Naast de genetische selectie op gewenste eigenschappen van dieren zijn er in de tweede helft van de vorige eeuw ook ontwikkelingen in de voeding, stallenbouw en gezondheidszorg. Dit zorgde ook in de pluimveesector voor nieuwe mogelijkheden.

Legkippen en vleeskippen
Er ontstaan twee ontwikkelingsrichtingen: enerzijds het fokken van vleeskippen en anderzijds het fokken van leghennen voor eieren. Vleeskippen worden geselecteerd op weinig uitstoot, minder energieverbruik en zo snel mogelijk veel mals vlees op de botten. Hetzelfde mechanisme gold voor de legkip: die wordt zo geselecteerd, dat ze zoveel mogelijk eieren kan leggen tegen zo weinig mogelijk voer.

Leghennen en leghaantjes
Alleen, de moeders van leghennen leggen ook eieren waar behalve hennetjes ook haantjes uit kruipen. En wel ongeveer net zoveel. De intensivering in de legsector had dus ook een intensivering van het aantal leghaantjes tot gevolg. Leghaantjes zijn economisch niet aantrekkelijk omdat ze niet veredeld zijn om snel vlees aan te zetten (vooral op de borst), maar op een optimale productie van eieren. Veel en snel vlees is de vijand van veel eieren. Daar komt bij dat ze ook nog eens veel minder snel groeien dan de vleeskip. Al met al zijn ze als vleesdieren daarom veel minder milieuvriendelijk.

Mondiaal spreken we over ongeveer 6,5 miljard haantjes per jaar
Vergassen of verhakselen
In de praktijk doden we die haantjes al tientallen jaren. Na het seksen, een op zichzelf al traumatische handeling waaruit moet blijken of het kuikentje een hennetje of haantje is, vergassen we in Nederland en in veel andere EU-landen de haantjes met CO2. Een haantje kruipt uit het ei, wordt gesekst, valt in een donkere ruimte zonder zuurstof, raakt bewusteloos en na enkele minuten is het dood. Elders gaan ze levend, met restanten van schaal en al de verhakselaar in, waarna de dood vrijwel onmiddellijk intreedt. Mondiaal spreken we over ongeveer 6,5 miljard haantjes per jaar.

Haantjes als nuttig diervoer
De 45 miljoen leghenhaantjes per jaar die in Nederland met koolzuurgas gedood worden, ongeveer 8000 ton per jaar in de EU, dienen vervolgens voor een deel als voer voor andere dieren in dierentuinen en dierenwinkels. Een Nederlands bedrijf dat hier groot in is geworden, is het bedrijf van de voormalige pluimveesekser Hanno Kiezebrink. Deze ondernemer zocht aanvankelijk een nuttig doel voor deze overbodige haantjes. Tegenwoordig verhandelt hij ook allerlei andere dode dieren, zoals cavia’s, ganzen, vissen, konijnenkoppen en muizen, die als proefdier hebben gediend. De dode haantjes, ook afkomstig uit andere EU-landen, vormen nog maar 10% van zijn omzet.

Groeiend maatschappelijk verzet
Het feit dat de haantjes een nuttig doel hebben gekregen, heeft echter niet kunnen voorkomen dat de maatschappelijke onvrede over het doden van haantjes al enkele decennia enkel stijgt. Volgens een artikel over haantjesdoden in De Groene stuurden in 1993 boze dierenartsen al een brief naar de regering met de oproep deze praktijk te stoppen. In 2005 noemde de minister van Landbouw Cees Veerman de methode van haantjesdoden weliswaar diervriendelijk, maar gaf hij ook aan dat aan betere alternatieven werd gewerkt. In 2007 werden deze alternatieven inclusief genetische modificatie beschreven door de Animal Sciences Group van de Wageningen Universiteit.

