Als de omikronvariant van het coronavirus 'milder' is, waarom laten we dat niet rondgaan, om daarmee de deltavariant de pas af te snijden? Op twitter laat epidemioloog Marino van Zelst zien hoe funest die suggestie uitpakt:



Maarten Keulemans rekent het in de Volkskrant (3.1) na: "Een coronavariant met een R-getal van 1,2 (u weet wel, dat is de besmettelijkheid: één persoon besmet gemiddeld 1,2 anderen) en een dodelijkheid van een half procent, zal, als er vandaag tienduizend mensen mee besmet raken, over een maand 39 duizend mensen hebben besmet. Van hen zullen er 196 overlijden. Voor de liefhebber: 10.000 x 1,2 tot de macht 7,5 (omdat er in een maand 7,5 besmettingsrondjes passen), x 0,5 procent."

Tegenover dat sommetje zet Keulemans een virusvariant die half zo dodelijk is (sterftepercentage 0,25%) maar 20% besmettelijker (R-getal 1,44). "In een maand tijd steekt zo’n virus 10.000 x 1,44 tot de macht 7,5, ofwel 154 duizend mensen aan. Daarvan overlijden er 385: veel méér dan bij de langzamere variant."

Daar komt bij dat de demografische opbouw van de Zuid-Afrikaanse bevolking (94% van de Zuid-Afrikanen is jonger dan 65 jaar) niet te vergelijken is met die in Europa. Niet zo heel verwonderlijk dus dat je er veel milde gevallen ziet. "Waar we ons zorgen over moeten maken, is als oudere, ongevaccineerden mensen geïnfecteerd raken met de nieuwe variant," aldus Angelique Coetzee, voorzitter van de Zuid-Afrikaanse artsenvereniging. Daar is Van Zelst het hardgrondig mee eens: "De conclusie is voor de honderdste keer: exponentiële groei is het probleem."
Dit artikel afdrukken