In de negende en laatste aflevering van haar serie over voedselkeuzelogo's komt Annet Roodenburg tot de conclusie dat de kracht van zo'n logo vooral zit in het effect ervan op het aanbod. De klant gaat er niet wezenlijk anders door kopen, maar de levensmiddelensector past z'n producten zo aan dat ze een donkergroene A in plaats van een gele C, een lichtgroene B in plaats van een oranje D of een C in plaats van een rode E krijgen. In die verhanging van de bordjes zit de winst
In Nederland kregen we in 2006 een voedselkeuzelogo: Het Vinkje (Ik Kies Bewust). Zo’n voedselkeuzelogo moest consumenten helpen gezonde keuzes maken, door ze te helpen met begrijpelijke informatie en de voedingsmiddelensector te stimuleren hun producten te verbeteren. Sinds 2018 is Het Vinkje niet meer te vinden op verpakkingen van voedingsmiddelen. Toch was het logo heel bekend of berucht. Eerst nog een stukje geschiedenis.
De afzender is van belang
Het Vinkje ontstond doordat onze overheid de voedingsmiddelensector 15 jaar geleden opriep om te komen tot 1 voedselkeuzelogo. Dat deed de voedingsmiddelensector, destijds met Unilever en FrieslandCampina voorop, zo ontstond in 2006 het ‘Ik Kies Bewust’ logo. Doordat Albert Heijn parallel zijn Keuze Klavertje introduceerde voor uitsluitend eigen huismerkartikelen, en 'Ik Kies Bewust’ openstond voor alle anderen, groeide het ‘Ik Kies Bewust’ initiatief destijds heel snel. In 2010 gingen Klavertje en ‘Ik Kies Bewust’ samen tot Het Vinkje. De voedingsmiddelensector was initiatiefnemer én eigenaar: juist dat maakte het logo minder geloofwaardig.
Voedingsmiddelenbedrijven moesten betalen om het Vinkje op hun gezondere producten te mogen dragen. Dat deden ze naar draagkracht. Grotere bedrijven met meer omzet betaalden een hoger bedrag. Met dat geld werd de controle of een voedingsmiddel voldeed aan de criteria gefinancierd en ook de communicatie naar consumenten over wat het voedselkeuzelogo betekende. Op zich heel logisch want deze dingen kosten geld, alleen al gauw werd onterecht gesuggereerd dat bedrijven het Vinkje konden kopen.
Verwarrend voor consumenten
Het Vinkje was een voedselkeuzelogo dat alleen op voedingsmiddelen stond die gezond waren, volgens de vastgestelde criteria (voor suiker, zout, verzadigd vet, transvet, energie en voedingsvezel). Als een voedingsmiddel geen Vinkje had, kon je als consument dus niet zien of het een ongezonde keuze was, of dat de fabrikant helemaal niet meedeed.
Draagvlak en snelheid is ook van belang
Vanwege de ongeloofwaardigheid van een voedselkeuzelogo waar de voedingsindustrie eigenaar van is, is het goed dat nu de overheid aan het stuur zit. En dat er gezocht wordt naar een breed draagvlak waarin bedrijfsleven, wetenschap, maatschappelijke organisaties worden meegenomen. Het nadeel hiervan is wel dat het langzaam gaat. De voedingsmiddelensector wacht al sinds 2018 op een nieuwe set van criteria waarop ze zich kunnen richten. Het ongeduld bij supermarkten en producenten waarover ik eerder schreef is ergens wel begrijpelijk.
Een voedselkeuzelogo op alle producten
Ook de ontwikkeling van een verplicht logo of een logo waaraan je kunt zien of een fabrikant meedoet aan het logo is een stap in de goede richting. Een voorbeeld van die laatste is de eerder besproken Nutri-Score. Als een fabrikant meedoet moeten alle producten een logo krijgen: A,B,C,D en E. In een vorig blog kon je lezen dat bedrijven daar nu helaas opportunistisch mee omgaan (zie ook de afbeelding). De verschijningsvorm van Nutri-Score maakt het in principe een beter logo dan het Vinkje omdat consumenten kunnen zien of bedrijven meedoen of niet.
