Dat er een klimaatcrisis is, valt niet meer te ontkennen. Hoewel 's werelds grootste denkers zich buigen over strategieën om de gevolgen van deze dreigende ramp te voorkomen, zien ze vaak een impactvolle klimaatoplossing over het hoofd: het nastreven van gendergelijkheid en vrouwenemancipatie. Internationale Vrouwendag op 8 maart is een goed moment om daar extra bij stil te staan, aldus Joky François, Global Gender Lead bij Rainforest Alliance.
In lage inkomenslanden is bijna de helft (43%) van alle landarbeiders vrouw. Toch kunnen vrouwen door traditionele normen en lokale regels meestal geen eigenaar worden van de grond die ze bewerken. Bovendien hebben vrouwen amper toegang tot krediet of onderwijs en worden ze vaak buitengesloten bij besluitvorming. Naast hun werk op het land, wordt thuis van ze verwacht dat ze het gros van de onbetaalde zorgtaken op zich nemen, zoals het zorgen voor de kinderen of huishoudelijk werk waaronder het verzamelen van water en hout. Zo'n situatie maakt het voor vrouwen moeilijk om goed betaald werk, onderwijs en andere belangrijke kansen na te streven.
Klimaatverandering verergert de situatie van vrouwen. Een rapport van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) suggereert dat wanneer als gevolg van klimaatverandering natuurlijke hulpbronnen schaars worden traditionele genderrollen worden versterkt en geweld tegen vrouwen groeit. Zo'n zelfde terugslag wordt veroorzaakt door de coronapandemie. In veel rurale gebieden worden vrouwen geacht nog meer zorgtaken op te vangen, terwijl ze tegelijkertijd hun families van voedsel moeten voorzien. Ze zijn vaak de laatsten die toegang krijgen tot medische zorg, sociale bescherming en financiële ondersteuning. Ook wijzen meerdere studies erop dat de lockdown in veel landen samengaat met stijgende cijfers van huiselijk geweld, waar voornamelijk vrouwen onder te lijden hebben.
Verhogen landbouwopbrengsten
Vrouwen de toegang tot inspraak en middelen weigeren is niet alleen oneerlijk, maar ook kortzichtig. Project Drawdown, een gerespecteerde onderzoeksorganisatie voor klimaatoplossingen, beschouwt onderwijs aan meisjes en jonge vrouwen als één van de tien meest impactvolle manieren om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Goed geïnformeerde vrouwen hebben namelijk productievere landbouwpercelen, beheren hun land beter en krijgen over het algemeen minder kinderen.
Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), kunnen vrouwelijke boeren hun oogstopbrengsten met 20 tot 30 procent verhogen, mits ze toegang hebben tot dezelfde landbouwproductiemiddelen, inspraakmechanismen en ondersteunende diensten als hun mannelijke evenknieën. Als vrouwen in staat zijn om hun eigen inkomsten te genereren, investeren ze doorgaans 90 procent van die inkomsten in hun families en gemeenschappen. Doordat vrouwen dusdanig sterk betrokken zijn bij hun familie en de gemeenschap, kunnen ze het leven van hun familie verbeteren, een belangrijke rol spelen in lokale ontwikkeling, en dus ook helpen met het bestrijden van het veranderende klimaat.
Prioriteit aan vrouwen
Op veel plekken in de wereld is er nog een lange weg te gaan. Recente data uit een rapport over cacaoplantages in Ivoorkust toont bijvoorbeeld aan dat op 92% van de onderzochte plantages mannen de besluiten nemen, terwijl de plantages waar zowel mannen als vrouwen beslissingen nemen doorgaans hogere opbrengsten behalen1. Daarnaast verdient een vrouw 49% minder loon dan een man voor hetzelfde aantal uren werk1. Het is cruciaal dat lokale overheden, maatschappelijke organisaties en andere spelers in wereldwijde toeleveringsketens samenwerken om beleidsinterventies en financiering te ondersteunen die prioriteit geven aan vrouwen, en in het bijzonder kleinschalige boerinnen.