Publieksonderzoek naar draagvlak
Om besluiten te kunnen nemen over al dan niet financieren van verder onderzoek naar een of meer alternatieven, gaf het Ministerie van LNV in 2008 opdracht het ‘maatschappelijk draagvlak’ voor deze alternatieven te onderzoeken. De Animal Sciences Group in samenwerking met het Rathenau Instituut en met het LEI van Wageningen UR voerden dit onderzoek uit.
Als eerste keuze gaven de respondenten aan:
  • Kijken in het verse ei en mannelijke eieren niet uitbroeden: 25%

  • Combinatiekip (de ‘dubbeldoelkip’ - zoals de oude Barnevelder - die zowel geschikt is om te eten als om eieren te leggen): 24%

  • De kip beïnvloeden met omgevingsfactoren, waardoor minder mannelijke eieren worden gelegd: 14%

  • Doden accepteren: 14%

  • Kip met genetische modificatie zo beïnvloeden dat eieren op geslacht te herkennen zijn: 10%
De onderzoekers schrijven (in 2008):
“Het onderwerp als geheel en de alternatieven voor het doden van haantjes zijn complex en er is weinig informatie over de haalbaarheid, kosten en effecten voor het dier van de verschillende alternatieven beschikbaar. Dat betekent dat ons onderzoek een eerste bijdrage is tot meningsvorming en dat de resultaten ervan een voorlopig karakter hebben. Als in de loop van de tijd meer informatie over haalbaarheid en effecten van alternatieven beschikbaar komt, kan de definitieve oordeelsvorming een nu nog niet te voorspellen wending nemen. Wel wordt uit het onderzoek duidelijk, dat veel mensen onbekend zijn met het feit dat haantjes gedood worden, maar dat, als ze het weten, ze het geen plezierige
Staatssecretaris Sharon Dijksma wilde een proef met genetische modificatie van leghennen toestaan. De Kamer wilde het niet
gedachte vinden. Het is daarom zinvol verder onderzoek te doen naar de haalbaarheid van technologische alternatieven en dat te laten vergezellen van een verdere evaluatie en monitoring van de maatschappelijke acceptatie van dergelijke alternatieven.” (cursief - red.)

Een kwallen-gen in de leghen
Zoals gezegd komt ook genetische modificatie van leghennen in beeld. Een mogelijke oplossing zou zijn dat het gen dat bij kwallen zorgt voor fluorescentie, gekoppeld werd aan het geslachtschromosoom bij haantjes. Zo zou meteen na het leggen van het ei duidelijk zijn welke de haantjeseieren waren. In 2013 wil staatssecretaris Sharon Dijksma een proef met deze genetische modificatie van leghennen toestaan als mogelijk toekomstig alternatief, maar de Kamer wijst dit af, ondanks het feit dat de commissie Biotechnologie bij Dieren onder bepaalde voorwaarden groen licht geeft.

mannelijk ei gestempeld'Mannelijk ei met stempel', HatchTech


Stakeholderanalyse
In 2013-2014 maakte het Rathenau Instituut een stakeholderanalyse, op initiatief van staatssecretaris Dijksma. Onderzocht werd ‘wat partijen in het veld vinden van de diverse alternatieven voor het doden van de eendagshaantjes, welke alternatieven in hun ogen het meest veelbelovend zijn en aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om de alternatieven in praktijk te kunnen brengen. Daarbij moest zowel naar bedrijfseconomische overwegingen als mogelijke maatschappelijke bezwaren worden gekeken.’
Het stakeholderonderzoek richtte zich vooral op de volgende alternatieven:
  • Geslachtsbepaling in het ei;

  • Genetische modificatie van legkippen met een fluorescerend gen;

  • Het opfokken van de haantjes (de broertjes van de leghennen).

Tevens werd de (on)wenselijkheid van de huidige methode, vergassing van de eendagskuikens, meegenomen in het onderzoek. Uitkomsten waren, globaal:
  • Voor de sector zelf was de huidige methode van vergassen de eerste methode van voorkeur, in het ei kijken op dag 4 de tweede en in het ei kijken op dag 9 de derde.

