Als we iets over visserij horen, dan is dat vaak in negatieve zin. Dat varieert van een smeuiige shockdocu Seaspiracy, tot berichten over cocainevondsten op een Urker viskotter. Jaap Tielbeke stelt in de Groene Amsterdammer dat de visindustrie verrot is. Christien Absil heeft een voorstel dat vissers de kans geeft om een positief imago op te bouwen.
Schepen opereren buiten ons gezichtsveld. Op zee, en vaak zelfs duizenden kilometers ver op de ‘highsea’. Daarom zijn vissers lastiger te controleren dan boeren. En omdat de kans om betrapt te worden daardoor een stuk lager is, kunnen vissers makkelijker de randen van de wet opzoeken. Tevelen kunnen de verleiding niet weerstaan. De fraude onder Nederlandse kottervissers in de jaren ‘80 liep zo uit de hand dat het minister Braks zijn kop kostte.
Drastisch verbeterd
De invoering van zelfregulering in de vorm van co-management heeft de situatie drastisch verbeterd. Maar nog steeds halen incidenten regelmatig de krant. Vissers worden betrapt met ‘binnennetten’ (zodat de effectieve maaswijdte kleiner is), of er blijken ondermaatse sliptongetjes in de handel rond te gaan.
Ook in de grootschalige trawlervisserij op haring en makreel werden er tot voor enkele jaren regelmatig meldingen gedaan van illegale praktijken zoals ‘high grading’. Dat doen vissers die marktwaardige vis in zee teruggooien om ruimte te maken voor vis met een hogere kiloprijs. Het is een onacceptabele manier van natuuruitputting en daarom verboden.
Nauwelijks controle
De meest gehoorde fraude in Europa betreft tegenwoordig de aanlandplicht. Het is heel makkelijk om vis in een ongezien moment overboord te kieperen vanwege de heel geringe pakkans. Een visser moet immers op heterdaad betrapt worden. Aangezien elke visser een uitstekende radar heeft plus goede communicatiesystemen, ziet hij een controleschip al tijdig aankomen. De Europese controleurs vissen dan ook meestal letterlijk achter het net. En dan helpt het ook al niet dat de Nederlandse Autoriteit veel te weinig capaciteit voor controle heeft. In in de Groene Amsterdammer viel te lezen dat 2 controleurs per jaar vierhonderd miljoen kilo bevroren haring, makreel en blauwe wijting moeten controleren. Daarvoor heeft de Europese Commissie ons land al op de vingers getikt.
Bewijslast bij controleur
Maar al zet je nog zoveel controleurs in, een systeem dat de bewijslast bij de inspecteurs legt, zal altijd tekortschieten.
Daar zit de angel. We willen duurzame visserij en dus zijn er regels: welke vis en hoeveel mag er gevangen worden, waar en wanneer mag er gevist worden, welk vistuig is toegestaan, hoe groot moeten de mazen zijn, hoeveel pk mag de boot zijn? Het is voor een visser een uitdaging om aan alle regels te voldoen, en tegelijk zijn vangstopbrengst te maximaliseren. Want wat moet je met die bijgevangen ondermaatse scholletjes wanneer je het liefste sliptong hebt? De sliptong brengt veel op, maar die kleine scholletjes mogen niet terug in zee.
De aanlandplicht is in Europa ingevoerd om vissers te stimuleren om selectievere netten te gebruiken. Dat komt in de praktijk maar moeizaam van de grond. Zorg maar eens dat je wel die sliptong en niet die scholletjes in je net krijgt. Dat is nog niet gelukt. De maaswijdte vergroten zodat de ondermaatse schollen niet gevangen worden is een optie. Maar dat schijnt zoveel verlies van marktwaardige tong met zich mee te brengen dat vissers daar geen oren naar hebben. Aanpassen is dus ingewikkeld en duur, terwijl de pakkans bij teruggooien laag blijft. Wel wordt er nu eindelijk onderzoek gedaan naar een manier om schol en tong in het net van elkaar te scheiden.
De enige manier om een teruggooimaatregel effectief te kunnen controleren, is elektronische monitoring. Het merendeel van de Europese vissers is daar tegen, omdat ze de aanlandplicht maar lastig vinden. Daarom schreeuwen ze moord en brand over ‘big brother’ cameras die hen controleren en zijn ze verontwaardigd dat vissers als criminelen worden neergezet.
Wellicht is de visserij een van de weinige sectoren in de voedselproductie waar je pas fout zit als je op heterdaad wordt betrapt. De controleur moet aantonen dat je fout zit. Ook het MSC keurmerk gaat uit van de bevindingen van de controle-instantie, zelfs als die erg beperkt zijn.