Er zijn positieve voorbeelden waarop kan worden voortgebouwd. In Guatemala werkt Rainforest Alliance samen met Lidl en CARE bijvoorbeeld aan het versterken van de positie van vrouwen in de koffieproductie. Hier leeft 90% van de bevolking onder de armoedegrens en kan minder dan 70% van de vrouwen lezen en schrijven. Ruim negentig boerinnen van de koffiecoöperatie Acatenango werden getraind in duurzamere landbouwpraktijken, betere verwerkingsmethoden en self-empowerment. Hiermee kunnen ze hun koffieopbrengst verhogen, en zich beter aanpassen aan prijsschommelingen en het veranderende klimaat. De coöperatie heeft er nieuwe vrouwelijke leiders aan overgehouden, die nu de belangen van andere vrouwelijke boeren vertegenwoordigen. Tussentijdse resultaten hebben aangetoond dat de door vrouwen geleide plantages binnen de coöperatie zich kenmerken door een bovengemiddelde productiesnelheid. Hoewel vrouwen slechts 26% van de coöperatie uitmaakten, produceerden ze in de geanalyseerde periode 40% van de oogst.
De voordelen van gendergelijkheid en vrouwenemancipatie zijn duidelijk. Op boerderijniveau is samenwerking met leiders van de lokale gemeenschap nodig, om ervoor te zorgen dat trainingen en opleidingen ook toegankelijk zijn voor vrouwen en dat ook vrouwen onderdeel uitmaken van het leiderschap en de besluitvorming. Dit begint door vrouwen én mannen bij interventies voor gendergelijkheid te betrekken. Levensvatbare veranderingen op lange termijn kunnen alleen worden doorgevoerd als mannen de noodzaak van inclusie erkennen en onderdeel van het proces zijn. Maar er moet nog veel meer gedaan worden, door ons – en door alle andere betrokkenen in wereldwijde toeleveringsketens. Een rechtvaardige toekomst voor vrouwen is het fundament voor een leefbare toekomst voor ons allemaal.
Joky François is Global Gender Lead bij Rainforest Alliance, een internationale non-profit organisatie die in meer dan 70 landen werkzaam is op het snijvlak van bedrijven, landbouw en bossen.
(1) Rainforest Alliance 2019, Farmer Field Book Monitoring Data, Cote d’Ivoire 2016-2018, in collaboration with Barry Callebaut, IDH Sustainable Trade Initiative and Agri-Logic (unpublished)
Dit artikel afdrukken
Klimaatverandering verergert de situatie van vrouwen. Een rapport van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) suggereert dat wanneer als gevolg van klimaatverandering natuurlijke hulpbronnen schaars worden traditionele genderrollen worden versterkt en geweld tegen vrouwen groeit. Zo'n zelfde terugslag wordt veroorzaakt door de coronapandemie. In veel rurale gebieden worden vrouwen geacht nog meer zorgtaken op te vangen, terwijl ze tegelijkertijd hun families van voedsel moeten voorzien. Ze zijn vaak de laatsten die toegang krijgen tot medische zorg, sociale bescherming en financiële ondersteuning. Ook wijzen meerdere studies erop dat de lockdown in veel landen samengaat met stijgende cijfers van huiselijk geweld, waar voornamelijk vrouwen onder te lijden hebben.
Verhogen landbouwopbrengsten
Vrouwen de toegang tot inspraak en middelen weigeren is niet alleen oneerlijk, maar ook kortzichtig. Project Drawdown, een gerespecteerde onderzoeksorganisatie voor klimaatoplossingen, beschouwt onderwijs aan meisjes en jonge vrouwen als één van de tien meest impactvolle manieren om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Goed geïnformeerde vrouwen hebben namelijk productievere landbouwpercelen, beheren hun land beter en krijgen over het algemeen minder kinderen.
