In de analyse heeft de vakvereniging de boeren die moeten stoppen door de consequenties van het stikstofbeleid van het kabinet niet meegerekend. "In de discussie over inkrimping veestapel gaat het vaak over de boeren. Maar niet over de werknemers in die sector. Terwijl een kleinere veestapel een enorme klap is voor hen. Zeker 30.000 werknemers kunnen getroffen worden als de veestapel krimpt" stelt Piet Fortuin, CNV-voorzitter, in een verklaring. De vakbond spreekt nog van een conservatieve schatting.
Gerelateerde sectoren
Van de banen die verloren gaan, werkt ongeveer een derde in de landbouw zoals de veehouderij. Twee derde werkt in de agribusiness, zoals de agrarische dienstverlening (loonwerk), distributie, slachterijen en de veevoerindustrie. Het CNV pleit voor een transitiefonds om een hoge werkloosheid in de landbouwsector te voorkomen.
"Het betreft veel mensen die in dunbevolkte regio's werken waar weinig perspectief is op nieuw werk. Een verhuizing naar de Randstad is ingrijpend en bovendien vaak onbetaalbaar. Als de overheid de veestapel wil inkrimpen, moet ze daarom tegelijkertijd over de brug komen met een transitiefonds", aldus Fortuin.
Functies in natuurbeheer
Vanuit dit transitiefonds kunnen werknemers die in de agrarische sector hin baan verliezen worden omgeschoold voor ander werk. CNV ziet daarvoor veel kansen in de zorg- en transportsector. Dit is ook werk dat over heel Nederland gezien beschikbaar is. Pikant is ook dat CNV toekomst voor deze werknemers ziet in het natuur- en landschapsbeheer.
Dit terrein is in basis de reden dat agrarische bedrijven moeten stoppen. "Een voorbeeld is het leveren van diensten voor natuur- en landschapsbeheer en waterberging/zuivering. Hiervoor liggen vooral mogelijkheden in de buurt van natuurgebieden, veenweidegebieden en het rivierengebied," motiveert CNV de carrièrekansen.
Een derde optie zijn functies in maatschappelijke ondernemingen. Dit zijn volgens CNV multifunctionele bedrijven, die naast voedsel ook andere maatschappelijke waarden en diensten produceren. Voorbeelden hiervan zijn zorg, recreatie of educatie of nieuwe verbindingen organiseren tussen voedselproductie en consumenten/burgers.
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Boerenbusiness.
Gerelateerde sectoren
Van de banen die verloren gaan, werkt ongeveer een derde in de landbouw zoals de veehouderij. Twee derde werkt in de agribusiness, zoals de agrarische dienstverlening (loonwerk), distributie, slachterijen en de veevoerindustrie. Het CNV pleit voor een transitiefonds om een hoge werkloosheid in de landbouwsector te voorkomen.
"Het betreft veel mensen die in dunbevolkte regio's werken waar weinig perspectief is op nieuw werk. Een verhuizing naar de Randstad is ingrijpend en bovendien vaak onbetaalbaar. Als de overheid de veestapel wil inkrimpen, moet ze daarom tegelijkertijd over de brug komen met een transitiefonds", aldus Fortuin.
Functies in natuurbeheer
Vanuit dit transitiefonds kunnen werknemers die in de agrarische sector hin baan verliezen worden omgeschoold voor ander werk. CNV ziet daarvoor veel kansen in de zorg- en transportsector. Dit is ook werk dat over heel Nederland gezien beschikbaar is. Pikant is ook dat CNV toekomst voor deze werknemers ziet in het natuur- en landschapsbeheer.
Dit terrein is in basis de reden dat agrarische bedrijven moeten stoppen. "Een voorbeeld is het leveren van diensten voor natuur- en landschapsbeheer en waterberging/zuivering. Hiervoor liggen vooral mogelijkheden in de buurt van natuurgebieden, veenweidegebieden en het rivierengebied," motiveert CNV de carrièrekansen.
Een derde optie zijn functies in maatschappelijke ondernemingen. Dit zijn volgens CNV multifunctionele bedrijven, die naast voedsel ook andere maatschappelijke waarden en diensten produceren. Voorbeelden hiervan zijn zorg, recreatie of educatie of nieuwe verbindingen organiseren tussen voedselproductie en consumenten/burgers.
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Boerenbusiness.
"Krimp van de veestapel" zegt mij maar één ding: Agenda 2030.
De gevolgen daarvan zijn desastreus: voedseltekorten, hele landstreken verboden terrein voor mensen, het volledig vernietigen van een natie en haar bevolking...
Het tempo van de slachtlijn moet naar beneden om deze mensen aan het werk te houden. Er wordt alles op alles gezet om dit voor elkaar te krijgen zodat er geen slacht gesaneerd hoeven te worden.
Met: "De vakbond oppert dat werknemers onder meer kunnen worden omgeschoold tot natuur- en landschapsbeheerder." gaat men helemaal langs de wens van die werknemers.
Dan ga je toch wat anders doen. Het is niet alleen belerend maar ook denigrerend.
Het klink alsof men zegt: je kunt altijd nog op de achterkant van een vuilniswagen gaan staan.
#3 En "Het klink alsof men zegt: je kunt altijd nog op de achterkant van een vuilniswagen gaan staan." is niet denigrerend?
#1 "Vernieting van de natie en haar bevolking" Wat een zwart scenario. Volgens mij "produceren" (ik haat dat woord!) we genoeg vlees voor de Nederlandse bevolking, zelfs als we -tig procent krimpen.