  • Voor maatschappelijke organisaties (dierenbescherming, biologisch pluimvee, etc.) was in het ei kijken op dag 4 op een, in het ei kijken op dag 9 op twee en in het ei kijken op dag 11 de derde.

drupje uit het ei halen'Een drupje uit het ei halen', HatchTech


Alternatieven in 2021
We schrijven oktober 2021. Op dit moment is het doden van haantjes ook weer volop in de belangstelling. In Duitsland is haantjesdoden verboden per 1 januari 2022. In Frankrijk zijn
In Duitsland is haantjesdoden verboden per 1 januari 2022
broederijen in 2022 verplicht te investeren in technologie voor geslachtsbepaling in het broedei. Beide landen pleiten voor een verbod in de hele Europese Unie. De Tweede Kamer stemde voor een verbod op het doden van eendagshaantjes net voor het zomerreces dit jaar en droeg de minister op een onderzoek in te stellen naar de haalbaarheid ervan.

De in 2007 en 2014 beschreven alternatieven – buiten de genetische aanpassing van de hennetjes - zijn verder ontwikkeld en voor het grootste deel al in de praktijk gebracht.

Geslachtsbepaling in het ei
In Nederland zijn twee bedrijven hiertoe in staat: HatchTech uit Veenendaal en In Ovo, een spin off van de Universiteit van Leiden.

HatchTech
HatchTech heeft twee dochterondernemingen die geslachtsbepaling in het ei verzorgen: Respeggt en PLANTegg. Beide bedrijven maken gebruik van vloeistof die ze uit het ei opzuigen. De analyse verschilt.

Techniek
Op dag 9 na de bevruchting brandt een laserstraal van 0,3 mm een klein gaatje in het ei, een zuigertje neemt een piepklein druppeltje vloeistof uit het ei dat vervolgens geanalyseerd wordt. Dit gebeurt ofwel met een PCR-test, om via het DNA het geslacht te bepalen, ofwel via een hormonale test. Het mannelijke ei wordt meteen tot diervoer verwerkt, haantjes die per ongeluk uitgebroed zijn worden opgefokt, geslacht en als vlees verder verwerkt.

In bedrijf?
Ja. Broederij Ter Heerdt in Babberich past de DNA-analyse toe onder de naam PLANTegg sinds 2020. In Duitsland laat Aldi zien dat het bedrijf samenwerkt met PLANTegg, onder andere door ‘Ohne Kükentöten’ op de eierverpakking te zetten.
Respeggt sekst al enkele jaren eieren in een broederij in Barneveld. De vrouwelijke eieren komen in broederijen in Nederland, België en Duitsland terecht. In die broederijen worden henkuikens zonder kuikendoden geboren. In 2021 is respeggt apparatuur in gebruik genomen in Frankrijk en in Nederland bij Broederij Verbeek.

Prestaties
Als er in de markt vraag is om een stal te vullen met kuikendodenvrije hennen, gaat een machine draaien. Die analyseert 3000 eieren per uur. De nauwkeurigheid ligt in doorsnee op 97%. Bij recente uitkomsten was de nauwkeurigheid zelfs 99,5%.
Het bedrijf verwacht de techniek verder te kunnen ontwikkelen zodat het geslacht van de eieren voor dag 7 al duidelijk is – zoals de Duitse politiek eist per 1 januari 2024. Dit heeft te maken met mogelijke welzijnsproblemen bij het toepassen van deze techniek na de 7e dag.

Ontwikkeld met
Universiteit Leipzig (Prof. Dr. Einspanier), supermarkt Rewe, broederij Ter Heerdt.

Samenwerking met maatschappelijke organisaties? Hoe?
Er is een continue uitwisseling met allerlei maatschappelijke organisaties in wetenschap, politiek en belangenbehartiging.

Financiering
Het initiële onderzoek door prof. Dr. Almuth Einspanier is door de Duitse overheid ondersteund. De ontwikkeling tot een marktrijpe oplossing is gefinancierd door HatchTech, Rewe en Planton.

