Nederland gooit internationaal hoge ogen met zijn kennis om het water buiten de deur te houden. Volgens aardwetenschapper Steven Weisscher, promovendus aan de Universiteit Utrecht, wedden we op het verkeerde paard. Om de door klimaatverandering optredende zeespiegelstijging het hoofd te kunnen bieden, kunnen we het wassende water beter omarmen dan ons ertegen te wapenen. Met landspiegelstijging als klinkend resultaat.
Dijkenbouwers houden over het algemeen rekening met een tijdshorizon van enkele decennia tot een eeuw. Valt de zeespiegelstijging mee, dan houden de dijken Nederland de komende eeuw nog wel droog.
Maar als de zeespiegelstijging - een gevolg van global warming en smeltend poolijs - flink doorzet, dan zijn alleen dijken niet voldoende. Een idee is om stukken land open te stellen voor het water en de natuur, zodat zand, slib en veen aan 'landspiegelstijging' kunnen bijdragen. Hoe sneller we daarmee beginnen, hoe meer profijt we daarvan hebben in de toekomst. Hét voorbeeld dat dat kan lukken, vindt Weisscher de Biesbosch.
Biesbosch 2 meter gestegen
De Biesbosch ontstond 600 jaar geleden na de Sint-Elisabethsvloed. Toentertijd was de verantwoordelijkheid voor het onderhouden van dijken nog heel versnipperd omdat die bij individuele boeren lag. Het waren tijden van financiële onrust, met als gevolg dat dijken minder goed onderhouden werden. Na de eerste doorbraak van het zeewater in de Grote Waard bij Dordrecht was er geen houden meer aan. Boeren en bewoners trokken zich terug en de natuur kreeg vrij spel. Het gebied verwaterde en rivieren gingen er slib afzetten. De mens ging er vissen, legde grienden aan en langzaam maar zeker kwam er een verlandingsproces op gang. Met als resultaat dat de Biesbosch twee meter hoger is komen te liggen dan omliggende polders die niet getroffen waren, simpelweg door aanspoelend zand en slib, planten- en bomengroei. In het landschap is dit alleen moeilijk te zien.
"We wanen ons heel veilig in Nederland", zegt Weisscher, "maar hoe later we met landspiegelstijging beginnen, hoe groter de kans dat steden onder water lopen."
Volgens Weisscher kan door bredere barrières te maken tussen het water (zee en rivieren) en het land en door dijken (tijdelijk) door te steken het proces van landspiegelstijging gereguleerd in gang gezet worden. In het laboratorium bouwde hij een 'zandbak' waarin hij het proces van slibafzetting en plantengroei kan nabootsen. Met een computermodel van de Westerschelde berekent hij hoe het zou kunnen gaan en in de Zeeuwse Hedwigepolder - die na jaren strijd weer onder water gezet is - testen collega-onderzoekers uit hoe het in de werkelijkheid gaat.
Vergeet niet dat Nederland vroeger veel groter was, zegt Weisscher. Het IJsselmeer? Waddenzee? Veengebied. Zeeland was een grotendeels volgegroeid landschap en door turfwinning is daar indirect veel land verloren gegaan (als gevolg van meerdere 'zee-inbraken') dat we maar gedeeltelijk met polders hebben teruggewonnen. Verminder het wegpompen van grondwater uit het Groene Hart, zodat er zich ondergronds grotere zoetwaterlenzen kunnen vormen. Steek bijvoorbeeld in Zeeland gecontroleerd de dijken door, zodat door zandaanvoer en getijdenwerking het achterliggende land mee kan stijgen met de zeespiegel. Dat gaat bij eventuele toekomstige doorbraken echt de schade beperken. Want hoewel dijken en andere technieken ons droog kunnen houden, wordt de kans op een overstroming nooit nul. We kunnen ook nog plezier hebben van deze nieuwe watergebieden, doordat dit landschap mogelijk te combineren is met natte landbouw en recreatie.
Het grootste obstakel is volgens Weisscher niet de techniek of de natuur, maar de vraag hoe voor het idee van landspiegelstijging maatschappelijk draagvlak te krijgen. Durven we de draai van 'land kwijtraken' naar 'investeren in land voor de toekomst' te maken?
Dit artikel afdrukken
Maar als de zeespiegelstijging - een gevolg van global warming en smeltend poolijs - flink doorzet, dan zijn alleen dijken niet voldoende. Een idee is om stukken land open te stellen voor het water en de natuur, zodat zand, slib en veen aan 'landspiegelstijging' kunnen bijdragen. Hoe sneller we daarmee beginnen, hoe meer profijt we daarvan hebben in de toekomst. Hét voorbeeld dat dat kan lukken, vindt Weisscher de Biesbosch.
Biesbosch 2 meter gestegen
De Biesbosch ontstond 600 jaar geleden na de Sint-Elisabethsvloed. Toentertijd was de verantwoordelijkheid voor het onderhouden van dijken nog heel versnipperd omdat die bij individuele boeren lag. Het waren tijden van financiële onrust, met als gevolg dat dijken minder goed onderhouden werden. Na de eerste doorbraak van het zeewater in de Grote Waard bij Dordrecht was er geen houden meer aan. Boeren en bewoners trokken zich terug en de natuur kreeg vrij spel. Het gebied verwaterde en rivieren gingen er slib afzetten. De mens ging er vissen, legde grienden aan en langzaam maar zeker kwam er een verlandingsproces op gang. Met als resultaat dat de Biesbosch twee meter hoger is komen te liggen dan omliggende polders die niet getroffen waren, simpelweg door aanspoelend zand en slib, planten- en bomengroei. In het landschap is dit alleen moeilijk te zien.
