het beste product te realiseren "waar consumenten graag voor willen betalen". Jansen benadrukt "samen leren waarde creëren voor de consument en als samenwerkende partners in de keten aan elkaar is de grote uitdaging".

Mag er nog ruimte zijn voor ondernemerschap dat gebaseerd is op slimmer zijn dan een ander?
Boeren
Sjaak van der Tak van boerenorganisatie LTO Nederland zegt in Nieuwe Oogst dat hij blij is dat hij gehoord wordt met het initiatief 'Waardecreatie in Ketens' dat hij samen met de jonge boeren van het Nederland Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en Rabobank is gestart. Hij is wel verrast over de woorden "bindende afspraken" met de ACM. Ook ziet hij nog niet scherp wat Rutte IV verstaat onder transparante marktwerking op de onderdelen duurzaamheid, dierenwelzijn, inkoopgedrag en eerlijke prijzen voor boeren. "Mag er", zegt Van der Tak, "dan geen ruimte meer zijn voor ondernemerschap, dat gebaseerd is op slimmer zijn dan een ander?" De keuze voor het stimuleren van meer gezond en duurzaam Nederlands voedsel met een herkomstetiket noemt Van der Tak "interessant".

Bank
In antwoord op de vraag 'wat vinden jullie er goed aan?' antwoordt directeur Carin van Huët van Rabobank dat ze een "feest der herkenning" ervaart. Net als Van der Tak verwijst ze naar het project Waardecreatie in Ketens waar haar bank "zich het afgelopen jaar sterk voor heeft gemaakt". Van Huët: "De positie van de primaire sector wordt versterkt en samen met de gehele keten wordt gewerkt aan een eerlijke prijs voor ons kwalitatief hoogwaardig en veilige product.”
Banken doen geen vrijblijvende bijdrages
Op de vraag 'waar hebben jullie vraagtekens?' zegt ze over de zinsnede "we verwachten een niet-vrijblijvende bijdrage van banken, toeleveranciers, de verwerkende industrie en retail” dat die suggereert dat banken bijdrages doen die vrijblijvend zijn, maar dat "juist in de proposities en producten dan wel fondsen die Rabobank aanbiedt geen sprake is van vrijblijvendheid. Wij stellen voorwaarden aan onze klanten om in aanmerking te komen voor onder andere rentekorting”.
Om de door de overheid uitgesproken intenties in de praktijk te brengen zegt Van Huët: “Doe dit samen met de sector en vooral 'bottom up', dat kan met Waardecreatie in Ketens. Een mooi marktinitiatief om samen verder invulling te geven.”


Dit artikel afdrukken