Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), het pensioenfonds voor 3 miljoen ambtenaren en leraren en een van de grootste beleggers van ons land, stopt met beleggen in makers van fossiele brandstoffen, zoals olie- en gasbedrijven en kolencentrales. Aanleiding is het jongste rapport van het VN-klimaatpanel IPCC. Volgens het ABP moet de overstap naar niet-fossiele energie sneller gaan.

ABP doet zijn fossiele portefeuille van 15 miljard euro in stapjes de deur uit om er niettemin zoveel mogelijk aan te kunnen verdienen. Het fonds denkt in april 2023 los te zijn.

Op het NOS Radio 1 Journaal zei bestuursvoorzitter Corien Wortmann van het ABP: "We hebben in de afgelopen periode veel gesproken met groepen deelnemers, werkgevers, wetenschappers. We ervaren veel draagvlak om deze stap nu te zetten."

Het ABP neemt het besluit op een moment dat dat prijzen van op olie en gas gebaseerde energie hoog zijn. Dat is een gevolg van tekorten in productie en opslag, maar ook van verduurzaming (stoppen met winning, onder meer in Nederland maar ook in de VS). Hernieuwbare energie om de tekorten op te vangen schiet te kort.

Of de wereld zoals we die ons in welvaart denken ooit op hernieuwbare energie kan draaien is een discussie die nog weinig gevoerd wordt. Toch is er twijfel. Om die reden komt het gesprek over nucleaire vormen van energie weer op gang. Die energiebron is in de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw door milieubewuste campagnes geblokkeerd in de publieke en politieke opinie, zodat het potentieel niet ontwikkeld is.

De Telegraaf noteert kritiek uit de monden van beleggingsexperts. Het ABP zou door zich te terug te trekken de koers van fossiele energiebedrijven geheel aan de politiek overlaten. Al eerder trokken kleinere Nederlandse pensioenfondsen zich terug (zoals de FME, voor de metaalnijverheid).

Een van de critici is Jac Kragt, oud-ABP-bestuurder en universitair hoofddocent duurzaam investeren aan de Tilburg University verwacht "een volgende stap". Kragt vermoedt dat pensioenfondsen op dezelfde manier zullen gaan kijken naar industrieën die veel fossiele energie verbruiken. "Je moet gaan bedenken", zegt Kragt, "boven welk percentage fossiele energie je een industrie nog wel of niet wilt als belegging. Dan ligt het voor de hand dat je bijvoorbeeld naar de autosector kijkt of naar nutsbedrijven die relatief veel steenkool gebruiken.”

Als de desinvesteringen in fossiele energie door grote beleggers een trend worden en sneller gaan dan bronnen voor hernieuwbare energie zich opbouwen, zullen cynische beleggers rijk worden. De samenleving zal dan structureel gaan ervaren dat de energie-transitie geen kwestie van 'iets besluiten' is, maar zorgvuldige planning vergt en fysiek ook daadwerkelijk mogelijk moet zijn. De huidige gasprijsinflatie laat de prijs- en schaarste-effecten zien die kunnen ontstaan.
Dit artikel afdrukken