Maar wat als we het zouden omdraaien: vis je binnen de regels, ben je keurmerk-waardig? Heb je geen dolfijnen in je net gehad? Laat maar zien! Kortom, ga over op Remote Electronic Monitoring. Dan zijn meteen ook veel minder regels nodig. Bovendien kunnen biologen op basis van goede vangstgegevens veel beter berekenen hoe groot de visserijdruk is. Nu is dat nog altijd een schatting.
Dit artikel afdrukken
Drastisch verbeterd
De invoering van zelfregulering in de vorm van co-management heeft de situatie drastisch verbeterd. Maar nog steeds halen incidenten regelmatig de krant. Vissers worden betrapt met ‘binnennetten’ (zodat de effectieve maaswijdte kleiner is), of er blijken ondermaatse sliptongetjes in de handel rond te gaan.
Ook in de grootschalige trawlervisserij op haring en makreel werden er tot voor enkele jaren regelmatig meldingen gedaan van illegale praktijken zoals ‘high grading’. Dat doen vissers die marktwaardige vis in zee teruggooien om ruimte te maken voor vis met een hogere kiloprijs. Het is een onacceptabele manier van natuuruitputting en daarom verboden.
Nauwelijks controle
De meest gehoorde fraude in Europa betreft tegenwoordig de aanlandplicht. Het is heel makkelijk om vis in een ongezien moment overboord te kieperen vanwege de heel geringe pakkans. Een visser moet immers op heterdaad betrapt worden. Aangezien elke visser een uitstekende radar heeft plus goede communicatiesystemen, ziet hij een controleschip al tijdig aankomen. De Europese controleurs vissen dan ook meestal letterlijk achter het net. En dan helpt het ook al niet dat de Nederlandse Autoriteit veel te weinig capaciteit voor controle heeft. In in de Groene Amsterdammer viel te lezen dat 2 controleurs per jaar vierhonderd miljoen kilo bevroren haring, makreel en blauwe wijting moeten controleren. Daarvoor heeft de Europese Commissie ons land al op de vingers getikt.
Bewijslast bij controleur
Maar al zet je nog zoveel controleurs in, een systeem dat de bewijslast bij de inspecteurs legt, zal altijd tekortschieten.
Daar zit de angel. We willen duurzame visserij en dus zijn er regels: welke vis en hoeveel mag er gevangen worden, waar en wanneer mag er gevist worden, welk vistuig is toegestaan, hoe groot moeten de mazen zijn, hoeveel pk mag de boot zijn? Het is voor een visser een uitdaging om aan alle regels te voldoen, en tegelijk zijn vangstopbrengst te maximaliseren. Want wat moet je met die bijgevangen ondermaatse scholletjes wanneer je het liefste sliptong hebt? De sliptong brengt veel op, maar die kleine scholletjes mogen niet terug in zee.
De aanlandplicht is in Europa ingevoerd om vissers te stimuleren om selectievere netten te gebruiken. Dat komt in de praktijk maar moeizaam van de grond. Zorg maar eens dat je wel die sliptong en niet die scholletjes in je net krijgt. Dat is nog niet gelukt. De maaswijdte vergroten zodat de ondermaatse schollen niet gevangen worden is een optie. Maar dat schijnt zoveel verlies van marktwaardige tong met zich mee te brengen dat vissers daar geen oren naar hebben. Aanpassen is dus ingewikkeld en duur, terwijl de pakkans bij teruggooien laag blijft. Wel wordt er nu eindelijk onderzoek gedaan naar een manier om schol en tong in het net van elkaar te scheiden.
Wellicht is de visserij een van de weinige sectoren in de voedselproductie waar je pas fout zit als je op heterdaad wordt betraptElectronische monitoring
De enige manier om een teruggooimaatregel effectief te kunnen controleren, is elektronische monitoring. Het merendeel van de Europese vissers is daar tegen, omdat ze de aanlandplicht maar lastig vinden. Daarom schreeuwen ze moord en brand over ‘big brother’ cameras die hen controleren en zijn ze verontwaardigd dat vissers als criminelen worden neergezet.
Wellicht is de visserij een van de weinige sectoren in de voedselproductie waar je pas fout zit als je op heterdaad wordt betrapt. De controleur moet aantonen dat je fout zit. Ook het MSC keurmerk gaat uit van de bevindingen van de controle-instantie, zelfs als die erg beperkt zijn.
Maar wat als we het zouden omdraaien: vis je binnen de regels, ben je keurmerk-waardig? Heb je geen dolfijnen in je net gehad? Laat maar zien! Kortom, ga over op Remote Electronic Monitoring. Dan zijn meteen ook veel minder regels nodig. Bovendien kunnen biologen op basis van goede vangstgegevens veel beter berekenen hoe groot de visserijdruk is. Nu is dat nog altijd een schatting.