Wetenschappelijke onderbouwing
Ook belangrijk is of een logo wetenschappelijk onderbouwd is. Het ‘Ik Kies Bewust’ logo had die wetenschappelijke onderbouwing. Ik heb er destijds aan meegewerkt, de uitdaging was om dit onafhankelijk van mijn toenmalige werkgever (Unilever) te doen. Hiervoor was een werkwijze afgestemd, waarbij betrokken bedrijven zich niet inhoudelijk mochten bemoeien met de onderbouwing die met een groep internationale wetenschappers werd ontwikkeld. Als je wilt weten hoe we dat deden: kijk naar het supplement bij de wetenschappelijke publicatie hierover. Criteria werden iedere 4 jaar aangescherpt door een wetenschappelijke commissie. Ook werd de effectiviteit bij consumenten en producenten onderzocht. En de potentiële effecten op gezondheid. Na 2010 is er echter weinig meer onderzocht en gepubliceerd over de effectiviteit van het Vinkje. Dat pakte negatief uit voor het logo, want hierdoor kregen de critici een groter aandeel van het lawaai.
Monitoren van effecten is belangrijk
De wetenschappers achter Nutri-Score publiceren een grote stroom wetenschappelijke artikelen. Hun onderzoek gaat vooral over de validatie van het algoritme en de effectiviteit bij consumenten. Vaak vergelijkbare onderzoeken in verschillende landen. Zie het vorige blog. Op deze manier wordt het logo ‘geladen’ met steeds opnieuw (vergelijkbare) actuele informatie. Best slim. Nutri-Score wordt steeds bekender. Toch blijven er problemen met het algoritme. En de meest interessante onderzoeksvraag wordt er niet mee beantwoord: Heeft het voedselkeuzelogo echt effect op de gezondheid van de consument? Dat blijft lastig te onderzoeken. En het is maar de vraag of alleen een voedselkeuzelogo zo effectief zal zijn op de gezondheid van de consument. Wel als onderdeel van een beleid, waar ook maatregelen bij horen zoals suikertaks, (verplichte) doelen voor productverbetering en het verbieden van alle kidsmarketing. En dan maakt het niet zo uit of het Nutri-Score of een ander voedselkeuzelogo is, zolang het maar verplicht is voor alle producten.
Daarom een logo
De kracht van het certificeren door middel van een voor de consument zichtbaar logo is een veel gebruikt mechanisme om het aanbod te sturen. Of het nu over Beter-Leven vlees gaat, over duurzame vis, over eerlijke chocolade, of over gezondheid. Als de achterliggende criteria maar goed onderbouwd zijn en het proces van toekenning van de logo’s in orde is. En dan kan het soms best nog heel ingewikkeld zijn in onze complexe voedingsketen… daar heb ik ook ooit over geschreven. Dus simpel is het niet, maar toch zie ik een voedselkeuzelogo als een middel om veranderingen teweeg te brengen. Vooral door voedingsmiddelenfabrikanten aan te sporen gezondere producten te maken.
Daarom hoop ik over 2 (?) jaar in mijn supermarkt veel meer voedselkeuzelogo’s te zien, die consumenten écht helpen. En supermarkten die consumenten helpen gezonde keuzes te maken, niet alleen door een gezonder aanbod maar ook door die gezondere keuzes in de aanbieding te doen.