"We wanen ons heel veilig in Nederland", zegt Weisscher, "maar hoe later we met landspiegelstijging beginnen, hoe groter de kans dat steden onder water lopen."
Steek bijvoorbeeld in Zeeland gecontroleerd de dijken door, zodat door zandaanvoer en getijdenwerking het achterliggende land mee kan stijgen met de zeespiegelGereguleerde landspiegelstijging
Volgens Weisscher kan door bredere barrières te maken tussen het water (zee en rivieren) en het land en door dijken (tijdelijk) door te steken het proces van landspiegelstijging gereguleerd in gang gezet worden. In het laboratorium bouwde hij een 'zandbak' waarin hij het proces van slibafzetting en plantengroei kan nabootsen. Met een computermodel van de Westerschelde berekent hij hoe het zou kunnen gaan en in de Zeeuwse Hedwigepolder - die na jaren strijd weer onder water gezet is - testen collega-onderzoekers uit hoe het in de werkelijkheid gaat.
Vergeet niet dat Nederland vroeger veel groter was, zegt Weisscher. Het IJsselmeer? Waddenzee? Veengebied. Zeeland was een grotendeels volgegroeid landschap en door turfwinning is daar indirect veel land verloren gegaan (als gevolg van meerdere 'zee-inbraken') dat we maar gedeeltelijk met polders hebben teruggewonnen. Verminder het wegpompen van grondwater uit het Groene Hart, zodat er zich ondergronds grotere zoetwaterlenzen kunnen vormen. Steek bijvoorbeeld in Zeeland gecontroleerd de dijken door, zodat door zandaanvoer en getijdenwerking het achterliggende land mee kan stijgen met de zeespiegel. Dat gaat bij eventuele toekomstige doorbraken echt de schade beperken. Want hoewel dijken en andere technieken ons droog kunnen houden, wordt de kans op een overstroming nooit nul. We kunnen ook nog plezier hebben van deze nieuwe watergebieden, doordat dit landschap mogelijk te combineren is met natte landbouw en recreatie.
Het grootste obstakel is volgens Weisscher niet de techniek of de natuur, maar de vraag hoe voor het idee van landspiegelstijging maatschappelijk draagvlak te krijgen. Durven we de draai van 'land kwijtraken' naar 'investeren in land voor de toekomst' te maken?
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Jos Hugense, hoe denk jij - Zeeuw en woonachtig in Zeeland - over deze mogelijke aanpak om met de zeespiegelstijging om te gaan?
Zelfde vraag aan Jopie Duijnhouwer, van oorsprong Zeeuw, maar nu Oost-Nederlander.
En voor de andere lezers: zowel Jos als Jopie hebben een goed ontwikkeld gevoel voor natuurlijke verhoudingen.
Jaap Graveland, mag ik het ook jou als ecoloog en RWS'er vragen?
Het is een low-tech aanpak. Ik heb de indruk dat die bij RWS meer en meer aansluit omdat verzet tegen de natuur exorbitant veel gaat kosten. Maar hoever je kunt en moet gaan, zijn natuurlijk twee prangende vragen.
Misschien dat aan Zeeland gedacht wordt, omdat het er relatief leeg is, maar mij lijkt het erg problematisch worden, om delen van het land te laten stijgen, door dijken lek te prikken, in N-H, Z-H en verder. Ja, ik denk ook in Zeeland problematisch. Er komt dan ook zout water binnen. En hoe moet je dan met bijvoorbeeld Gouda omgaan, als je het land wil laten stijgen? Alle bebouwing gaan opkrikken?
Leuk: zandbak (beetje klooien)....Biesbosch (2 meter, dat gaat toch wel?) ....computermodel (de magie van de informatica)...Zeeland (lekker leeg, weinig protest).....> beetje omdenken, helft van Nederland?
Voor de natuur kan het een vooruitgang zijn: overal watergebieden, verlandingen, brak water; ik stel me al helemaal de talrijke zwermen van vogels voor.
Hier nog wat nieuws over Thwaites
Vergeet hierbij de maatschappelijke en bestuurlijke ervaring reeds opgedaan met het onder water zetten van de Hedwigepolder niet.
In mijn regio Noord Friesland hebben we ook last van landspiegeldaling via het gemaal van het Waterschap. Met het gemaal worden samen met het water ook gronddeeltjes die in het water zitten naar de Waddenzee gepompt. Ik heb zelf een jaar of tien geleden proefondervindelijk kunnen berekenen dat de landspiegeldaling in mijn gebied ongeveer 1 mm per jaar is. ( Gronddeeltjes in een monster van 1 liter weggepompt water laten bezinken met resultaat 1/2 cm3 grond per liter.) En voor een verdere voorstelling: Wanneer het gemaal op volle capaciteit draait (750m3 per minuut) is dat ruim 500 m3 grond die per dag/24 uur met het weggepompte water meegaat naar de Waddenzee.
Vanwege het huidige slootreinigingsprotocol en te hoge pompcapaciteit per locatie bij het Waterschap worden er teveel gronddeeltjes met het water weggepompt.
We moeten eerst maar eens ons best doen om landspiegeldaling te beperken. Beter slootreinigingsprotocol en meerdere locaties met lagere pompcapaciteit geeft dat er veel minder/geen gronddeeltjes met de gemalen worden weggepompt. Het heeft weinig zin om aan landspiegelstijging te doen wanneer die landspiegelstijging weer te niet wordt gedaan door de huidige landspiegeldaling via het Waterschap.
Beetje lullig is het wel voor degene die in een gebied wonen en bezittingen hebben waar zij "land dreigen kwijt te raken (lees komt onder water te staan)".