In Nederland verscheen onlangs een documentaire van Merijn Poels die moest aantonen dat goede doelenorganisatie Postcode Loterij van ondernemer Boudewijn Poelmann een antidemocratisch en hersenspoelend complot zou leiden. Met een netwerk van groene activisten en idealistische ondernemers zou hij met bakken in zijn loterij verdiend geld samenspannen tegen de Nederlandse landbouw in het algemeen en de veehouderij in het bijzonder.

In Frankrijk speelt een soortgelijke zaak maar dan met een exotisch Amerikaans tintje. Het liberale blad L'Opinion 'onthulde' de Amerikaanse financier van de activistische vegan dierenrechtenorganisatie L214 die met in het geheim gemaakte nare videobeelden uit stallen en slachterijen sinds 2017 met grote regelmaat de publieke opinie beïnvloedt. Het leidde in een flink aantal gevallen tot de sluiting van slachthuizen en stallen en geknakte merkimago's.

Een reeks bekende Fransen leidde de video's van L214 in. Zo kon de organisatie haar naam bouwen dankzij een eerste donatie van €1,14 miljoen van het Open Philanthropy Project (OPP) van onder meer Facebook-miljardair Dustin Moskovitz. Het bleef niet bij het eerste bedrag. De meest recente donatie kreeg L124 bijgeschreven in november 2020. Het ging om een cheque van €1,22 miljoen, te besteden aan "fondsenwerving, professionalisering, onderzoek en pleitbezorging ten behoeve van het welzijn van kippen in Frankrijk".

Echte onthullingen zijn het niet. De donaties zijn in alle openbaarheid te vinden, ontdekte het linkse weekblad Libération al in 2019.

L'Opinion ziet OPP als een private onderneming die gebruik maakt van een gunstig belastingregime om markten voor nieuwe belangen te ontwikkelen. Het blad wijst op de investeringen die OPP's eveneens Amerikaanse zusterorganisatie Good Food Institute (GFI) doet in de ontwikkeling van namaakvlees. GFI stimuleert de ontwikkeling van plantaardig namaakvlees met donaties van geestverwanten die weer investeren in de bedrijven die het naar de markt brengen. Het GFI werkt onder meer samen met de Nederlandse WUR.

Het Franse blad suggereert met zoveel woorden dat de anti-vlees en op de promotie van vegan voeding gerichte campagnes van L214 bedoeld zijn om de markt voor vleesvervangers te ontwikkelen en investeerders aan rendement te helpen.

Is er sprake van een complot? Welnee. In Frankrijk bestond nog geen Wakker Dier en de Dierenbescherming hield zich in het land nog altijd bezig met de opvang van honden en katten. Tijd dus voor wat reuring in het van oudsher nogal carnivore land dat inmiddels zijn vleesconsumptie matigt.

Er zijn mensen met idealen die in korte tijd zoveel geld hebben verzameld dat ze in hun beeld van een betere samenleving kunnen promoten door geld weg te geven. Dat doen ze door het publiek via media te beïnvloeden en consumenten, onder meer, te bewegen naar het eten van vegan producten. Hoe communicatie en sociale technologie-oplossingen werken, weten ze bovendien als geen ander. Poels liet zien dat er netwerken van idealisten achter schuilgaan. De één heeft geld en idealen; de ander alleen de content. Bij elkaar wordt het een geolied mechanisme dat de samenleving in beweging brengt. En daarmee ontstaan ook investeringskansen in helemaal nieuwe bedrijven zoals Beyond Meat, Just, Vivera, de Vegetarische Slager en nog vele andere waar ze - logisch gegeven hun idealen - in investeren.

Dat vliegwiel past niet noodzakelijk bij ieders idealen, maar zorgt er wel voor dat inmiddels ook Unilever vegan is gegaan. En daar kunnen ze natuurlijk ook in investeren.

Als dieren wel degelijk een rol moeten blijven spelen in de voedselketen zoals bijvoorbeeld de Nederlandse hoogleraar Imke de Boer en haar team duidelijk maken, dan verdwijnen die geluiden in het niet als ze geen gehoor vinden onder rijkaards of anderen die er met impact over communiceren.

