Geruchten gingen dat de familie Tönnies het bedrijf in de etalage had gezet. Dat is volgens de Lebensmittelzeitung toch niet het geval. De aandeelhouders van de Tönnies-groep - de neven Robert (CEO), Clemens en Maximilian Tönnies - hebben woensdag aangekondigd dat de vorige eigendomsstructuur ongewijzigd blijft. De aandelen van het bedrijf blijven in handen van de familie.

In een verklaring benadrukken de heren "dat zij het bedrijf ook in de toekomst samen als een familiebedrijf zullen leiden." De twee aandeelhoudersstammen Robert Tönnies (50 procent) en Clemens en Maximilian Tönnies (50 procent) hebben naar eigen zeggen "in de eerste helft van 2021 gezamenlijk verschillende opties voor de toekomstige vormgeving van de eigendomsstructuur onderzocht".

Ondanks de familieruzie zijn ze tot tot de conclusie gekomen dat "de huidige structuur precies de juiste is om de decennia van succesvol werk voort te zetten". Het bedrijf is goed gepositioneerd en "klaar om de sociaal-politieke uitdagingen consequent aan te gaan", vervolgt de verklaring.

Tönnies blijft dus Duits en daarmee een geduchte concurrent van de Nederlandse slachter Vion die ook in Duitsland actief is. Overgang van het bedrijf in buitenlandse handen had wellicht nieuwe kansen voor Vion geboden. De verhoudingen blijven voorlopig dezelfde.

Stegeman te koop
Gisteren maakte boerenblad Nieuwe Oogst ook bekend dat de Nederlandse vleesverwerker Stegeman uit het Overijsselse Wijhe weer op de markt komt. Het bedrijf werd in 2008 gekocht door de Mexicaans-Spaanse vleeswarenproducent Campofrio. De achtergrond is strategisch.

De coronapandemie heeft een trend versneld die zich de laatste jaren in veel Spaanse bedrijven voordeed, schreef het zakenblad El Economista al in juni over de verkoop. Plannen om de activiteiten van het bedrijf te concentreren op groeimarkten kwamen versneld tot uitvoering. Daarom stoten ze andere markten af om geld vrij te maken om de kansen te realiseren. De verkoop van producten van Campofrío wordt verder uitgebreid in China, de VS, Japan en het Verenigd Koninkrijk. Voor die markten gelden hogere groeiverwachtingen dan in Nederland en België. In België stoot Campofrio Imperial Meat Products af. Campofrio is onderdeel van de Mexicaanse groep Sigma Alimentos. Rabobank heeft de opdracht gekregen kopers voor Stegeman en Imperial te vinden. Voor vlees- en vleeswaren geldt Noord-Europa niet meer als een aantrekkelijke markt voor op groei gerichte bedrijven.

Vleesvervangers wél interessant
De grote Braziliaanse vleesverwerker JBS, het grootse vleesbedrijf ter wereld, kocht afgelopen voorjaar echter wel de Nederlandse vleesvervangerproducent Vivera, eveneens uit Overijssel. Voor vleesvervangers geldt Noord-Europa en in het bijzonder Nederland juist wel als aantrekkelijk vanwege de populariteit van de nieuwe productgroep en de aanwezige kennis onder verwerkers vanuit de oude vleeswarenindustrie om de productie te ontwikkelen en op te schalen.

Bij verkoop van Tönnies zou een Chinese overname het meest voor de hand hebben gelegen. China kampt met tekorten op het gebied van varkensvlees en zou hebben kunnen kiezen voor het spreiden van productierisico's die zich inmiddels al enkele jaren op rij voordoen met de Afrikaanse varkenspest. Kopers uit de Amerika's hebben dergelijke motieven niet.
Dit artikel afdrukken