Dat REM op schepen effectief is, is al jaren geleden aangetoond. REM is bijvoorbeeld handig wanneer incidenten met bedreigde diersoorten geteld moeten worden. Om waarnemers daarvoor aan boord te hebben is erg kostbaar. Maar REM levert ook een schat aan gegevens op.
De Europese Commissie heeft daarom voorgesteld om meer gebruik te maken van nieuwe technologieën bij de herziening van de Controle Verordening. Technologische beperkingen zoals data-opslag, of privacy issues, kunnen inmiddels worden opgelost. Maar het blijkt toch een zwaar politiek struikelblok, waar ‘big brother’ argumenten nog steeds uit de kast gehaald worden.
We weten dus niet hoe verrot de visindustrie is. Maar vissers hebben in elk geval nu wel een kans om te laten zien dat ze te vertrouwen zijn.
De Europese Commissie heeft daarom voorgesteld om meer gebruik te maken van nieuwe technologieën bij de herziening van de Controle Verordening. Technologische beperkingen zoals data-opslag, of privacy issues, kunnen inmiddels worden opgelost. Maar het blijkt toch een zwaar politiek struikelblok, waar ‘big brother’ argumenten nog steeds uit de kast gehaald worden.
We weten dus niet hoe verrot de visindustrie is. Maar vissers hebben in elk geval nu wel een kans om te laten zien dat ze te vertrouwen zijnToch heeft het Europarlement in maart ingestemd met de introductie van nieuwe technologieën die de transparantie in de visserij vergroten. CCTV zou in elk geval verplicht moeten worden op dat deel van de vloot waar grote risico’s op overtredingen zijn. Schippers die vrijwillig CCTV adopteren zouden beloond moeten worden met bijvoorbeeld extra quota. Het zou de taak voor de NVWA en haar Europese collega’s in elk geval een stuk makkelijker maken. Het is nu aan de ministerraad om om de lijn van de Europese commissie en het parlement te volgen.
We weten dus niet hoe verrot de visindustrie is. Maar vissers hebben in elk geval nu wel een kans om te laten zien dat ze te vertrouwen zijn.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dit youtube filmpje legt de rol van REM heel duidelijk uit.
Ja, voor biologen is het Remote Electronic System (REM) een uitkomst want er is veel mogelijk om vrijwel de gehele vangst te monitoren. In combinatie met datum, tijd en locatie ontstaat er een heel betrouwbaar beeld van de omvang van een bepaald bestand. En dat ook nog eens gedurende de gehele reis. Bij het onderzoeksproject van rog wordt aan boord van Nederlandse kotters ook gebruik gemaakt van herkenning via camerabeelden. Op het filmpje is de Deense twinrigger RI-468 uit Hvide Sande te zien. Op woensdagochtend 2 juni om 03:58 uur (laatst ontvangen positie op www.marinetraffic.com) was de RI-468 op weg naar de visgronden in de noordelijke Noordzee. Ook daar geldt de aanlandplicht, maar is er wel sprake van een totaal andere situatie in termen van vangsttechniek, maaswijdte, trekduur en locatie. In de noordelijke Noordzee zwemt gemiddeld genomen veel grovere vis rond. Grover dan de vis die in de zuidelijke Noordzee rondzwemt. De RI-468 vist met een maaswijdte van minimaal 10 cm maar waarschijnlijk zelfs nog ruimer (12 centimeter). Dat impliceert minder bijvangst van kleinere vis in een gebied waar overwegend grove vis rondzwemt. De aanlandplicht doet daar dan ook geen pijn. De situatie wordt anders wanneer we kijken naar de Nederlandse vloot. De vloot (72 grote kotters) boomkorkotters vist met 8 centimeter in de zuidelijke Noordzee op locaties met veel verschillende platvissoorten en ook nog eens met relatief veel kleine platvis. Ontzettend lastig om die ondermaatse platvis te vermijden. Schol komt de laatste jaren in veel mindere mate voor in de zuidelijke Noordzee, maar tong vormt daar nog steeds een belangrijke doelsoort. Bijvangst aan jonge schol is de helft minder dan pakweg vijftien jaar geleden. Maar de bijvangst van kleine platvis blijft een gevoelig punt. Echter, het is een utopie te veronderstellen dat er visserij is met zero-impact. Dus zal de bijvangst van jonge platvis voortduren. Omdat de bestanden tong en vooral schol er volgens de biologen goed voorstaan, is de natuurlijke mortaliteit groter dan de visserijmortaliteit. Nederlandse vissers zijn bang dat ze afgerekend worden op die bijvangsten, want bijtelling van het quotum. Daarnaast blijft een deel dat teruggaat in zee overleven en dat wat volgens de aanlandplicht moet worden aangevoerd, krijgt daar geen kans meer toe. Kortom, enkele pijnpunten die begrijpelijk zijn en waardoor de Nederlandse visser helemaal niet zit uit te kijken naar camera-controle aan boord.