Kostenverdeling
De broederij krijgt de machine aangeleverd en de geslachtsbepaling in het ei voeren respeggt en PLANTegg uit. De rekening krijgt het pakstation. Hierdoor loopt de pluimveehouder geen risico. Pakstation en retailer zorgen dat de consument eieren zonder kuikendoden betaalt: in de praktijk 1 à 2 cent per ei.

Samenwerking in de keten
Eierhandelaren, die hun rol als gesprekspartner van de retail willen behouden, nemen op dit moment allemaal stappen om eieren zonder kuikendoden aan te bieden. Respeggt en PLANTegg werken met alle Nederlandse en Duitse pakstations samen. Eieren van hennen mèt of zonder kuikendoden zijn niet fysiek van elkaar te onderscheiden. Juist daarom controleert respeggt de keten, zodat de belofte van het meerwaarde-ei ‘zonder kuikendoden’ echt is. Dit gebeurt door met behulp van auditors, op block chain gebaseerde databases en het respeggt-stempel op ieder ei.

Verkrijgbaar
Respeggt eieren bij Jumbo, en sinds deze maand ook bij Hoogvliet. In Duitsland verkopen Aldi, Penny, Rewe, Edeka, en Lidl inmiddels eieren zonder kuikendoden.
Daarnaast zijn er ook supermarkten die ervoor kiezen om niet te melden dat hun eieren zonder kuikendoden zijn.

Mayonaise zonder haantjes
Tijdens de Anuga-beurs die deze maand werd gehouden werd een tweede ronde wereldkundig gemaakt: na de consumptie-eieren levert Respeggt nu ook aan voedselproducenten die eieren als ingrediënt gebruiken. Dus binnenkort kunnen we mayonaise kopen waar ei in zit zonder haantjesdoden.

Martijn Haarman komt uitgebreid aan het woord in de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde over eieren zonder kuikendoden van september 2020.

In Ovo

Techniek
In Ovo identificeerde de biomarker sabineamine waarmee het geslacht van een ei vast te stellen is. Dit gebeurt met behulp van massaspectroscopie door de concentratie aan deze biomarker te meten, nadat een klein gaatje in het ei is gemaakt en een druppeltje vloeistof is opgezogen. Dit gebeurt op dag 9 na de bevruchting.
Het mannelijke ei wordt meteen tot diervoer verwerkt, haantjes die per ongeluk uitgebroed zijn worden opgefokt, geslacht en als vlees verder verwerkt.

In bedrijf?
Ja. Machine Ella staat bij broederij Het Anker in Ochten (Gelderland).

Prestaties
Ella kan van 5 miljoen eieren per jaar het geslacht bepalen, met een nauwkeurigheid van minimaal 95%. In Ovo werkt aan een hogere nauwkeurigheid.

Ontwikkeld met
Prof. Dr. Thomas Hankemeier, Leiden Academic Centre for Drug Research, Demcon, Sciex, Universiteit Leiden, Instituut Biologie Leiden.

Samenwerking met maatschappelijke organisaties? Hoe?
In contact met Dierenbescherming, vanaf het begin.

Financiering
Gefinancierd door Universiteit Leiden, Evonik Capital, VisVires New Protein Capital, EIC Accelerator, STW, Food Heroes.

Kostenverdeling
De broederij betaalt In Ovo per test en bepaalt de prijs voor haar kuikens, de keten en supermarkt maken iets meer marge en de consument betaalt uiteindelijk maximaal zo’n 2 eurocent per ei.

Samenwerking in de keten
Eierhandelaren G. Kwetters & Zn., Interovo Egg Group en Gebr. Van Beek zeggen toe deze eieren op te nemen in hun handel. Het Anker is het eerste bedrijf dat is gaan proefdraaien.

Verkrijgbaar bij
Duitse supermarkten.