Poels suggereerde dat er een complot bestaat. De critici die hij sprak vormen ook een netwerk en leggen hem de complotgedachte in de mond. In werkelijkheid zien ze hoe makkelijk mensen elkaar vinden en hoe massapsychologie in de 21e eeuw onder invloed van geld in plaats van een open democratie werkt. Het netwerk van Poels mist poen, maar zou anders ook als een tegencomplot uit te tekenen zijn.

Welkom in de 21e eeuw: wie geen geld heeft en niet slim communiceert, bestaat niet en wordt niet meer gehoord. Wie er een gebrek in ziet, zou moeten concluderen dat er een fout is geslopen in de open democratische samenleving omdat geld de vestiging van nieuwe maatschappelijke idealen bepaalt. Pers en sociale media schrijven ze over en verspreiden ze omdat ze aantrekkelijk en vernieuwend klinken en maken het werk daarmee geheel vrijwillig af. Of geloof jij wel dat er een doortrapte geest achter schuilgaat?


Komiek Guillaume Meurice introduceert een van de video's van L214, die we hier eerder bespraken


De documentaire van Poels ('100% staatschuldvrij'):


Proveg is een Europese organisatie die op basis van dezelfde idealistische funding als het Good Food Institute is opgezet. Mensen met geld verschaffen de middelen voor uitgebreide publiekscampagnes. Die creëren vervolgens een markt. Omdat het gaat om een geheel nieuwe markt die een vraag ontwikkelt waar het aanbod niet meer aan kan voldoen, zijn er hoge rendementen te behalen. Vanmorgen publiceerde Proveg een persbericht met de resultaten van haar campagne tegen het verbod op zuivel- en vleesnamen voor plantaardige producten die erop lijken. In het geval van Proveg lopen funding en directe bedrijfsbelangen vermoedelijk door elkaar. Complot of ook gewoon een geval van moderne 21e eeuwse communicatie?

Europa verwerpt 'plantaardige
zuivelcensuur'


Brussel, 26 mei 2021

Het Europees Parlement heeft amendement 171 ingetrokken, een voorstel om strenge aanvullende restricties in te voeren op verpakkingen van plantaardige zuivel. Het klimaatonvriendelijke plan dat volgens tegenstanders neerkwam op de ‘censuur van plantaardige zuivel’ werd aangevochten door bijna een half miljoen consumenten in een petitie gestart door ProVeg International.

ProVeg werd in haar verzet tegen het wetsvoorstel bijgestaan door andere ngo's, waaronder Greenpeace en WWF, evenals Greta Thunberg en plantaardige bedrijven zoals Upfield, Oatly en Alpro. Ook de Europese consumentenorganisatie BEUC sprak zich uit tegen het plan.

“Dit is een overwinning voor het gezond verstand en de planeet. Burgers, het bedrijfsleven en experts hebben gesproken en de EU heeft geluisterd. Niemand raakt in de war of misleid door termen als ‘plantaardig alternatief voor zuivel’” zegt Veerle Vrindts, directeur ProVeg Nederland

Het besluit weerspiegelt de wetenschappelijke consensus, onder meer bekrachtigd door het IPCC, de FAO, de WHO en de EAT-Lancet Commission, die unaniem zijn over de dringende noodzaak om over te stappen naar meer plantaardige voeding. Ook de Europese Commissie riep in haar Farm to Fork strategie op tot een transitie van dierlijke naar plantaardige voedingspatronen. Vrindts: “Het zou absurd zijn als de EU enerzijds consumenten oproept om meer plantaardig te eten, en dit tegelijkertijd bemoeilijkt door vergaande restricties in te voeren”.