Onderwijs aan meisjes en jonge vrouwen is één van de tien meest impactvolle manieren om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Goed geïnformeerde vrouwen hebben namelijk productievere landbouwpercelen, beheren hun land beter en krijgen over het algemeen minder kinderenDoor de landbouwopbrengsten van boerinnen te verhogen, kan de wereldwijde uitstoot tegen 2050 met 2,1 gigaton kooldioxide worden verminderd. Dit is het equivalent van 445 miljoen personenauto's per jaar van de weg afhalen. Het opdrijven van de landbouwopbrengsten van boerinnen kan bovendien helpen bosgebied intact te houden. Als hun bestaande land productief is, hoeven boerinnen niet uit te breiden naar nieuwe vruchtbare grond door middel van ontbossing. Omvorming van bos naar grond voor landbouw en veeteelt is wereldwijd verreweg de grootste oorzaak van ontbossing.
Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), kunnen vrouwelijke boeren hun oogstopbrengsten met 20 tot 30 procent verhogen, mits ze toegang hebben tot dezelfde landbouwproductiemiddelen, inspraakmechanismen en ondersteunende diensten als hun mannelijke evenknieën. Als vrouwen in staat zijn om hun eigen inkomsten te genereren, investeren ze doorgaans 90 procent van die inkomsten in hun families en gemeenschappen. Doordat vrouwen dusdanig sterk betrokken zijn bij hun familie en de gemeenschap, kunnen ze het leven van hun familie verbeteren, een belangrijke rol spelen in lokale ontwikkeling, en dus ook helpen met het bestrijden van het veranderende klimaat.
Prioriteit aan vrouwen
Op veel plekken in de wereld is er nog een lange weg te gaan. Recente data uit een rapport over cacaoplantages in Ivoorkust toont bijvoorbeeld aan dat op 92% van de onderzochte plantages mannen de besluiten nemen, terwijl de plantages waar zowel mannen als vrouwen beslissingen nemen doorgaans hogere opbrengsten behalen1. Daarnaast verdient een vrouw 49% minder loon dan een man voor hetzelfde aantal uren werk1. Het is cruciaal dat lokale overheden, maatschappelijke organisaties en andere spelers in wereldwijde toeleveringsketens samenwerken om beleidsinterventies en financiering te ondersteunen die prioriteit geven aan vrouwen, en in het bijzonder kleinschalige boerinnen.
Er zijn positieve voorbeelden waarop kan worden voortgebouwd. In Guatemala werkt Rainforest Alliance samen met Lidl en CARE bijvoorbeeld aan het versterken van de positie van vrouwen in de koffieproductie. Hier leeft 90% van de bevolking onder de armoedegrens en kan minder dan 70% van de vrouwen lezen en schrijven. Ruim negentig boerinnen van de koffiecoöperatie Acatenango werden getraind in duurzamere landbouwpraktijken, betere verwerkingsmethoden en self-empowerment. Hiermee kunnen ze hun koffieopbrengst verhogen, en zich beter aanpassen aan prijsschommelingen en het veranderende klimaat. De coöperatie heeft er nieuwe vrouwelijke leiders aan overgehouden, die nu de belangen van andere vrouwelijke boeren vertegenwoordigen. Tussentijdse resultaten hebben aangetoond dat de door vrouwen geleide plantages binnen de coöperatie zich kenmerken door een bovengemiddelde productiesnelheid. Hoewel vrouwen slechts 26% van de coöperatie uitmaakten, produceerden ze in de geanalyseerde periode 40% van de oogst.