Recentste wapenfeit: machine Ella. Ella kan per jaar van 5 miljoen eieren het geslacht vaststellen op de 9e dag, en werkt met bruine en witte eieren. In Nederland werkt broederij Het Anker al met Ella. Volgend jaar staat er ook een in Duitsland, bij het bedrijf Lohmann Deutschland.

Ella is in dit filmpje van In Ovo te zien:


In Ovo introduces Ella from In Ovo on Vimeo.


Combinatiekip
Van deze kip zouden de hennetjes eieren leggen en de haantjes vlees leveren. Hierdoor vervalt de noodzaak tot het doden van de haantjes. In het publieksonderzoek van 2008 was dit de tweede keuze. De Dierenbescherming maakt zich vooral sterk voor deze optie.

De kostprijs van haantjes van legkippen zou 80% hoger uitkomen dan die van reguliere vleeskuikens
In 2009 liet minister Gerda Verburg de WUR onderzoek doen naar de combinatiekip, vanuit een biologisch en marktperspectief. Conclusie was dat de mogelijkheden zeer beperkt zouden zijn. Een omschakeling van de hele Nederlandse eiersector naar de combinatiekip is volgens de onderzoekers milieutechnisch onverantwoord en economisch niet realistisch. De kostprijs van haantjes van legkippen zou 80% hoger uitkomen dan die van reguliere vleeskuikens. De eierprijs zou tussen de 5,6 en 11 cent stijgen. Ook voor de biologische sector is het nauwelijks haalbaar. Er zijn grote twijfels of er wel een markt voor is. Het creëren van een nichemarkt zou misschien wel haalbaar zijn.

In het verslag van het stakeholderonderzoek door o.a. Rathenau Instituut in 2013-2014 staat te lezen (pagina 18): “Leenstra (Wageningen UR) wijst in dit verband op een Duits experiment met Bruderhähnchen in de biologisch-dynamische pluimveehouderij. Het vlees van de ‘broederhaantjes’ wordt verwerkt in babyvoeding en de kosten voor het opfokken van de haantjes worden betaald uit de meerprijs van vier cent die voor de eieren wordt betaald. In 2013 werden op deze manier 18.000 haantjes vermarkt.”

Echter, een populaire onderzoeksmogelijkheid wordt het niet. Ook nu, in 2021, zijn er nog sterke twijfels over de haalbaarheid ervan. Zelfs als tussenoplossing, totdat de praktijk van geslachtsbepaling in het ei breed gedragen is.

Kipster
Sinds 2017 is een nieuwe optie in het spel: Kipster. Het bedrijf noemt zichzelf het meest dier- en milieuvriendelijke kippenbedrijf ter wereld. De haantjes worden opgefokt op dezelfde diervriendelijke manier als de leghennen. Vervolgens worden ze geslacht en het vlees exclusief door Lidl verkocht, evenals de eieren van de zusjes.

Het voer bestaat uit speciaal ontwikkeld voer van reststromen van de voedingsindustrie, zoals bakkerijen. Sinds 2020 eten de kippen ook broodresten van Lidl, de supermarkt die het vlees en de eieren verkoopt.
Een stoffilter houdt 99% van het fijnstof uit de stal tegen en de eieren zijn CO2-neutraal.

Op 11 oktober dit jaar is begonnen aan de bouw van vier grote stallen in de Verenigde Staten (Indiana). De grootste Amerikaanse supermarkt Kroger gaat de Kipstereieren exclusief verkopen.

Ruud Zanders, een van de oprichters, zegt op de website dat "Wij (Kipster – red.) streven naar een voedselsysteem met zo min mogelijk dieren. Een systeem waarbij dieren niet vervuilen, maar helpen bij het opruimen van reststromen die vrijkomen bij voedselproductie. Onze kippen waarderen afgedankte levensmiddelen op tot eieren, vlees en vruchtbare mest. Kipster is de enige pluimveehouder ter wereld die zo circulair boert.”

