Nu iedereen zich ineens bewust lijkt te zijn van zijn of haar gezondheid, horen we overal om ons heen over de rol die voeding kan spelen in het behouden daarvan. Dat kan ik als voedingswetenschapper alleen maar toejuichen. We weten dat een gezond voedingspatroon kan helpen om gezonder oud te worden en minder snel last te krijgen van kwaaltjes. Het kan daarmee ook bijdragen aan een langdurige hoge kwaliteit van leven.

Minder vrolijk word ik van de vele suggesties over ‘wondermiddeltjes’ en (te) veelbelovende effecten van levensmiddelen of nutriënten. Het eerlijke verhaal over de rol die voeding kan spelen in het ondersteunen van onze gezondheid blijft in de mist.

Disclaimer
Als ik radio luister of tv kijk, ontkom ik niet aan de reclames voor voedingssupplementen die mijn weerstand zouden ondersteunen. Soms gaat het over vitaminen en mineralen. Vaak gaat het over producten met kruiden of kruidenextracten, de zogenaamde botanicals. En hoewel er wel een disclaimer volgt zodra het gezondheidseffect is benoemd – zoals ‘de evaluatie van dit gezondheidseffect is nog lopend’ of ‘nog in afwachting van goedkeuring’ – vraag ik me af bij wie die disclaimer beklijft. De belofte komt binnen, de afzwakking hoor je niet.

In 2008 werden meer dan 2.000 claims ingediend die tot op de dag van vandaag nog niet zijn beoordeeld
De Europese voedings- en gezondheidsclaimsverordening is intussen bijna 15 jaar oud en heeft het aantal claims gemaakt over de inhoudsstoffen van voeding of de positieve effecten die je daarvan zou kunnen merken drastisch beperkt. Dat is logisch, want sinds de invoering van deze Europese wet mogen alleen nog claims over de gezondheidseffecten van voeding gemaakt worden als ze wetenschappelijk zijn aangetoond.

Een gezondheidsclaim moet voor goedkeuring worden ingediend bij de Europese Commissie. Die vraagt op haar beurt de Europese Voedselveiligheidsautoriteit EFSA om de wetenschappelijke onderbouwing te beoordelen. Als het ingestuurde dossier inderdaad het positieve effect van een ingrediënt of voedingsmiddel aantoont, volgt een positief oordeel van de EFSA en kan de Commissie besluiten de claim goed te keuren. Pas daarna mag de claim op het label, in reclames en op websites worden gebruikt.

Uitzondering: botanicals
Voor de claims op botanicals bestaat een uitzondering. Al in 2008 werden meer dan 2.000 claims ingediend die tot op de dag van vandaag nog niet zijn beoordeeld. Terwijl de wetenschappelijke onderbouwing van claims van voedingsproducten aan strenge eisen moeten voldoen, zijn veel voorgespiegelde gezondheidseffecten van kruiden onderbouwd met kennis van traditioneel gebruik.

Binnen de EU kan dit voor sommige producten: de veiligheid van nieuwe voedingsmiddelen die traditioneel al gebruikt worden in landen buiten de EU, kan worden onderbouwd met informatie over onder meer de bereiding, consumptie en in welke hoeveelheid het veilig lijkt te zijn. Ook voor medicijnen bestaat er een speciale categorie in de Europese richtlijn voor humane geneesmiddelen voor de zogeheten traditionele kruidengeneesmiddelen. Voor dit type farmaceutische producten kun je met gegevens over de afgelopen 30 jaar (waarvan 15 jaar binnen de EU) onderbouwen dat een product veilig gebruikt kan worden bij een bepaalde medische indicatie.

Het is niet langer vol te houden om in het midden te laten of gegevens van de afgelopen 30 jaar wel of niet gebruikt mogen worden om een gezondheidsclaim op voeding te onderbouwen
Traditioneel bewijs
Terwijl veel productcategorieën ruimte lijkt te laten voor traditioneel bewijs om aan te tonen dat iets effectief of veilig is, leek de Voedings- en gezondheidsclaimsverordening te eisen dat claims op het effect van levensmiddelen bij mensen altijd wetenschappelijk bewezen moesten zijn met wetenschappelijk bewijs. Dat leidde tot hoogoplopende discussies over de rol van traditioneel bewijs die ervoor zorgde dat de beoordeling van de 2.000 ingediende claims al in 2012 werd stilgelegd. Als tussenoplossing mochten de ingediende claims in ieder geval 'voorlopig' worden gebruikt. In Nederland moeten fabrikanten dat wel doen met de disclaimer dat de evaluatie nog loopt.

Het is begrijpelijk dat de autoriteiten tijd nodig hadden om nader te bepalen hoe ze het best met de botanische claims om konden gaan. Maar waarom duurt dat nu al bijna negen jaar? Ik zie geen reden om ze nog steeds niet langs dezelfde meetlat te leggen als de goedgekeurde gezondheidsclaims.

Omdat consumentenstudies laten zien dat lang niet iedereen onderscheid kan maken tussen voedingsclaims (‘bevat vitamine C’) en gezondheidsclaims (‘bevat vitamine C, dat je weerstand ondersteunt’), denk ik dat de ruimte voor claims met een disclaimer extra verwarring met zich meebrengt. Juist om dat te voorkomen is 15 jaar geleden de verordening ingevoerd. Er moest minder ruimte komen voor consumentenmisleiding zodat consumenten beter beschermd zijn.

Het is niet langer vol te houden om in het midden te laten of gegevens van de afgelopen 30 jaar wel of niet gebruikt mogen worden om een gezondheidsclaim op voeding te onderbouwen. In het kader van de Europese Farm to Fork strategy is het perfecte moment aangebroken om die keuze te maken.

Alie de Boer is universitair docent voedingswetenschappen & levensmiddelenrecht aan de Universiteit Maastricht. Ze is tevens oprichter en hoofd van het Food Claims Centre Venlo, het expertisecentrum voor functionele voedingsmiddelen.
Dit artikel afdrukken