Uitspraken over de visserij in de 'Groene Amsterdammer' zijn altijd gekleurd (geen grapje) en vooral gericht op de Hollandse vis- en visserijsector. De vooringenomenheid straalt er continu vanaf. Op 20 januari dit jaar verscheen er in de GA zo'n 'spraakmakend' artikel over illegale visserij. Zichzelf onderzoeksjournalisten noemende Bram Loggers en Parcival Weijnen, die het verschil nog niet zien tussen een gedateerde coaster en een trawler (foto bij het artikel met vermelding; een trawler voor de kust van Dakar. Was een oude coaster. Had ook voor de kust van Bali of Banjul kunnen zijn). Het artikel rammelt aan alle kanten omdat de heren weinig afweten van visserij en zuinig met hun budget zijn omgesprongen. Contact gezocht met meneer Logger via de mail. Maar zoals gewoonlijk bij linkse journalisten, vermijden ze de discussie. Ingezonden brief gestuurd naar de redactie, maar natuurlijk niet geplaatst. Stel je voor dat de lezer na het lezen van mijn ingezonden brief gaat twijfelen. Louter gelijkgestemden. Daar draait het om bij de Groene Amsterdammer. Slecht nieuws verkoopt immers goed. Hieronder mijn ingezonden brief n.a.v. het artikel van de twee 'onderzoeksjournalisten':
Overbevissing
Het is een uiterst interessant onderwerp en de zorg om instandhouding van de visbestanden, mondiaal gezien, mag er ook niet minder om zijn, maar indien de auteurs van ‘Ze zijn hard op weg de zee leeg te plunderen’ (editie 20-01-2021) kenners en deskundigen de kans hadden gegeven hun licht te laten schijnen over de situatie in de Noordzee en West-Afrikaanse wateren had het artikel ongetwijfeld meer waarde gehad voor de lezer. De lezer heeft namelijk recht op informatie die betrouwbaar is en die bijdraagt aan een correcte meningsvorming ten aanzien van overbevissing en illegale visserij. Ik begrijp dat het bijzonder lastig is om branche-specifieke onderwerpen in een juist perspectief te plaatsen als geïnterviewden aan het woord komen die (wellicht door enige vorm van frustratie) weinig moeite hebben met het tentoonspreiden van een enorme dosis vooringenomenheid en daarnaast nauwelijks besef hebben van de ontwikkelingen in de visserij zowel als de soms opvallende verspreiding van bepaalde visbestanden. Want ondanks het feit dat het gros van de commerciële visbestanden in de Noordzee er nochtans goed voor staan, is er onder het wateroppervlak wel heel veel aan de hand; grootschalige zandwinning, zandsuppletie langs de kust, continu uitdiepen van vaargeulen, installatie van duizenden windmolens, aanleg van stroomkabels, seismisch onderzoek met air-guns en zonnepanelen op pontons die de groei van fytoplankton belemmeren en daarmee de productie van zuurstof. De Noordzee is verworden tot een bouwput met alle gevolgen van dien voor het mariene leven, inclusief de visbestanden. Hopelijk word ik als lezer van de ‘Groene Amsterdammer’ bij een volgend artikel over de visserij op mijn wenken bediend en krijgen lezers een beter beeld van wat er zich achter de horizon afspeelt.
W M den Heijer
Beste Willem,
Wat vond je van dat andere visserij artikel in de Groene Amsterdammer, dat ging over de grootste NLse visserij bedrijven en over hun relaties in IJsland en Namibië, Etc? Grt, Ludo
Vanochtend min of meer wakker geschud door het journaal van France Culture om 6:30: Franse vissers en milieuorganisatie Bloom zijn de Nederlandse industriële visserboten, van 25m lang uitgerust met honderden meters lange sleepnetten, beu in 'hun' kanaal. De Nederlandse vissers zouden de Franse wateren leegvissen en een ravage aanrichten met hun industriële boten.
Ook al vissen de Nederlanders schoon en correct volgens de regels, ik vraag mij af of niet ook aan deze beeldvorming van de Nederlandse visserij moet worden gewerkt. Door dit imago is volgens mij het destijds ook met het pulsvissen misgegaan.
Vanuit mijn achtergrondkennis, Ellen-Maureen: wij vangen hun vis omdat we die zelf maar weinig eten en dus exporteren naar de Franse groothandels.
Christien Absil en Pim Visser, hoe zien jullie dat?