Dat reguliere akkerbouwers niet veganistisch boeren, weten we wel. Dat er boeren zijn die dat wel doen, weten we ook, al is het in Nederland er nog maar een. De redenen daarvoor zijn divers. Sommige boeren eten zelf veganistisch en willen ook veganistisch boeren. Hoewel het gebruik van kunstmest ook vegan is, willen andere geen agrochemicaliën of genetisch gemodificeerde gewassen gebruiken.

Als je dierlijke en kunstmest weglaat, dan is het alternatief niet zomaar kant en klaar in zakken te koop. Dus gaan boeren zelf pionieren. Dit experimenteren kan zomaar jaren duren. Maar als je eenmaal een goede mix plantaardige meststoffen hebt, kan de pay-off erg lonend zijn. Dit zegt althans Susanne Cooke, eigenaar van Acacia Farms in Texas. Zij boert al meer dan 10 jaar veganistisch en zegt dat de kwaliteit van haar gewassen en bodem enorm zijn toegenomen. De tomaten groeien als nooit tevoren, aldus Cooke.

Werkt het ook op grote schaal? Ja, zeggen voorstanders, maar er komt wel meer planning en innovatie bij kijken dan reguliere boeren nu gewend zijn. Op Sweetfarm, in California, bestuderen oprichters Anna Sweet en Nate Salpeter met hun team hoe er op diverse manieren wordt geboerd en hoe dat duurzamer kan, gebruik makend van nieuwe technologie. Vegan farming beschouwen zij als een zinvolle optie om uit te proberen. Het is een optie, naast andere, want de hele wereldbevolking zal het niet kunnen voeden. Salpeter zegt dat veganistisch boeren een beetje overweldigend kan overkomen voor mensen die gewend zijn aan traditionele manieren van boeren. Je kunt echter al beginnen in je eigen tuin, met het vervangen van dierlijke en kunstmeststoffen door plantaardige en dan kijken of je het volhoudt. Veganistisch boeren is een middel, niet per se een doel, meent Salpeter.
Dit artikel afdrukken