Als AM171 wel was doorgevoerd, dan had het onder meer de volgende implicaties kunnen hebben:
Bekende verpakkingsformaten zoals een rechthoekig melkpak voor plantaardige melk of een blokje plantaardige margarine worden verboden, omdat ze te veel lijken op die van dierlijke zuivel.
Productafbeeldingen van plantaardig voedsel worden verboden als ze te veel de gedachte aan zuivel 'oproepen' of 'imiteren' - bijvoorbeeld een afbeelding van een melkachtige golf op een pakje havermelk.
Wetenschappelijke beweringen die plantaardig voedsel vergelijken met zuivelproducten zoals "de helft van de CO2-uitstoot van koemelk", zouden worden verboden in alle communicatie, inclusief digitale en sociale media.
Essentiële allergeeninformatie zoals "bevat geen melk" mag niet, want verwijst naar melk;
Nuttige omschrijvingen zoals "veganistisch alternatief voor yoghurt", “kan gebruikt worden in plaats van kookroom” of zelfs "romig" mogen niet gebruikt worden voor plantaardige producten.

Het voorstel werd ingediend door de Franse socialistische Europarlementariër Eric Andrieu en afgelopen oktober goedgekeurd door het Europees Parlement. Het plan leidde direct tot groot verzet. Het amendement werd niet onderworpen aan het gebruikelijke beoordelingsproces bestaande uit een impact assessment of een publieke consultatie, wat leidde tot een schreeuw van consumentenorganisaties en bedrijven om gehoord te worden. Uiteindelijk was het Andrieu zelf die het plan introk.

Francisco Guerreiro, Europees Parlementslid (GREENS/EFA) reageert op de uitkomst: "Het is een schande dat dit amendement überhaupt op tafel lag. De kostbare tijd die verloren is gegaan bij het zoeken naar een compromis over dit onzinnige amendement kunnen we niet meer terugkrijgen, maar we kunnen heel blij zijn dat de onderhandelaars eindelijk bij zinnen kwamen en besloten het te laten vallen. De plantaardige industrie speelt een cruciale rol op het gebied van ecologische duurzaamheid, menselijke gezondheid en dierenwelzijn en de EU moet de groei ervan ondersteunen, niet stoppen."

Ook vanuit de plantaardige sector is verheugd gereageerd. “We verwelkomen het besluit om amendement 171 te verwerpen. Het is essentieel en met grote haast geboden dat we juridische obstakels wegnemen die de overgang naar een duurzaam voedselsysteem belemmeren, niet om nieuwe obstakels te introduceren. De wetenschap laat zien hoe belangrijk het is om over te schakelen op plantaardige voeding om de klimaatverandering en de volksgezondheidsproblemen aan te pakken. Aangezien we nog maar negen jaar hebben om de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te halen, moeten we ons allemaal concentreren op hoe we de verschuiving kunnen versnellen en het voor consumenten gemakkelijker kunnen maken om plantaardige opties te kiezen,” stelt Cecilia McAleavey, directeur Public Affairs en duurzaam eten bij Oatly.

“Als stichtend lid van de European Alliance for Plant-based Foods heeft het aanpakken van concurrentieverstorende wetgeving altijd bovenaan onze agenda gestaan. De afgelopen maanden was Upfield een uitgesproken tegenstander van amendement 171 en het besluit van vandaag om het af te wijzen is een overwinning voor de plantaardige voedingsindustrie. en voor al die mensen die de petitie hebben ondertekend om hun steun toe te zeggen.” stelt Dr. Jeanette Fielding, Chief Corporate Affairs and Communications Officer, Upfield. “Maar de strijd is nog niet gewonnen. Gerechtigheid voor de consument en voor onze planeet zal pas worden bereikt als plantaardig voedsel volgens de wet gelijk wordt behandeld met voedsel dierlijk voedsel."

Ook ProVeg-directeur Veerle Vrindts wijst op het feit dat het bestaande verbod op termen als ‘havermelk’ en ‘sojamelk’ van kracht blijft. “ProVeg zal de discriminatie van plantaardige zuivel blijven aanvechten tot ook dit verbod van tafel is en het woord ‘melk’ er voor elk is. De zuivelindustrie heeft niet het alleenrecht op onze gezamenlijke taal.”
Dit artikel afdrukken