‘Framende’ marketingtrucs hebben minder impact op ex-obesitaspatiënten. Dat zou blijken uit een recent onderzoek naar de gevoeligheid voor marketingtrucs onder verschillende gewichtsgroepen.
Een vaak gebruikte tactiek is ’framing’. Daarmee wordt informatie zo gepresenteerd dat het je keuzes en verwachtingen beïnvloedt.
Een Canadees-Frans onderzoeksteam vroeg aan 3 verschillende groepen consumenten de hoeveelheid calorieën te raden van producten die als ‘gezond’ (appelsap en een granolareep) werden aangeprezen en van producten zonder die aanbeveling (frisdrank en chocola). De onderzoeksgroepen bestonden uit respectievelijk 29 obese personen, 41 personen met een normaal gewicht en 73 obesitaspatiënten die een maagverkleiningsoperatie hadden ondergaan.
De proefpersonen onderschatten de hoeveelheid calorieën van de ‘gezond’ gelabelde producten. De obese proefpersonen deden dit consequent het meest. Opvallend was dat de groep die een maagverkleining had ondergaan 12 maanden na de operatie even gevoelig was voor de marketingtrucs als de groep met een normaal gewicht.
Waarom mensen op normaal gewicht of met een maagverkleining dichter bij de waarheid zitten, is onbekend en kan ook niet op basis van dergelijk onderzoek worden vastgesteld. Toch wagen de onderzoekers zich aan het uitspreken van een mogelijk verklaring. “De resultaten suggereren een bidirectionele invloed van lichaamsgewicht, psychologie en de omgeving, waaronder marketing. Het is een complexe interactie,” zegt onderzoeksleider Yann Cornil in Science Daily.
ScienceDaily - Weight loss changes people's responsiveness to food marketing
Een vaak gebruikte tactiek is ’framing’. Daarmee wordt informatie zo gepresenteerd dat het je keuzes en verwachtingen beïnvloedt.
Een Canadees-Frans onderzoeksteam vroeg aan 3 verschillende groepen consumenten de hoeveelheid calorieën te raden van producten die als ‘gezond’ (appelsap en een granolareep) werden aangeprezen en van producten zonder die aanbeveling (frisdrank en chocola). De onderzoeksgroepen bestonden uit respectievelijk 29 obese personen, 41 personen met een normaal gewicht en 73 obesitaspatiënten die een maagverkleiningsoperatie hadden ondergaan.
De proefpersonen onderschatten de hoeveelheid calorieën van de ‘gezond’ gelabelde producten. De obese proefpersonen deden dit consequent het meest. Opvallend was dat de groep die een maagverkleining had ondergaan 12 maanden na de operatie even gevoelig was voor de marketingtrucs als de groep met een normaal gewicht.
Waarom mensen op normaal gewicht of met een maagverkleining dichter bij de waarheid zitten, is onbekend en kan ook niet op basis van dergelijk onderzoek worden vastgesteld. Toch wagen de onderzoekers zich aan het uitspreken van een mogelijk verklaring. “De resultaten suggereren een bidirectionele invloed van lichaamsgewicht, psychologie en de omgeving, waaronder marketing. Het is een complexe interactie,” zegt onderzoeksleider Yann Cornil in Science Daily.
“People with obesity were initially more responsive to food marketing, but bariatric surgery reduced their responsiveness down to the level of lean people,” lees ik in de abstract van het onderliggende artikel over het onderzoek. Ik heb het hele artikel niet kunnen openen (ook niet illegaal) maar ik mag toch aannemen dat dit is wat de auteurs gevonden denken te hebben: een causaal verband tussen chirurgie en psychologie.
Daar staat ongeveer dat de ontvankelijkheid van bariatrische patiënten voor marketing van voeding vermindert door de operatie. Tegelijk met 80% van de maag dus weggeopereerd. Dat lijkt mij heel sterk, om het netjes te zeggen.
Er zijn zeker drie andere, plausibeler verklaringen voor de verminderde gevoeligheid voor de verleidingen van reclame voor eten van mensen die een bariatrische ingreep hebben ondergaan, zonder dat er een psychologische test nodig was.
Ten eerste heeft wie verder leeft met een maag ter grootte van een standaard wijnglas genoeg aan veel minder voeding. Als dat maagje vol zit, gaan er via meerdere kanalen signalen naar de hersenen. Het gevoel van trek en verzadiging is bij de mensen geheel overhoop gehaald. Via deze feedback loops tussen maag, darmen en hersenen ontstaat een veel zuiniger afgestelde behoefte aan eten. Dat is niet psychologisch gestuurd, maar mechanisch, neurologisch en endocrinologisch.
Ten tweede hebben mensen die een bariatrische ingreep ondergaan zonder uitzondering een jarenlange worsteling met hun obesitas, hun eetgewoonte en alle mogelijke diëten achter de rug. Ze zijn ervaringsexperts in voeding, die je niets meer hoeft te vertellen over calorieën, portiegroottes en de andere dingen die getest zijn door de psychologen van hierboven. Ze hebben gewoon de goede antwoorden gegeven.
Ten derde volgen deze mensen na de operatie een begeleidingstraject, met (jaarlijkse) controles, om ervoor te zorgen dat ze goed eten en voldoende vitaminen, mineralen en eiwitten binnenkrijgen. Ze gaan dus meestal heel verstandig met hun voeding om, al zal die zorgvuldigheid na verloop van tijd wat verslappen. Maar dan treden weer de beide punten hierboven in werking: weinig trek en kennis van voeding.
Om ook in het Engels af te sluiten, in de woorden van Nick Lowe: “Take it from a fool who knows”.