De voordelen van gendergelijkheid en vrouwenemancipatie zijn duidelijk. Op boerderijniveau is samenwerking met leiders van de lokale gemeenschap nodig, om ervoor te zorgen dat trainingen en opleidingen ook toegankelijk zijn voor vrouwen en dat ook vrouwen onderdeel uitmaken van het leiderschap en de besluitvorming. Dit begint door vrouwen én mannen bij interventies voor gendergelijkheid te betrekken. Levensvatbare veranderingen op lange termijn kunnen alleen worden doorgevoerd als mannen de noodzaak van inclusie erkennen en onderdeel van het proces zijn. Maar er moet nog veel meer gedaan worden, door ons – en door alle andere betrokkenen in wereldwijde toeleveringsketens. Een rechtvaardige toekomst voor vrouwen is het fundament voor een leefbare toekomst voor ons allemaal.
Joky François is Global Gender Lead bij Rainforest Alliance, een internationale non-profit organisatie die in meer dan 70 landen werkzaam is op het snijvlak van bedrijven, landbouw en bossen.
(1) Rainforest Alliance 2019, Farmer Field Book Monitoring Data, Cote d’Ivoire 2016-2018, in collaboration with Barry Callebaut, IDH Sustainable Trade Initiative and Agri-Logic (unpublished)
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#1 Henk, dank voor je scherpe observatie. Betere landbouwpraktijken betekenen verdere maatschappij-ontwikkeling en dus stijgende koolstofemissies op andere terreinen.
Correctie, Frank van der Meer wijst mij op een fout. Wat CO² emissie betreft moet kg i.p.v. ton gelezen worden. Dus landen zonder opbrengststijgingen van betekenis 200 kg/cap./jaar en de landen met hoge opbrengststijging 2.100 kg/cap./jaar.
De kern van het artikel, dat onderwijs aan meisjes en jonge vrouwen één van de meest impactvolle manieren is om uitstoot van broeikasgassen te verminderen, omdat goed geïnformeerde vrouwen productievere landbouwpercelen hebben, hun land beter beheren en minder kinderen krijgen, is onwaarschijnlijk. Inderdaad, goed geïnformeerde boerinnen zullen hogere producties halen en wanneer dat leidt tot hogere inkomsten zullen ze gemiddeld inderdaad minder kinderen krijgen. Maar het is veel waarschijnlijker dat daarmee de CO² emissie toeneemt dan dat ze afneemt. Het Project Drawdown dat dit laatste beweert heeft wel erg veel “als dan” nodig om dat afnemen te kunnen concluderen.
Een jaar of tien geleden ben ik in deze materie gedoken (met een focus op Afrika), en -inderdaad- het bleek dat de 10 landen van de wereld met de beroerdste ‘gender inequality index’ een gemiddelde nationale graanopbrengst van 750 kg/ha hadden, terwijl de 10 landen met de gunstigste index per hectare tien maal meer produceerden, 7.500 kg/ha. De gemiddelde En waar in de armste landen van de wereld per vrouw gemiddeld 6 kinderen geboren worden, is dat voor de rijkste landen minder dan 2 geboortes per vrouw. Gemiddeld liggen de graanopbrengsten in Afrika met minder dan 2.000 kg/ha aan de lage kant van bovengenoemde range, de gemiddelde ‘gender inequality index’ is navenant beroerd en het aantal geboortes per vrouw is er met gemiddeld 4,5 hoog.
Dat stuk van de analyse van Joky François klopt wel. Maar wat Afrika betreft raakt de verwachting/bewering dat verbeterde productiviteit gepaard gaat met minder CO² emissie kant nog wal. Zoals te zien en te lezen is in het boek From fed by the world to food security. Accelerating agricultural development in Africa (Breman, Schut & Seligman, 2019), triggert landbouwontwikkeling sociaaleconomische ontwikkeling. De inkomsten stijgen en met de inkomsten stijgt de CO² emissie. Landen met niet of nauwelijks toename van de landbouwproductiviteit hebben gemiddeld een CO² emissie per hoofd van de bevolking per jaar van ongeveer 200 t. Met stijgende productiviteit loopt dat op tot ongeveer 2.100 t/cap./jaar. Die hoogste waarde wordt gevonden voor landen met een landbouwproductiviteit gelijk aan het wereld gemiddelde of hoger.