LTO Nederland verwoordt het plan als volgt:

Om uit de stikstofimpasse te komen hebben Natuurmonumenten, Natuur & Milieu, LTO Nederland, VNO-NCW, MKB-Nederland en Bouwend Nederland afgelopen maanden de handen ineengeslagen. Samen doen zij een voorstel voor een aanpak die de vermindering van de uitstoot van stikstof stevig versnelt, de natuur versterkt, boeren toekomst biedt en die weer ruimte schept voor nieuwe economische ontwikkelingen.’ dat schrijven de zes organisaties vanmorgen in een ingezonden artikel in het FD.

‘Bij mogelijke oplossingen voor de stikstofproblematiek betekent winst voor de één meestal verlies voor de ander, waardoor breed draagvlak tot op heden ontbreekt en de impasse voortduurt met alle gevolgen voor natuur en economie van dien. Daar willen we uit en dat kan met onze aanpak waar natuur en economie beiden beter van worden,’ aldus de organisaties.

Gebiedsgerichte aanpak
Het versnellingsvoorstel van de zes organisaties realiseert in 2030 een significant hogere stikstofreductie (40%) vanuit de gezamenlijke sectoren dan in de recente wetgeving is voorzien (26%) en met een extra versnelling in de eerste jaren. Ook komt er extra ontwikkelruimte (60 mol) om de economische ontwikkeling weer vlot te trekken en wordt er extra geïnvesteerd in herstel en versterking van de natuur. Essentieel in het plan is de gebiedsgerichte aanpak die de organisaties voorstellen. De stikstof-situatie verschilt immers per gebied en kan dus ook alleen lokaal worden opgelost, waarbij relevante spelers, zoals boeren en natuurbeheerders in het gebied, participeren in plaats van maatregelen van bovenaf opgelegd te krijgen. Uit onder andere de uitspraak van de Raad van State is verder gebleken dat juridische zekerheid van een nieuwe aanpak cruciaal is. In de nieuwe aanpak worden de reductiedoelen daarom juridisch verankerd en wordt de voortgang van het programma continu gemeten. Indien nodig kan het Rijk bijsturen, op basis van de tweejaarlijkse evaluatie.

Investeringsprogramma
De nieuwe aanpak vraagt financiële ondersteuning van met name boeren voor innovatie, natuur-inclusieve landbouw, agrarisch natuurbeheer, bijvoorbeeld vrijwillige verplaatsing naar toekomstbestendige locaties of vrijwillig stoppen. Ook het herstel en de versterking van de natuur vraagt om meer middelen dan tot nog toe is voorzien. Tot 2030 is jaarlijks € 1,7 miljard aan investeringen nodig om alle doelen te behalen zo hebben de organisaties berekend. ‘Dit is in het algemeen belang en de kosten van niets doen zijn bovendien op de lange termijn vele malen hoger’, aldus de briefschrijvers. ‘Nu al gaan bijvoorbeeld miljarden aan nieuwe duurzame investeringen aan ons land voorbij. Ook dreigen allerlei noodzakelijke ontwikkelingen (van infrastructuur tot wonen en de energietransitie) te sneuvelen.’

Vervolg
De organisaties vragen de politiek mee te doen en de aanpak verder uit te werken. Ook adviseren ze het demissionaire kabinet het plan voor te leggen aan de Raad van State en het Planbureau voor de Leefomgeving. Lees hier de aanpak op hoofdlijnen.


In een videoboodschap licht LTO Nederland-voorzitter Sjaak van der Tak het plan toe:



Voorafgaand aan de presentatie van het plan reageerde de Farmers Defence Force gisteren reeds afwijzend op het plan als het te grote concessies zou doen die de belangen van boeren schaden. De FDF formuleert zijn bezwaren als volgt:
FDF heeft alarmerende berichten ontvangen inzake het verkwanselen van de Nederlandse landbouwsector. Een alliantie van LTO, Bouwend Nederland en milieuorganisaties zou een stikstofplan hebben ontwikkeld dat aan de boeren fors grotere eisen oplegt met betrekking tot de emissiereductie, dan binnen de aangenomen wet. Zodat de bouw kan bouwen.
Volgens de beschikbare informatie “moeten de boeren hier blij mee zijn omdat de boeren zelf mogen meepraten en kiezen hoe ze de reductie willen realiseren”.

Deze organisaties, die worden gerund door ambtenaren en (oud)politici hebben geen enkel mandaat van de boeren van Nederland! Zij hebben, blijkens eerdere uitspraken, in meerderheid ook geen enkele affiniteit met onze sector. Voor hen geldt slechts eigen belang en hún verdienmodel. Immers, deze partijen leverden ons aan de Klimaattafels al eerder een streek: alleen de boeren hadden als sector de emissiereductie doelen van Europa, vastgesteld op referentiejaar 1990, al ruimschoots bereikt. Bovenstaande partijen wisten in de Haagse achterkamertjes te bereiken dat de peildatum 2005 werd waardoor de Nederlandse boeren opnieuw een forse reductie moeten leveren.


