Supermarktketen Boni schrapt als laatste de verkoop van verse kip zonder minstens één Beter Leven-ster. Daarmee volgt Boni als hekkensluiter Albert Heijn, Lidl, Jumbo, Plus, Aldi, Picnic, Coop, Dirk, Vomar, MCD, Boon’s Markt, DekaMarkt, Spar en Hoogvliet, die eerder - al dan niet na forse druk door Wakker Dier - al overstag gingen.

Wakker Dier noemt het einde van de plofkip een "enorme mijlpaal". Al sinds 2012 voert de dierenwelzijnsorganisatie campagne tegen de plofkip - vleeskuikens die in 6 weken uitgroeien tot het gewenste slachtgewicht - en streeft ze naar kippen met tenminste één ster van het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming.

Voor 100 miljoen echte buitenkippen is in Nederland geen ruimte. Toch zijn zoveel dieren nodig om iedere Nederlander - kinderen meegeteld - jaarlijks te kunnen voorzien van 1 kipfilet per maand
De tussenoplossing die de supermarkten in het leven riepen, de Kip van Morgen en vervolgens ieders eigen merk toen die Kip van Morgen niet door de mededingsautoriteit werd geaccepteerd, kon in de ogen van Wakker Dier al evenmin door de beugel. In 2014 gaf de NGO zijn steun aan de Nieuwe Standaard Kip van Jumbo, maar in 2018 trok ze die steun alweer in omdat het niet goed genoeg was voor het welzijn van het vleeskuiken.

De iets langzamer groeiende kippen met iets meer ruimte werden door Wakker Dier weggezet als 'flopkip' en verdwijnen nu dus uit de schappen. "Straks krijgen jaarlijks ruim honderd miljoen kippen een beter leven. Hierdoor gaan veel boerenbedrijven veranderen. Zo krijgen honderden stallen een overdekte buitenuitloop. Na decennialang aan het oog te zijn onttrokken, komen vleeskippen weer terug in het landschap," aldus Wakker Dier. Die zichtbaarheid overdrijft Wakker Dier. Slachtkuikens met 1 ster kunnen slechts naar buiten in een overdekte en van dicht gaas voorziene volière die direct aan de stal is gebouwd (zie foto hierboven). Voor 100 miljoen echte buitenkippen is in Nederland geen ruimte. Toch zijn zoveel dieren nodig om iedere Nederlander - kinderen meegeteld - jaarlijks te kunnen voorzien van 1 kipfilet per maand.

De ommekeer maakt dat de stallen die kippenhouders hebben aangepast voor hun 'tussenkippen' deels moeten worden afgeschreven en nieuwe investeringen vragen, maar dat is voor Wakker Dier geen vraagstuk. Dat er ook duurzamere stallen in Nederland zijn ontwikkeld die andere aspecten van dierenwelzijn dienen al evenmin. Afgelopen jaar nog stelde Wakker Dier zelfs de Kloeke Kip, een concept met een extra lage CO2-footprint, een hoge biosecurity en zeer lage vervoers- en slachtstress, aan de kaak als Liegebeest. Eigenaar Marcel Kuipers toonde zich daar verbijsterd over.

Vanuit de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders is de reactie lauw. "Volgens deze belangenorganisatie zal de uitstoot van stikstof stijgen door het verbod op de plofkip," schrijft Het Financieele Dagblad.

Mooie kansen voor buitenlandse producenten
Geluiden uit de markt maken duidelijk dat het onmogelijk gaat worden om alle Nederlandse supermarkten van Nederlandse 1-ster kip te voorzien. Op dit moment worden in Nederland jaarlijks een kleine 600 miljoen kippen geslacht. Omdat een groot aantal onderdelen niet in Nederland wordt gegeten, worden die op buitenlandse markten afgezet. Nederlanders eten jaarlijks circa 20 kilo kip (thuis, maar juist buiten de deur is kippenvlees gewild omdat het gemakkelijk is klaar te maken). Om voor de Nederlandse supermarkten kip te produceren in stallen die voldoen aan de eisen van de eerste ster van de Dierenbescherming moeten die van een uitloop worden voorzien die op groot aantal plekken niet kan worden gerealiseerd of waarvoor de vergunningsverlening jaren in beslag kan nemen.

