Dat kost zoveel elektriciteit dat zij andere delen van de economie en het consumptief gebruik van energie zou platleggen. De Financial Times berekende in zijn serie over waterstof dit voorjaar al dat de vergroening van de Japanse staalindustrie (100 miljoen ton jaarlijks) op basis van waterstof tweemaal het volume van de huidige duurzaam opgewekte elektra vergt. Dergelijke sommen rekent nu ook het Financieele Dagblad voor.

Groene waterstof is inefficiënt. De productie ervan levert een direct energieverlies van 30% op door de kracht die nodig is om zuurstof en waterstof te scheiden. Het is daarom nog geen zinloze brandstof, maar slechts geschikt om overtollige stroom op te slaan die je niet onbenut wilt laten op momenten van piekproductie. Op dergelijke toepassingen zet Duitsland in met zijn na de Fukushima-ramp versneld opgebouwde net van windmolens en zonnepanelen in het kader van de Energiewende. De op piekmomenten geproduceerde stroom moet via waterstof worden opgeslagen om niet verloren te gaan.

Wil je echter waterstof specifiek produceren voor processen die veel kracht nodig hebben en daarom niet met elektra kunnen worden 'gestookt', dan heb je in Nederland 4 keer zoveel stroom nodig als nu. Die zwarte schatting tekent het FD op uit de mond van Frans Rooijers, directeur van CE Delft. Zijn onderzoeksbureau verwacht dat voor de Nederlandse waterstofplannen die bedrijven en overheid nu hebben voor 2050 zo’n 400 à 450 terawattuur aan groene stroom nodig zal zijn. "Dat is vier keer zoveel als het totale elektriciteitsverbruik in Nederland op dit moment"', zegt Rooijers. "Dan kom je op 100 gigawatt aan windenergie die je nodig hebt." Op dit moment staat er 2,5 gigawatt in de Noordzee en hopen we in 2030 11,5 gigawatt aan capaciteit te hebben gerealiseerd. Tata heeft 6 gigawatt nodig.

Tenzij we het hele land tot zon- en windpark willen ombouwen, ontbreekt bij de momenteel bekende technologie de ruimte om aan de vraag naar waterstof voor de zwaar vervuilende processen te kunnen voldoen.

Overheden moeten zich dan ook afvragen hoe het aanbod van duurzame stroom verdeeld moet worden over de vragers van groene waterstof. Het antwoord op die vraag is echter lood om oud ijzer. Wie er gebruik van mag maken, maakt immers niet uit als andere gebruikers daardoor CO2 mogen blijven uitstoten.

Tata besloot over te gaan op groene waterstof en mag van de politiek blijven als het bedrijf op die manier CO2 neutraal gaat produceren. De overheid wil Nederland niet afhankelijk laten worden van het buitenland voor de staalproductie die we in andere delen van de industrie gebruiken. Maar dat kan alleen als ons land groene waterstof importeert uit Arabische woestijnen, Chili en Australië. Zelfs een waterstof-gestookt Tata is een onafhankelijke illusie als we daar elders in de economie en voor thuisgebruik energie moeten importeren. De vraag die zich meer en meer stelt, is of waterstof behalve als accu wel de realistische droom om CO2-neutraliteit te behalen is waar velen - met name oliemaatschappijen, overheden, automakers en NGO's - op dit moment op inzetten.

In zijn voorjaarsserie gaf de Financial Times het woord aan energieconsultant Ben Gallagher van energieconsultancy Wood MacKenzie. Hij vertelt dat olie- en gasbedrijven zwaar lobbyen bij overheden voor waterstof omdat het een product is dat past bij hun bestaande business model. In een geheel elektrische wereld zijn ze immers overbodig. Daarom houden ze vooral het geloof in waterstof overeind in de hoop dat ze tijdig technische oplossingen zullen vinden. Hij wil er zelf ook in blijven geloven en noemt de toekomst van waterstof weliswaar onzeker, maar omschrijft het momentum dat zich op dit moment achter waterstof verzamelt als "ongelooflijk". Gallagher: "Na 2030 zou elke veronderstelling over de toekomst van de waterstofeconomie correct kunnen zijn - uiteindelijk zal het aankomen op wat beleidsmakers en bedrijfsleiders beslissen. [Waterstof] wordt gepresenteerd als een zeer eenvoudige oplossing voor een enorm complex probleem. Maar omdat het eenvoudig is, wil dat nog niet zeggen dat het het verkeerde antwoord is. Voorlopig is het het beste antwoord dat we hebben."

Dit artikel afdrukken