UPDATE, 15u50

In een blog noemt FDF-leider Mark van den Oever het plan 'bizar' en geeft hij aan dat voor FDF-leden het plan niet telt. Daarmee zegt hij tegen het demissionaire en komende kabinet dat LTO niet namens alle boeren van Nederland spreekt. Die strijd voert hij inmiddels sinds 2019 met de oude koepel LTO. Van den Oever maakt van de 40% reductie 60%.



Agractie, de andere nieuwe boerenkoepel (maar kleiner en gematigder dan FDF), laat in een persbericht weten kritisch te zijn maar ook de goede kanten van het plan te kunnen zien:

Recent bereikte ons de concrete uitwerking van de aanbeveling die een aantal partijen, waaronder LTO Nederland, Bouwend Nederland, VNO-NCW en Natuurmonumenten doen aan de politiek en de formerende partijen. Vanuit een aantal deelnemende partijen begrijpen wij de wens om sneller tot méér stikstofreductie en vooral beschikbare stikstof voor ontwikkelruimte te komen. De genoemde 40% in minder dan 9 jaar is echter bijzonder ambitieus. Temeer omdat voor deze reductie voor een groot deel gekeken wordt naar de melkveehouderij. Deze sector verkeert al vele jaren in financieel zwaar weer, waarbij de letterlijke weersomstandigheden en corona dit nog hebben versterkt. Daarom is het noodzakelijk dat voor iedere reductie als startpunt genomen wordt dat dit nimmer tot een kostprijsstijging op het boerenerf mag leiden! Ook zien wij in deze aanbeveling een forse bedreiging voor het voortbestaan van talloze bedrijven aan de randen van Natura 2000 gebieden, zoals bijvoorbeeld in de Gelderse Vallei. Dit vraagt maatwerk en enorme zorgvuldigheid in de uitvoering waarbij vrijwilligheid gegarandeerd blijft. Niettemin onderkennen wij dat er met een gepaste hoeveelheid tijd en financiën stappen te zetten zijn.

Zak met geld
We zien dat in de aanbeveling substantieel geld voor de verschillende voorgestelde trajecten wordt uitgetrokken. Op een aantal lijnen, zoals landbouwgrond beschikbaar houden voor agrarisch gebruik (Grondbank), de Agrarische Hoofdstructuur en Poen voor Groen is nauwe aansluiting met de VISIE van Agractie Nederland, zoals we deze ook met de SER hebben doorgesproken.

Een vrijwillige stoppende boer dient het perspectief voor de blijvers te vergroten. We zijn blij dat er aandacht is voor de legalisatie van de PAS melders, echter zijn we bezorgd om de -krappe- gestelde ruimte hiervoor in combinatie met het ontwikkelperspectief van de landbouw. Ook hebben wij grote vraagtekens bij de concrete uitwerking en haalbaarheid van deze aanbeveling in dit korte tijdsbestek en zien graag de doorrekening en onderbouwing tegemoet. Daarin is een belangrijke vraag hoe het steunpakket zich verhoudt tot de EU criteria voor staatsteun aan een sector. Wij denken dat het essentieel is dat ook de grote spelers vanuit industrie, bouw én natuur substantieel gaan bijdragen in het realiseren van maatschappelijke wensen, zoals minder emissie en meer biodiversiteit. Vooralsnog zien wij vooral dat andere sectoren méér willen gaan uitstoten van de ruimte die de agrarische sector moet vrijspelen.

Onderbouwing
Hoewel in de aanbeveling wordt gesproken over meer meten in plaats van berekenen met modellen, staat nog altijd de vraag overeind in hoeverre de KDW (Kritische Depositie Waarden) betrouwbaar zijn als basis voor stikstofbeleid en welke invloed andere factoren (zoals droogte, temperatuurstijging, andere stoffen) hebben op ontwikkelingen in N2000 gebieden. Wij hebben hier grote vraagtekens bij en verder onderzoek hiernaar is noodzaak!

Oproep!
De agrarische sector is gebaat bij duidelijkheid en perspectief! Wij namen hierin het voortouw door een stip op de horizon te zetten met onze visie als aanzet tot verder gesprek en richtlijn voor de politiek. Verschillen van mening en inzicht zullen er altijd blijven, maar tegenover elkaar staan in plaats van elkaar te versterken bínnen één sector is destructief! Daarom opnieuw de oproep tot samenwerking, werken aan oplossingen, en constructiviteit. Alleen zó kunnen we met elkaar de sector dienen
!
Dit artikel afdrukken