Dit artikel afdrukken
De afzender is van belang
Het Vinkje ontstond doordat onze overheid de voedingsmiddelensector 15 jaar geleden opriep om te komen tot 1 voedselkeuzelogo. Dat deed de voedingsmiddelensector, destijds met Unilever en FrieslandCampina voorop, zo ontstond in 2006 het ‘Ik Kies Bewust’ logo. Doordat Albert Heijn parallel zijn Keuze Klavertje introduceerde voor uitsluitend eigen huismerkartikelen, en 'Ik Kies Bewust’ openstond voor alle anderen, groeide het ‘Ik Kies Bewust’ initiatief destijds heel snel. In 2010 gingen Klavertje en ‘Ik Kies Bewust’ samen tot Het Vinkje. De voedingsmiddelensector was initiatiefnemer én eigenaar: juist dat maakte het logo minder geloofwaardig.
Als een voedingsmiddel geen Vinkje had, kon je als consument dus niet zien of het een ongezonde keuze was, of dat de fabrikant helemaal niet meedeedHet Vinkje was niet te koop
Voedingsmiddelenbedrijven moesten betalen om het Vinkje op hun gezondere producten te mogen dragen. Dat deden ze naar draagkracht. Grotere bedrijven met meer omzet betaalden een hoger bedrag. Met dat geld werd de controle of een voedingsmiddel voldeed aan de criteria gefinancierd en ook de communicatie naar consumenten over wat het voedselkeuzelogo betekende. Op zich heel logisch want deze dingen kosten geld, alleen al gauw werd onterecht gesuggereerd dat bedrijven het Vinkje konden kopen.
Verwarrend voor consumenten
Het Vinkje was een voedselkeuzelogo dat alleen op voedingsmiddelen stond die gezond waren, volgens de vastgestelde criteria (voor suiker, zout, verzadigd vet, transvet, energie en voedingsvezel). Als een voedingsmiddel geen Vinkje had, kon je als consument dus niet zien of het een ongezonde keuze was, of dat de fabrikant helemaal niet meedeed.
Draagvlak en snelheid is ook van belang
Vanwege de ongeloofwaardigheid van een voedselkeuzelogo waar de voedingsindustrie eigenaar van is, is het goed dat nu de overheid aan het stuur zit. En dat er gezocht wordt naar een breed draagvlak waarin bedrijfsleven, wetenschap, maatschappelijke organisaties worden meegenomen. Het nadeel hiervan is wel dat het langzaam gaat. De voedingsmiddelensector wacht al sinds 2018 op een nieuwe set van criteria waarop ze zich kunnen richten. Het ongeduld bij supermarkten en producenten waarover ik eerder schreef is ergens wel begrijpelijk.
Een voedselkeuzelogo op alle producten
Ook de ontwikkeling van een verplicht logo of een logo waaraan je kunt zien of een fabrikant meedoet aan het logo is een stap in de goede richting. Een voorbeeld van die laatste is de eerder besproken Nutri-Score. Als een fabrikant meedoet moeten alle producten een logo krijgen: A,B,C,D en E. In een vorig blog kon je lezen dat bedrijven daar nu helaas opportunistisch mee omgaan (zie ook de afbeelding). De verschijningsvorm van Nutri-Score maakt het in principe een beter logo dan het Vinkje omdat consumenten kunnen zien of bedrijven meedoen of niet.
Wetenschappelijke onderbouwing
Ook belangrijk is of een logo wetenschappelijk onderbouwd is. Het ‘Ik Kies Bewust’ logo had die wetenschappelijke onderbouwing. Ik heb er destijds aan meegewerkt, de uitdaging was om dit onafhankelijk van mijn toenmalige werkgever (Unilever) te doen. Hiervoor was een werkwijze afgestemd, waarbij betrokken bedrijven zich niet inhoudelijk mochten bemoeien met de onderbouwing die met een groep internationale wetenschappers werd ontwikkeld. Als je wilt weten hoe we dat deden: kijk naar het supplement bij de wetenschappelijke publicatie hierover. Criteria werden iedere 4 jaar aangescherpt door een wetenschappelijke commissie. Ook werd de effectiviteit bij consumenten en producenten onderzocht. En de potentiële effecten op gezondheid. Na 2010 is er echter weinig meer onderzocht en gepubliceerd over de effectiviteit van het Vinkje. Dat pakte negatief uit voor het logo, want hierdoor kregen de critici een groter aandeel van het lawaai.
