Van 8 bekende ziekteverwekkers die in ons eten voor kunnen komen, houdt de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) bij hoe vaak ze in laboratoria vastgesteld worden. Het gaat daarbij om Campylobacter, Cyclospora, Listeria, Salmonella, Shiga toxin-producing Escherichia coli (STEC), Shigella, Vibrio en Yersinia. Afgelopen jaar viel de frequentie waarmee mensen een voedselinfectie rapporteerden met een ongekende 26% terug, schrijft The Counter.

Volgens het nieuwste rapport van het CDC werden er in de jaren 2017-2019 gemiddeld 50 voedselinfecties per 100.000 Amerikanen geteld. In 2020 waren dat er 37 per 100.000. Campylobacter kwam het vaakst voor: 14,4 infecties per 100.000 Amerikanen, gevolgd door Salmonella met 13,3 en Shiga toxin-producing E.coli met 3,6.

Als we onze 'hyperintense focus' op veiligheid en hygiëne vasthouden, daalt het risico op voedselinfecties drastisch
Daling zonder weerga
In totaal registreerde het Foodborne Diseases Active Surveillance Network (dat 15% van de Amerikaanse bevolking monitort) in 2020 18.462 gevallen van voedselinfectie, 4.788 ziekenhuisopnames en 118 overlijdensgevallen. Een daling zonder weerga, zeggen de auteurs van het rapport.

'Bijna religieuze toewijding'
Er zijn een paar mogelijke en zelfs voor de hand liggende oorzaken aan te wijzen. De coronapandemie natuurlijk. Maar hoe dan?

Om te beginnen de 'bijna religieuze toewijding' om voortdurend handen te wassen. Ook al was in het begin niet meteen duidelijk hoe het SARS-CoV-2-virus zich verspreidde, we sloegen massaal aan het handenwassen en ontsmetten. En laat handen wassen nou toevallig ook de beste manier zijn om mensen te beschermen tegen pathogenen in of op voedsel.

Door de lockdowns konden vanaf maart 2020 miljoenen Amerikanen van de een op de andere dag niet meer buiten de deur eten en waren ze op hun eigen kookkunsten aangewezen. Dat nam weer een mogelijk risico op voedselinfecties weg, want restaurants en eettentjes zijn een gebruikelijke bron van voedselbesmettingen. Tenslotte vielen de reisgerelateerde voedselinfecties terug van gemiddeld 14% naar 5% in 2020 - en de meeste daarvan werden in het eerste kwartaal gerapporteerd, toen er nog gereisd kon worden. "Dat laat de drastische gedragsverandering goed zien," zegt CDC-epidemioloog Logan Ray.

Geen poepmonsters
Maar Ray wijst erop dat de daling in het aantal voedselinfecties nog iets anders kan betekenen, namelijk dat veel gevallen van voedselvergiftiging niet meer geregistreerd zijn. In normale tijden moeten Amerikaanse artsen een ontlastingsmonster insturen van de mensen die zich met klachten als misselijkheid, braken, buikpijn en diarree melden om een voedselinfectie vast te stellen. Tijdens de pandemie bleef het contact met de dokter vaak beperkt tot een videogesprek of ziekten mensen gewoon zelf uit. "Het doet je vermoeden dat als we weer uit mogen en opnieuw gaan reizen, het aantal gevallen weer omhoog zal schieten," aldus Ray.

En dat is eigenlijk best jammer. Want het lijkt erop dat voedselinfecties een substantieel maar "grotendeels te voorkomen volksgezondheidsvraagstuk" zijn. Als we onze 'hyperintense focus' op veiligheid en hygiëne vasthouden, daalt het risico op voedselinfecties drastisch
Dit artikel afdrukken