Beïnvloeden geslacht door omgevingsgeluid
Dit is de derde optie van voorkeur uit het publieksonderzoek. In Israël ontwikkelt het bedrijf Soos een techniek waarbij geluidsgolven – naast temperatuur, vochtigheid en CO2 - het geslacht beïnvloeden. In 2020 is 60% van de eieren een hennetje, zegt het bedrijf zelf. In de komende jaren hopen ze tot 80% op te kunnen schalen. Ze willen niet alleen investeerders, maar ook meer hooggespecialiseerde kennis aantrekken.

eendagskuikens eieren haantjes'Uitkomende eieren', John Donges, Flickr


Buiten de stakeholderanalyse van 2013/2014, is de ‘verdere evaluatie en monitoring van de maatschappelijke acceptatie van dergelijke alternatieven’ - waar de onderzoekers in 2008 over schrijven, tot nu toe uitgebleven.

Ethische vragen
In De Groene wijst Zanders (Kipster) op het grootste probleem dat hij ziet bij de oplossingen van respeggt/PLANTegg en In Ovo: het huidige systeem van dierenhouden met alle vervuiling en dierenwelzijnsproblemen blijft ongewijzigd. Maar hoogleraar ethiek van de levenswetenschappen (WUR) Bart Gremmen vraagt zich in hetzelfde artikel af: “Hoeveel ethischer is het een haan uit te broeden, die veertien weken te laten leven en dan te slachten dan het helemaal niet geboren te laten worden?”

De Dierenbescherming wil geen enkel dier voortijdig doden
Dubbeldoelkip
Dan de Dierenbescherming. Die laat bij monde van Marijke de Jong weten, eveneens in de Groene, de methodes van respeggt/PLANTegg en In Ovo als tijdelijke oplossing te zien. Omdat het helemaal niet zeker is dat embryo’s geen prikkels ervaren op de 9e dag (de dag waarop respeggt/PLANTegg en In Ovo op dit moment nog aan geslachtsbepaling in het ei doen - red.). Maar ook omdat de Dierenbescherming naar een situatie toe wil “waarbij geen enkel dier voortijdig wordt gedood: de eerdergenoemde dubbeldoelkip. Een kip die én eieren én vlees aflevert. Dan kunnen de geboren haantjes ‘gewoon’ voor het vlees worden gebruikt.”

Gebrek aan helderheid
Tijdens een gesprek met Martijn Haarman (Hatchtech), vraagt hij zich hardop af waar nou precies de discussie over haantjesdoden over gaat. “Neem het haantjes opfokken. Dat is in milieutechnische zin en qua welzijn, weten we, geen oplossing. Je hebt meer voer nodig voor minder vlees. Het dier leeft 14 weken en gaat dan alsnog naar de slacht. En het opfokken mag en kan veel goedkoper in Polen en Oekraïne, waar het welzijnsniveau beslist veel lager is dan in Duitsland en Nederland. Dus: waar gaat het ons nou eigenlijk om?”

De vraag is: vergeten we niet te onderzoeken en te benoemen welke waarden voor ons belangrijk zijn bij kwesties als deze? Zouden we als mensen daarover niet in gesprek moeten gaan, zonder de ethische vragen en de invulling van ‘hoe we willen leven’ aan professionals over te laten?

Twintig jaar geleden werkte Claudia Hulshof, de auteur van dit artikel, als sr. projectleider Gebruik van Dieren bij het Rathenau Instituut. In dat kader vroeg ze tijdens een speciaal daarvoor ingerichte bijeenkomst aan een breed scala aan stakeholders gevraagd om hun jasje uit te trekken en aan te geven wat zij persoonlijk toelaatbaar vinden en wat niet meer, als het gaat om onze omgang met dieren. Daarna vroeg ze hen hun jasje weer aan te doen en kwam de vraag hoe ze zouden antwoorden op dezelfde vragen vanuit hun professionele rol. Er bleek een groot verschil te zitten tussen wat de meeste mensen ‘privé’ vonden en voelden en wat ze toelaatbaar achtten als professional. De professionals waren een aanmerkelijk ‘liberaler’ over praktijken die ze als gewoon mens niet bij ‘een goed leven’ vonden horen.


