Nederland kent de meeste (zelfverklaarde) flexitariërs en minste vleeseters van Europa. Dat blijkt uit een onderzoek onder 7.500 consumenten uit tien Europese landen die onlangs werden ondervraagd. Het gaat hier om een Europees onderzoek door ProVeg International in samenwerking met Innova Market Insights, de Universiteit van Kopenhagen en de Universiteit Gent als onderdeel van het Europese Smart Protein-project.
Het percentage flexitariërs in Nederland komt uit op 42%, in Europa ligt dat gemiddeld op 30%. Als 'vleeseter' omschrijft zich 48% van de Nederlandse respondenten. Het Europese gemiddelde is 61% en Polen telt met 68% de meeste vleeseters. Met vega's staat Nederland op de derde plaats met 5% vegetarisch en 2% veganistisch eters. Duitsland en Groot-Brittannië zijn de vega-koplopers met 9%.
De hoofdconclusies van het rapport:
Als belemmering om meer plantaardig te eten noemen de respondenten dat plantaardige producten te duur zijn, vergeleken met vlees en zuivel. Daarnaast geven ze aan dat er - vooral buiten de deur - te weinig keuze is in vlees- en zuivelvervangers. Veerle Vrindts, directeur van Proverg Nederland, geeft in een persbericht over de resultaten van dit onderzoek aan: “De relatief hoge prijzen van vlees- en zuivelvervangers zijn deels het gevolg van de ontwikkelfase waarin de markt zich bevindt. Producenten investeren veel geld in uitbreiding en ontwikkeling van innovatieve nieuwe producten. Ze hebben nu nog niet de schaalvoordelen die de vleesindustrie heeft."
Vrindts verwijst naar de supermarkten, die volgens haar de prijzen hoog houden "door flinke marges te vragen op plantaardige producten, terwijl de dierlijke producten juist tegen stuntprijzen worden verkocht. Zo laat je makers en kopers van plantaardige producten eigenlijk de vleesproducten subsidiëren en dat is niet eerlijk." Vrindts wil duurder vlees en goedkopere nep.
Volgens Kieskompas eten Nederlanders nog altijd graag vlees, en spijbelen ze - volgens eigen zegen - maar zo'n beetje de helft van de week. Volgens harde consumptiedata houden Nederlanders ondanks de stijgende verkopen van vleesvervangers, vast aan hun stukje vlees. Alleen gesloten restaurants houden ons van het vlees.
Het percentage flexitariërs in Nederland komt uit op 42%, in Europa ligt dat gemiddeld op 30%. Als 'vleeseter' omschrijft zich 48% van de Nederlandse respondenten. Het Europese gemiddelde is 61% en Polen telt met 68% de meeste vleeseters. Met vega's staat Nederland op de derde plaats met 5% vegetarisch en 2% veganistisch eters. Duitsland en Groot-Brittannië zijn de vega-koplopers met 9%.
De hoofdconclusies van het rapport:
- Bijna de helft van de Europese consumenten (46%) verklaarde dat ze hun vleesconsumptie in het afgelopen jaar hebben verminderd.
- Iets minder dan 40% van de Europese consumenten is van plan minder vlees te consumeren in de komende zes maanden.
- Ongeveer 30% van de consumenten geeft aan van plan te zijn hun zuivelconsumptie te verminderen.
- Bijna 30% van de Europeanen zegt van te plan zijn aanzienlijk meer plantaardige zuivel- en vleesproducten te consumeren.
Als belemmering om meer plantaardig te eten noemen de respondenten dat plantaardige producten te duur zijn, vergeleken met vlees en zuivel. Daarnaast geven ze aan dat er - vooral buiten de deur - te weinig keuze is in vlees- en zuivelvervangers. Veerle Vrindts, directeur van Proverg Nederland, geeft in een persbericht over de resultaten van dit onderzoek aan: “De relatief hoge prijzen van vlees- en zuivelvervangers zijn deels het gevolg van de ontwikkelfase waarin de markt zich bevindt. Producenten investeren veel geld in uitbreiding en ontwikkeling van innovatieve nieuwe producten. Ze hebben nu nog niet de schaalvoordelen die de vleesindustrie heeft."
Vrindts verwijst naar de supermarkten, die volgens haar de prijzen hoog houden "door flinke marges te vragen op plantaardige producten, terwijl de dierlijke producten juist tegen stuntprijzen worden verkocht. Zo laat je makers en kopers van plantaardige producten eigenlijk de vleesproducten subsidiëren en dat is niet eerlijk." Vrindts wil duurder vlees en goedkopere nep.
Volgens Kieskompas eten Nederlanders nog altijd graag vlees, en spijbelen ze - volgens eigen zegen - maar zo'n beetje de helft van de week. Volgens harde consumptiedata houden Nederlanders ondanks de stijgende verkopen van vleesvervangers, vast aan hun stukje vlees. Alleen gesloten restaurants houden ons van het vlees.
Flexitariër is een rekbaar begrip: In de tabel op pagina 25 van het rapport zie ik dat 35% van de 'zelfbenoemde' flexitariërs 1-3 keer per week kip eet en 30% eet 1-3 keer per week vis. 15% eet 1-3 keer per week rundvlees en 18% eet 1-3 keer per week varkensvlees.
In chart 1 op pagina 10 is flexitariër als volgt omschreven: Ik eet soms vlees, maar ik probeer mijn vleesconsumptie te reduceren en ik kies ter vervanging vaak voor plantaardige voedingsmiddelen.
'Soms' en 'vaak' worden niet gekwantificeerd door de onderzoekers.
En dan nog iets: 1-2% van de 'flexitariërs' eet elke dag vlees. Op basis waarvan noem je je dan nog flexitariër?
De ontzieling van ons voedsel (en menselijkheid) is in volle gang! De mensen die dat als een goede ontwikkeling zien zijn niet goed wijs. Het toppunt is dat juist de mensen die verklaard tegenstanders zijn van deze ontzieling (bio-industrie) groot voorstanders zijn van de zogenaamde oplossing dat zo niet nog minder ziel heeft (nep-vlees). Het is gewoon meer van hetzelfde.
Het laat eens te meer zien dat de uitdagingen van onze moderne wereld niet van technologische maar van filosofische aard zijn.
Maarten, wat is jouw definitie van ziel?
#2 Carolien,
Mijn zus en haar kinderen stellen dat ze vegetarisch eten, maar ze eten producten met dierlijk stremsel, (varkens of runder) gelatine en karmijn(zuur). Je kunt dus hooguit stellen dat het bij die %'s gaat om 'zelfbenoemde'.