Om die twee redenen zal kipvolume dat nu nog in Nederland wordt geproduceerd vanuit het buitenland worden geïmporteerd. Wakkere ondernemers - waaronder ook Nederlandse - kunnen die stallen daar wel snel realiseren. Daar komt bij dat de vestigings- en operationele kosten er stukken lager liggen dan in Nederland. Wel nemen de vervoerskosten van het product wat toe; de Green Deal zou er bovendien voor kunnen zorgen dat die extra belast worden.

De Nederlandse markt biedt aanbieders vanuit voormalige Oostbloklanden (waaronder het prijstechnisch zeer aantrekkelijke Roemenië en het al wat duurdere Polen) een gegarandeerde niche die zij door hun lagere kostprijs dan Nederlandse pluimveehouders uiterst competitief kunnen bedienen. Het is daarom niet ondenkbaar dat het aanbod van deze buitenlandse kippen kans maakt de Nederlandse schappen te veroveren. Als die trend daadwerkelijk inzet, zullen supermarkten zich de vraag gaan stellen of ze voor 'Nederlandse kip' - met een prijsnadeel, maar een 'lokaal' vertrouwensvoordeel - voor 1-ster Poolse of Roemeense kip met een prijsvoordeel, of voor dure en voordelige 1-ster kip tegelijk moeten kiezen om hun klanten op hun wensen te bedienen. Voor de kip maakt het weinig uit.

Voorts moet worden opgemerkt dat Nederland nog een aanzienlijk infrastructuur aan 'plofkip'-stallen en -slachterijen staan die - een ander effect van het succes van Wakker Dier - nog uitsluitend voor buitenlandse afnemers en industriële verwerkers van kip zullen gaan werken. Niet voor niets heeft het afgelopen jaar een sterke concentratie van het aantal pluimveeslachters plaatsgevonden.

Update

Kort na het verschijnen van dit bericht op twitter reageerden twee Rabobankiers:


Al eerder verscheen de visie van Pierre Berntsen van ABN Amrobank. Over de meest waarschijnlijke scenario's die uit de visies volgen kunnen we het in de discussie hebben.

Een belangrijke factor voor de kansen die ontstaan voor buitenlandse aanbieders is de tijd die heengaat met het verkrijgen van bouwvergunningen. In de agrarische sectoren kunnen die gemakkelijk oplopen tot 5-7 jaar. De huidige stikstofcrisis helpt ook al niet mee aan het bekorten daarvan. Onderwijl hebben de supermarkten aangekondigd uiterlijk met Kerst 2023 geheel over te zijn op 1-ster kip.

Op Boerderij reageert pluimveehoudersvoorman Bart Jan Oplaat. Hij is voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP). Oplaat zegt dat ongeveer 90% van de circa 625 Nederlandse vleeskuikenhouders moet omschakelen om aan de vraag van supermarkten naar Beter Leven 1 ster kip te voldoen. Hij spreekt van “een gigantische opgave die de hele sector op zijn kop zet.” Oplaat raadt zin leden aan om nog even de kat uit de boon te kijken en niet te tekenen voor de overstap. Hij wil eerst meer weten over de condities. “Het is niet duidelijk wat de kosten voor de pluimveehouder zijn. Er is nu nog geen kostprijs van de CO2-emissie en de CO2-footprint gaat toenemen. De stal moet verwarmd worden en de kippen vreten meer. Per kilo vlees is meer voer nodig. Dat extra voer moet ook geproduceerd en getransporteerd worden en daarmee neemt de CO2-uitstoot nog meer toe.” Dat kunnen inderdaad consequenties zijn van de milieueisen die uit de Europese Green Deal en andere politieke besluitvorming voortvloeien. Langjarige contracten raadt Oplaat zijn leden daarom af.
Dit artikel afdrukken