Ethische problemen vertechnologiseren
Wat we nu doen, is ethische problemen zoals het doden van eendagshaantjes met technologische ontwikkelingen proberen op te lossen. Maar haantjesdoden is geen technologisch probleem, het is een ethisch probleem. Zolang we dit niet ontwarren, kunnen we blijven zeggen: mooi, die geslachtsbepaling in het ei, prachtige stap vooruit, maar wat ons betreft wel tijdelijk. Tot grote frustratie van technologische bedrijven die jarenlang kosten noch moeite spaarden om een techniek te ontwikkelen waarvan ze hoopten dat die voor eens en voor altijd het leghaantjesvraagstuk zou oplossen.

Eén goed antwoord is er niet
Tientallen jaren haantjesproblematiek laten zien dat er geen ‘goed’ antwoord is op de vraag hoe we als samenleving met leghaantjes om moeten gaan. Dat goede antwoord kan ook een commissie van experts niet bieden. Sterker nog: experts kunnen geen ethisch oordeel geven dat voor iedereen dwingend moet gelden. Net als in wetenschap kunnen we streven naar universele geldende interpretaties van de feiten die we waarnemen. Maar net zoals onderzoekers het nog altijd niet eens zijn over wat waar is op vele vlakken van de wetenschap, zo zijn we dat als samenleving ook niet over het goede op veel terreinen.

Wel is er inmiddels een aantal technieken ontwikkeld om de jonge beestjes de stress van het seksen en zelfs hun geboorte te besparen.

Feit is dat onze gevoelens en waarden soms op gespannen voet staan met dat wat wijs is met het oog op het belang van het dier
Persoonlijke afwegingen
De hierboven genoemde filosoof Bart Gremmen stelde de vraag: “Hoeveel ethischer is het een haan uit te broeden, die veertien weken te laten leven en dan te slachten dan het helemaal niet geboren te laten worden?” zonder antwoord te geven, om te laten zien dat we een keuze moeten maken die gebaseerd is op onze persoonlijke afwegingen. Er is geen voor iedereen geldend goed antwoord.

Seksen van een kuiken voorkómen
Als de hennen die de eieren voor legkippen produceren geen mannelijke eieren kunnen leggen, kunnen die ook niet lijden. Zeker is ook dat een dier dat in een fractie van een seconde wordt gedood geen noemenswaardig bewustzijn kan hebben van zijn dood. Wel is seksen van een pasgeboren kuiken erg stressvol. In het belang van het individuele dier is het daarom wijs om die stap in de productieketen van leghennen te voorkomen.

Onze ethiek en belang van dier
Feit is dat onze gevoelens en waarden soms op gespannen voet staan met dat wat wijs is met het oog op het belang van het dier. Ethiek gaat over onze gevoelens en waarden en kan feitelijk dierenwelzijn in de weg staan. Wie bang is dat de vrucht in een gesekst ei kan lijden, kan kiezen voor genetische manipulatie van ouderdieren. Maar wie het recht van diersoorten op hun natuurlijke integriteit erkent, ervaart daar een moreel probleem mee.

Waarden verhelderen en kiezen
Als we onze prioriteiten op waardenniveau, als mensen, niet verhelderen, prioriteren en bespreken, komen we dan ooit tot een eindoplossing? De kans is groot dat onze ethische gevoelens diepgaand verschillen. Wees blij dat er nota bene Nederlandse bedrijven zijn die praktische alternatieven voor een beter dierenwelzijn hebben ontwikkeld, die nu al in de praktijk zijn op de Duitse markt. Ook in eigen land kunnen we ze dankbaar gebruiken om onze aandacht vervolgens te richten op vraagstukken die belangrijker zijn dan onze uiteenlopende principes.
Dit artikel afdrukken