Eenduidige metingen zijn problematisch omdat er vele onduidelijke definities circuleren van gezonde voeding en gezond koken. Nog los van het ontbreken van een 'gouden standaard' of eenduidige en objectieve meetmethoden, komt daarbij dat externe factoren als nachtdiensten, toegang tot supermarkten, geld, culturele voorkeuren, normen en tradities sterk bepalen wat mensen klaar zullen maken.
Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, onderschrijft de visie van de Amerikanen.
Kunnen koken is een complexe vaardigheid met veel facetten.
— jacob seidell (@jaapseidell) February 3, 2021
Het belang van het meten van voedselvaardigheden bij gezondheidsbevordering wordt ernstig onderschat.
Challenging Task of Measuring Home Cooking Behavior - ScienceDirect https://t.co/sdUtlPkb5X
Kunnen koken is meer dan vaak koken (de kookfrequentie), kookvoorbereidingen weten te treffen (boodschappen doen) of een recept uit kunnen voeren. Kort gezegd: wie kan koken, is nog geen gezonde kok. Culturele, omgevings- en sociale invloeden maken van koken een fenomeen met vele kanten.
Gevalideerde metingen van kookvaardigheden, gedrag en de bijbehorende psychologie zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het onderzoek naar gezond eten. Goed inzicht in iemands gezonde kookkwaliteiten is nodig om zinvol persoonlijk kookadvies en gezondheidsbevorderende interventies aan verschillende bevolkingsgroepen te kunnen geven.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik herinner me dat er vroeger bij mij thuis, naast peper en zout, ook veelvuldig witte basterdsuiker over de plakjes tomaat op het regeringsbrood gestrooid werd Joep. Zelfs over de aardbeien. Was wel veel lekkerder... ‘Veredelen’ een prachtig woord met desastreus effect.
Toch maar in dit draadje, anders zou ik het niet weten.
Het verlies aan nutriënten schaadt de plant niet, maar de mens heeft ze wel nodig.
Rassenkeuze, veredeling met focus op opbrengst uiterlijk en smaak, uitputting van de grond (alle stofjes die niet via bemesting worden aangevuld), arm substraatmengsel (als de plant er maar goed op gedijt), onrijp oogsten. Maar ook de verwerking kan schaden, maar dan praten we over PF en UPF.
Melk is anders geworden.
Vroeger zal alles er nog in, zelfs meer dan dat. Grass-fed, niet gehomogeniseerd, meer omega-3 vetzuren, vitamines en jodium. Merkwaardig genoeg zit er in tegenwoordig minder jodium in de melk van Bio vee dan in die van de intensieve veehouderij. Terwijl planten afkomstig van gebieden dicht bij zee (ook gras) rijk aan jodium zijn. Planten nemen jodium op maar hebben het zelf niet nodig, wij wel. Heeft mogelijk te maken met een residu van jodium door ontsmetting van de uier met jodiumhoudend desinfectiemiddel en jodiumtoevoeging aan het voer. Melk mag niet meer jodium bevatten dan 300mcg/liter (de ADH is 150mcg), de EU-wetgeving regelt maximale jodiumgehalte in veevoer.
Tarwe.
Allereerst werd de luteïnes met het zeaxanthine uit de tarwe 'veredeld' om een witte kern te verkrijgen. Later kregen we te maken met "The dilution effect, an unintended consequence of increasing crop yields", vooral na de oorlog. Met name ijzer en selenium zijn voor een aanzienlijk deel verdwenen (grijs = verdwenen). De oudere granen hebben tot 10x zoveel luteïne, meer tocopherol, mineralen, bovendien zachte gluten in plaats van harde waar nogal wat mensen problemen mee hebben (Prof. Reinhold Carle, Hohenheim University).
Tomaat.
De meeste lycopene, vitamine C, en polyfenolen zijn eruit veredeld. Het drogestof gehalte is bij de moderne soorten van 200-500mg/l teruggegaan naar <<100mg/l. Er is vooral water voor in de plaats gekomen en er wordt veel aan de smaak gesleuteld. Oorspronkelijk at je tomaat met peper en zout, nu lijken ze eerder op fruit (snoeptomaatjes) dan op groente vanwege de zoete smaak. Een blikje tomatenpuree herinnert nog enigszins aan de pittige tomatensmaak, maar daarvoor worden tomaten gebruikt die nog veel van de oorspronkelijke tomaat weg heeft.
Let op:
Tabellen van vroeger met nu vergelijken is appels met peren vergelijken en heeft weinig zin (onbetrouwbaar, andere gewassen, andere teeltmethode, andere meetmethode). Tegenwoordig wordt de situatie van vroeger nagebootst door de producten (planten) van toen met de oude methode te telen op grond waar nog geen intensieve teelt heeft plaatsgevonden. Er zijn dan grote verschillen in nutriënten geconstateerd.
