Komende week komt Michael Pollan naar Nederland. Zijn sterstatus als goeroe van een simpele regel voor gezond eten - 'eat food, mostly plants, not too much' - en als voorvechter van permaculture is inmiddels onbetwist. Onlangs werd hij nog bekender dan hij al was naar aanleiding van zijn open brief aan Barack Obama.

Gisteren plaatste Louise Fresco op vriendelijke toon venijnige aantekeningen bij Pollan. Ik deel haar angst: Pollan's komst kan het romantische geklets over eten op TV, in de krant op Internetpagina's en de radio nog verder aanwakkeren. Boeren moeten weer met scheve petjes en een rode zakdoek om gezellige worstjes maken in schattige schuurtjes. Dat de boer dat alleen voor eigen gebruik deed en de slager voor de rest, doet er kennelijk niet toe. Ook onze minister is daar bang voor. Ze geeft immers regelmatig aan dat het boeren van Ot en Sien voorbij is. Terecht!

Pollan vertegenwoordigt wat Fresco betreft een visie op eten die typerend is voor de hoog-opgeleide hogere middenklasse. Drie miljard stedelingen kun je niet voeden met het landbouwsysteem dat Pollan voorstaat. We zullen nadrukkelijk veel meer technologie moeten toelaten om de wereld van goed voedsel voor een nette prijs te voorzien.

Lees hier Fresco's NRC-column van gisteravond. Fresco's forse prikken zijn wat mij betreft heel terecht. Er wordt veel en veel te romantisch over eten gecommuniceerd. De gehypte Pollan kan daar iets aan doen door zich uit te spreken over zijn standpunt ten aanzien van mondiaal voedingsbeleid. Hij is zwaar geaccepteerd door de linksige en groene intellectueel die te weinig van landbouw en voedselproductie weet. Durft hij te zeggen hoe hij realistisch met de voedingspolitieke werkelijkheid van landbouw en de groeiende strijd om toegang tot voeding om zou gaan?

Ik proef meer ruimte voor technologie onder zijn verhaal dan erin staat en hoop hem binnenkort die vraag te kunnen stellen. Lukt dat, dan volgt het antwoord hier.
Dit artikel afdrukken