De federatie van vleesbedrijven FEBEV en twee handelaars in paardenvlees, Equinox en Chevideco, waren naar de ondernemingsrechtbank gestapt. Volgens hen is de campagne in strijd met de eerlijke handels- en marktpraktijken, en bevat deze "onware, misleidende en ongefundeerde informatie die een schadelijke aanval inhoudt op hun reputatie", schrijft Vilt.

De campagne claimt dat het paardenvlees, met name vlees ingevoerd door Carrefour, afkomstig is van mishandelde dieren. GAIA voert al jaren strijd tegen de mishandeling van paarden in Zuid- en Noord-Amerika. Dat het een groot probleem is, is zonneklaar, getuigen enkele filmpjes die Foodlog al vaker publiceerde uit zowel Zuid- als Noord-Amerika. In de beide Amerika's bestaat geen consumentenmarkt voor paardenvlees; het eten van paardenvlees is er ongebruikelijk of zelfs not done. Het vlees afkomstig van paarden heeft dan ook weinig economische waarde. Dit is funest voor de dieren, omdat daardoor de prikkels ontbreken om hen goed te behandelen.

Hoewel België minder paardenvlees importeert dan Nederland, doen Belgen meer dan wij aan het welzijn van de dieren. De vasthoudendheid van GAIA op dit gebied leidde in 2016 tot een dierenwelzijnsaanpak onder de naam Respectful Life, een initiatief van FEBEV, de Federatie van Belgisch Vlees. Het onderzoek dat drie jaar duurde blijkt een wassen neus te zijn, concludeerde Foodlog al eerder.

Ook GAIA kwam tot deze conclusie, en stopt de strijd tegen de import van mishandelde paarden dan ook niet. Via haar advocaat laat een woordvoerder van de organisatie weten: "In een democratische samenleving moeten ook vleesinvoerders aanvaarden dat er dierenrechtenorganisaties bestaan die gebruik maken van hun recht op vrije meningsuiting om te protesteren tegen mistoestanden. Ik zal voor de rechter een dik dossier neerleggen dat de mishandelingen van de Zuid-Amerikaanse paarden aantoont. De invoerders willen dit stinkend potje graag gesloten houden. No pasarán!"

Foodlog publiceerde eerder een advies voor dierenbeschermers, van Jack van Messel, importeur van Zuid-Amerikaans rundvlees en voormalig paardenslachter in de VS. "Als ik een dierenactivist was, dan zou ik met mensen zoals ik naar de inkopers van de retailers gaan om een lijst van eisen/aanbevelingen/verbeteringen op te stellen die niet te duur zijn. Zo’n lijst moet dan uiteindelijk resulteren in een convenant dat door de eigenaars van de paarden, de transporteurs en de slachthuizen moet worden nageleefd, en gecontroleerd door een instantie als SGS." Met niet-te-duur bedoelt Van Messel dat inkopers afgerekend worden op hun inkoopprijzen, niet op dierenwelzijn. "Dierenwelzijn is het domein van de publieksvoorlichters, die niet gehinderd door enige kennis van de materie, veel te makkelijk besluiten tot een inkoopstop, met alle gevolgen voor het dierwelzijn van dien." Het dierenwelzijn moet van Van Messel worden ingebakken in de eisen van het convenant, zodat inkopers geen 'fout' vlees meer kunnen inkopen en het vlees alleen nog via die eisen naar de wereldmarkt kan, c.q. de EU in mag.
Dit artikel afdrukken