Ongewenst.
Wetenschappers die aan de bel trekken (worden als ongewenste klokkenluider weggestuurd) met: "laten we dit onderzoek vergeten, het is niet belangrijk voor ons". "Als de regering wel belangstelling toont, zou dat een enorme bedreiging zijn voor de huidige landbouwmethodes en richtlijnen, resulterend in een groot probleem."
INRA (F) zegt hierover: financiering INRA grotendeels door fabrikanten van conserven en diepvriesproducten. "Fabrikanten zijn niet geïnteresseerd in polyfenolen, carotenoïden etc".
Bron:
'Cash Investigation (TV Fr2): Industrie Agro-alimentaire Business Contre Santé' (135 minuten)
'Manger plus pour se nourrir moins, Maëlle Joulin, 2015' (52 minuten)
Fragment met Anne -Marie Meyer voor France TV5.
De afbeeldingen zijn snapshots uit documentaires.
Carolien, eens met je laatste alinea. Wat betreft de oorzaak van de toename van ziekten, dat is zeker niet alleen hogere leeftijd. Kijk bijvoorbeeld maar naar diabetes type 2. Vroeger heette dit ouderdomsdiabetes, maar inmiddels is het 'normaal' dat dit rond middelbare leeftijd optreedt en zelfs bij tieners komt het regelmatig voor.
De vraag is uiteraard wat dit veroorzaakt. Ik geloof zelf niet zo in sec macronutriënten, of residuen, of micronutriënten. Maar wel dát voeding hier een rol speelt. Dat laatste is evident uit het gegeven dat diabetes omgekeerd kan worden als voeding en leefstijl aangepast worden. Kortom, het resultaat van het systeem als geheel is niet goed, maar het is lastig om aan te wijzen waar dat precies in zit.
Om ook nog terug te komen op Dick's vraag of we nu zo nodig alles moeten onderzoeken nog het volgende. Ik heb de indruk dat in onze huidige mondiale maatschappij de ontwikkelingen zo snel gaan en zo snel verspreiden, dat we vrijwel overal ter wereld hetzelfde doen. We hebben weliswaar 10.000 jaar geleden ook al landbouw bedreven, maar toen waren dat allemaal losse, lokale systemen en gewassen. Als een bepaald systeem minder goed uitpakte, dan verdween die gewoon. Het waren als het ware duizenden verschillende experimenten, waarvan sommige succesvoller dan anderen. Hoe anders is het nu. Nu doen we als het ware 1 groot experiment. We hebben niet alleen in welvarend Nederland een diabetes epidemie, maar ook in Indiase sloppenwijken. Dat is nogal een groot risico voor de mensheid, want als blijkt dat het experiment niet zo best uitpakt, dan hebben we de hele wereld al op hetzelfde systeem draaien. De noodzaak voor begrip is nu dus echt anders dan 10.000 jaar geleden.
In #36 zegt Dennis: "Wat wel duidelijk is, is dat ziekten die gerelateerd zijn aan voeding in omvang enorm zijn toegenomen." Komt dat doordat onze voeding (c.q. de bodem waarop onze voeding groeit) 'slechter' is geworden? Of worden we minder ziek van infecties (door betere hygiëne, antibiotica, antivirale medicijnen, et cetera), leven we daardoor langer en hebben dus een hogere kans om ziek te worden van voeding?
Ik heb er (intuïtief) altijd moeite mee als de suggestie wordt gewekt dat onze voeding tegenwoordig 'fout' is, niet (meer) past bij onze fysiologie, te weinig spoorelementen, vitaminen, mineralen of juist te veel residuen van gewasbeschermingsmiddelen bevat, te veel bewerkt is, en dat we daardoor vaker ziek worden.
In mijn beleving is voeding essentieel om te overleven (als je niet eet ga je dood) en als de samenstelling van onze voeding (macro- en micronutriënten, mate van bewerking, microbiota, toxines, et cetera) echt zo cruciaal zou zijn voor onze gezondheid, dan was de mensheid allang uitgestorven. Een mens kan gezond oud worden op allerlei verschillende voedingspatronen.
Deze discussie zal de komende decennia steeds vaker gehouden worden. We zullen er steeds vaker achterkomen, kwantum fysica, dat materie (micro-ingredienten, macro-ingredienten, micro organismen) elkaar beïnvloeden, zonder dat we het (nog) kunnen meten. Wat dus niet wil zeggen dat we niet moeten blijven meten, maar dat we wel moeten realiseren dat wat we meten niet altijd de realiteit is. Kortom 'zeker weten' is er niet bij.