Monitoren van effecten is belangrijk
De wetenschappers achter Nutri-Score publiceren een grote stroom wetenschappelijke artikelen. Hun onderzoek gaat vooral over de validatie van het algoritme en de effectiviteit bij consumenten. Vaak vergelijkbare onderzoeken in verschillende landen. Zie het vorige blog. Op deze manier wordt het logo ‘geladen’ met steeds opnieuw (vergelijkbare) actuele informatie. Best slim. Nutri-Score wordt steeds bekender. Toch blijven er problemen met het algoritme. En de meest interessante onderzoeksvraag wordt er niet mee beantwoord: Heeft het voedselkeuzelogo echt effect op de gezondheid van de consument? Dat blijft lastig te onderzoeken. En het is maar de vraag of alleen een voedselkeuzelogo zo effectief zal zijn op de gezondheid van de consument. Wel als onderdeel van een beleid, waar ook maatregelen bij horen zoals suikertaks, (verplichte) doelen voor productverbetering en het verbieden van alle kidsmarketing. En dan maakt het niet zo uit of het Nutri-Score of een ander voedselkeuzelogo is, zolang het maar verplicht is voor alle producten.
Daarom een logo
De kracht van het certificeren door middel van een voor de consument zichtbaar logo is een veel gebruikt mechanisme om het aanbod te sturen. Of het nu over Beter-Leven vlees gaat, over duurzame vis, over eerlijke chocolade, of over gezondheid. Als de achterliggende criteria maar goed onderbouwd zijn en het proces van toekenning van de logo’s in orde is. En dan kan het soms best nog heel ingewikkeld zijn in onze complexe voedingsketen… daar heb ik ook ooit over geschreven. Dus simpel is het niet, maar toch zie ik een voedselkeuzelogo als een middel om veranderingen teweeg te brengen. Vooral door voedingsmiddelenfabrikanten aan te sporen gezondere producten te maken.
Daarom hoop ik over 2 (?) jaar in mijn supermarkt veel meer voedselkeuzelogo’s te zien, die consumenten écht helpen. En supermarkten die consumenten helpen gezonde keuzes te maken, niet alleen door een gezonder aanbod maar ook door die gezondere keuzes in de aanbieding te doen.
Voedingsexpert Annet Roodenburg is lector aan de HAS Hogeschool in Den Bosch. Al 2 decennia houdt ze zich bezig met voedselkeuzelogo's. Ze vindt de Farm-to-Fork-strategie een goed moment voor een serie artikelen over voedselkeuzelogo’s. Die verschijnen hier wekelijks op vrijdagmiddag. Ze laat zien wat voedselkeuzelogo’s beogen, hoe ze werken en wat volgens haar de beste oplossing is om de consument te helpen gezond te kiezen.
Annets voorgaande teksten zijn te vinden onder de volgende links:
1. Waarom een voedselkeuzelogo?
2. Het Nutri-Score algoritme levert onlogische scores op
3. Hoe pas je het algoritme van Nutri-Score aan?
4. Belangen en poppetjes zitten voedingsprofielen in de weg
5. De overheid aan het stuur, maar het voedselkeuzelogo laat veel vrijblijvendheid
6. Nutri-Score maakt een valse start
7. Voedselkeuzelogo laat ook wie er niet op let anders eten
8. De wetenschap over voedselkeuzelogo's
Annets voorgaande teksten zijn te vinden onder de volgende links:
1. Waarom een voedselkeuzelogo?
2. Het Nutri-Score algoritme levert onlogische scores op
3. Hoe pas je het algoritme van Nutri-Score aan?
4. Belangen en poppetjes zitten voedingsprofielen in de weg
5. De overheid aan het stuur, maar het voedselkeuzelogo laat veel vrijblijvendheid
6. Nutri-Score maakt een valse start
7. Voedselkeuzelogo laat ook wie er niet op let anders eten
8. De wetenschap over voedselkeuzelogo's
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
In een aanpalend draadje concludeert RIVM dat alle moeite die in product-herformulering is gaan zitten, eigen vrijwel niets opgeleverd heeft. In mijn reactie aldaar verwees ik naar een stuk van 5 jaar geleden waarin ik die conclusie ook al trok.
