Schepen opereren buiten ons gezichtsveld. Op zee, en vaak zelfs duizenden kilometers ver op de ‘highsea’. Daarom zijn vissers lastiger te controleren dan boeren. En omdat de kans om betrapt te worden daardoor een stuk lager is, kunnen vissers makkelijker de randen van de wet opzoeken. Tevelen kunnen de verleiding niet weerstaan. De fraude onder Nederlandse kottervissers in de jaren ‘80 liep zo uit de hand dat het minister Braks zijn kop kostte.

Drastisch verbeterd
De invoering van zelfregulering in de vorm van co-management heeft de situatie drastisch verbeterd. Maar nog steeds halen incidenten regelmatig de krant. Vissers worden betrapt met ‘binnennetten’ (zodat de effectieve maaswijdte kleiner is), of er blijken ondermaatse sliptongetjes in de handel rond te gaan.

Ook in de grootschalige trawlervisserij op haring en makreel werden er tot voor enkele jaren regelmatig meldingen gedaan van illegale praktijken zoals ‘high grading’. Dat doen vissers die marktwaardige vis in zee teruggooien om ruimte te maken voor vis met een hogere kiloprijs. Het is een onacceptabele manier van natuuruitputting en daarom verboden.

Nauwelijks controle
De meest gehoorde fraude in Europa betreft tegenwoordig de aanlandplicht. Het is heel makkelijk om vis in een ongezien moment overboord te kieperen vanwege de heel geringe pakkans. Een visser moet immers op heterdaad betrapt worden. Aangezien elke visser een uitstekende radar heeft plus goede communicatiesystemen, ziet hij een controleschip al tijdig aankomen. De Europese controleurs vissen dan ook meestal letterlijk achter het net. En dan helpt het ook al niet dat de Nederlandse Autoriteit veel te weinig capaciteit voor controle heeft. In in de Groene Amsterdammer viel te lezen dat 2 controleurs per jaar vierhonderd miljoen kilo bevroren haring, makreel en blauwe wijting moeten controleren. Daarvoor heeft de Europese Commissie ons land al op de vingers getikt.

Bewijslast bij controleur
Maar al zet je nog zoveel controleurs in, een systeem dat de bewijslast bij de inspecteurs legt, zal altijd tekortschieten.
Daar zit de angel. We willen duurzame visserij en dus zijn er regels: welke vis en hoeveel mag er gevangen worden, waar en wanneer mag er gevist worden, welk vistuig is toegestaan, hoe groot moeten de mazen zijn, hoeveel pk mag de boot zijn? Het is voor een visser een uitdaging om aan alle regels te voldoen, en tegelijk zijn vangstopbrengst te maximaliseren. Want wat moet je met die bijgevangen ondermaatse scholletjes wanneer je het liefste sliptong hebt? De sliptong brengt veel op, maar die kleine scholletjes mogen niet terug in zee.

De aanlandplicht is in Europa ingevoerd om vissers te stimuleren om selectievere netten te gebruiken. Dat komt in de praktijk maar moeizaam van de grond. Zorg maar eens dat je wel die sliptong en niet die scholletjes in je net krijgt. Dat is nog niet gelukt. De maaswijdte vergroten zodat de ondermaatse schollen niet gevangen worden is een optie. Maar dat schijnt zoveel verlies van marktwaardige tong met zich mee te brengen dat vissers daar geen oren naar hebben. Aanpassen is dus ingewikkeld en duur, terwijl de pakkans bij teruggooien laag blijft. Wel wordt er nu eindelijk onderzoek gedaan naar een manier om schol en tong in het net van elkaar te scheiden.

Wellicht is de visserij een van de weinige sectoren in de voedselproductie waar je pas fout zit als je op heterdaad wordt betrapt
Electronische monitoring
De enige manier om een teruggooimaatregel effectief te kunnen controleren, is elektronische monitoring. Het merendeel van de Europese vissers is daar tegen, omdat ze de aanlandplicht maar lastig vinden. Daarom schreeuwen ze moord en brand over ‘big brother’ cameras die hen controleren en zijn ze verontwaardigd dat vissers als criminelen worden neergezet.

Wellicht is de visserij een van de weinige sectoren in de voedselproductie waar je pas fout zit als je op heterdaad wordt betrapt. De controleur moet aantonen dat je fout zit. Ook het MSC keurmerk gaat uit van de bevindingen van de controle-instantie, zelfs als die erg beperkt zijn.

Maar wat als we het zouden omdraaien: vis je binnen de regels, ben je keurmerk-waardig? Heb je geen dolfijnen in je net gehad? Laat maar zien! Kortom, ga over op Remote Electronic Monitoring. Dan zijn meteen ook veel minder regels nodig. Bovendien kunnen biologen op basis van goede vangstgegevens veel beter berekenen hoe groot de visserijdruk is. Nu is dat nog altijd een schatting.

Dat REM op schepen effectief is, is al jaren geleden aangetoond. REM is bijvoorbeeld handig wanneer incidenten met bedreigde diersoorten geteld moeten worden. Om waarnemers daarvoor aan boord te hebben is erg kostbaar. Maar REM levert ook een schat aan gegevens op.

De Europese Commissie heeft daarom voorgesteld om meer gebruik te maken van nieuwe technologieën bij de herziening van de Controle Verordening. Technologische beperkingen zoals data-opslag, of privacy issues, kunnen inmiddels worden opgelost. Maar het blijkt toch een zwaar politiek struikelblok, waar ‘big brother’ argumenten nog steeds uit de kast gehaald worden.
We weten dus niet hoe verrot de visindustrie is. Maar vissers hebben in elk geval nu wel een kans om te laten zien dat ze te vertrouwen zijn
Toch heeft het Europarlement in maart ingestemd met de introductie van nieuwe technologieën die de transparantie in de visserij vergroten. CCTV zou in elk geval verplicht moeten worden op dat deel van de vloot waar grote risico’s op overtredingen zijn. Schippers die vrijwillig CCTV adopteren zouden beloond moeten worden met bijvoorbeeld extra quota. Het zou de taak voor de NVWA en haar Europese collega’s in elk geval een stuk makkelijker maken. Het is nu aan de ministerraad om om de lijn van de Europese commissie en het parlement te volgen.

We weten dus niet hoe verrot de visindustrie is. Maar vissers hebben in elk geval nu wel een kans om te laten zien dat ze te vertrouwen zijn.
Dit artikel afdrukken