"Voor het eerst zijn we erin geslaagd om in gevangenschap gekweekte Lota's succesvol te laten voortplanten”, klinkt het bij Odisee.

Onderzoekers van hogeschool Odisee willen in de toekomst Lota’s kunnen produceren dichtbij de consument, zelfs midden in de stad. Dit is mogelijk door het gebruik van gesloten kweeksystemen. Hierin groeien de vissen op onder optimale omstandigheden terwijl er zo weinig mogelijk water wordt gebruikt. Zo kan de vis kraakvers, zonder ver transport, rechtstreeks aan de man gebracht worden. Wie weet kan je in de toekomst een Lota in jouw straat kopen, die ter plaatse geproduceerd werd.

Van bijna uitgestorven tot aquacultuursoort
Dit voorjaar zetten de onderzoekers een belangrijke stap. Voor het eerst zijn ze er in geslaagd om de Lota voort te planten van ouderdieren die onder gecontroleerde omstandigheden grootgebracht werden in een viskwekerij. Op dit moment zwemmen 20.000 jonge visjes rond in het onderzoekscentrum. "Voor de teelt van een nieuwe vissoort, zijn we in de beginfase afhankelijk van dieren uit het wild of opgekweekt in vijvers”, legt Joachim Claeyé, een van de onderzoekers, uit.

Dankzij deze doorbraak kunnen we een voorspelbare opbrengst van kwalitatieve jonge vissen garanderen zonder de wilde populaties te belasten
“Maar daar zijn risico’s aan verbonden zoals het introduceren van ziektes en onvoorspelbare productie ten gevolge van weersomstandigheden”, gaat hij verder. "Dankzij deze doorbraak kunnen we een voorspelbare opbrengst van kwalitatieve jonge vissen garanderen zonder de wilde populaties te belasten. Dit is een voortplantingsmethode waar we naar streven in de aquacultuur. Je kan het vergelijken met de veeteelt: we halen ook geen wilde koeien of varkens meer uit het wild om ons van kalfjes of biggen te voorzien."

In een volgende fase van het onderzoek willen de onderzoekers proberen om de voortplanting buiten het normale seizoen tot stand te brengen. “Hiervoor zullen we de vissen op het verkeerde been zetten door de seizoenen te verschuiven in klimaatkamers”, weet Claeyé. “Op die manier denken de dieren dat het winter is terwijl het buiten bijvoorbeeld zomer is. Zo kunnen we meerdere keren per jaar larven produceren, waardoor er ook meerdere keren per jaar jonge vis ter beschikking is voor kwekers."

Voor de Vlaamse viskweek is het belangrijk om een kwalitatieve soort te kiezen met een hoge marktwaarde zoals de Lota: een inheemse zoetwatervis met een unieke smaak die vroeger als ingrediënt voor Gentse waterzooi gebruikt werd
Kwalitatieve soort met hoge marktwaarde
Visteelt kan een antwoord zijn op onze te grote afhankelijkheid van import en overbevissing. Voor de Vlaamse viskweek is het belangrijk om een kwalitatieve soort te kiezen met een hoge marktwaarde. De zoektocht naar een geschikte aquacultuursoort leidde Odisee in 2009 naar Lota: een inheemse zoetwatervis met een unieke smaak die vroeger als ingrediënt voor Gentse waterzooi gebruikt werd. Tussen 1960 en 1970 verdween de vis uit de Vlaamse beken en rivieren, maar door het soortherstelprogramma van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek gaat het gelukkig beter met de wilde Lota.

De nodige basiskennis is nu aanwezig om de volgende stap te zetten: de commerciële teelt van de soort. “Marktonderzoek toont alvast het potentieel aan voor de soort in Vlaanderen en daarbuiten”, klinkt het bij Odisee. “Er zijn al enkele pilootkwekerijen die met de soort van start zijn gegaan. In 2020 startte het bedrijf Aqualota met de productie van de pootvis, de jonge visjes die bestemd zijn voor opkweek in andere kwekerijen. De toekomst van deze duurzame kweekvis ziet er dus goed uit.”

Dit artikel verscheen eerder op VILT.
Dit artikel afdrukken