Wat zorgt voor de verwachting dat nutri-score dat wel gaat bewerkstelligen?
Dennis Zeilstra de tijd wordt doorgebracht met praten, samen onderzoek doen, vertellen dat we “allemaal ons best doen”. Nutriscore gaat helpen, maar een suikertax bijvoorbeeld ook. Wortel en stok, mits #doenindepraktijk
' . . . de levensmiddelensector past z'n producten zo aan dat ze een donkergroene A in plaats van een gele C . . . '
Moet maar net kunnen, of het wordt een ander product, andere smaak, andere eigenschappen, prijs. Je kunt van kokosolie (E) geen raapzaadolie (C) of zonnebloemolie (D) maken. Het gevolg is dat er dan mogelijk producten verdwijnen.
Ik heb geen airfryer, waar is de reuzel gebleven? Zelfs de kruidenier met 30.000 producten kan mij er niet meer aan helpen en frituren in plantenolie wordt door professor Tiny van Boekel afgeraden.
Correctie: Jumbo heeft nog 'ossewit'
Nutri-score naar links verschuiven kan onmisbare producten uitfaseren?
Onder druk van (ja wist ik het maar) is bijna alle harde bak- en frituurvet zoals reuzel, uit de handel verdwenen en vervangen door vloeibare plantaardige oliën.
> Professor Tiny van Boekel: ‘Friet moet je bakken in vast vet’ (link)
> Consumentenbond: 'verbied handel en gebruik hard frituurvet' (link)
Merkwaardig genoeg heeft reuzel dezelfde nutri-score (D) als zonnebloemolie en maisolie. Alleen walnotenolie, olijfolie en raap-koolzaad scoren een C, maar daar wordt niet veel mee gebakken.
Nutri-score: Reuzel (puur varken) nutri-score D, een aantal plantenoliën ook nutri-score D (sommigen C, kokos E).
Nu ik toch in de olie zit,
PLUS: MAISOLIE.
Wettelijke omschrijving: MAISKIEMOLIE.
Gebruiksinstructies: Deze olie is gemaakt van KOOLZAADOLIE en is reukloos en neutraal van smaak. Het is geschikt voor zowel warme als koude bereidingen. Ideaal voor (roer)bakken en frituren, maar ook voor het bereiden van dressings.
Ik kom niet veel in supermarkten, maar als op hun websites snuffel, dan rijzen mij de haren vaak te(n) berge. Kortom, eerst puinruimen alvorens nutri-score overal op te plakken.
Joep, ook in moderne tijden is er nu eenmaal geloof. Dat willen we graag ontkennen, maar vooral het afgelopen jaar toonde duidelijk aan dat onderzoekers en experts meningen hebben die ze voor feitelijk verslijten, maar die ze toch steeds bij moeten stellen omdat de feiten anders zijn.
Is dat erg? Inhoudelijk niet (het is iets dat bij mensen hoort, we kunnen waarschijnlijk niet anders). Het kan inderdaad wel gevolgen hebben voor de samenleving. Maar ook dat is altijd zo geweest, al is de schaal nu groter omdat er meer mensen direct mee te maken krijgen.
Maar: wat is het risico van de invoering van de Nutri-Score? Ik kan me er niet veel bij voorstellen. Als eten mèt gevaarlijk is, dan is eten zonder dat ook.