Voor hun plan maken ze handig gebruik van het verschil tussen de prijs van agrarische grond (grofweg 60 duizend euro per hectare) en die van bouwgrond (260 euro per vierkante meter dus 2,6 miljoen euro per hectare). Koop agrarische grond op, reserveer een piepklein deel ervan voor woningbouw, en met de verkoop van de woningbouwgrond betaal je de agrarische grondeigenaren. Zo simpel kan het zijn.
Nog concreter. Het duo stelt als doel dat de helft van Nederland natuur wordt, wat om allerlei redenen waarop ik nu niet zal ingaan, een aantrekkelijk idee is. Hiertoe zou 1,2 miljoen hectare landbouwgrond moeten worden opgekocht."
Dekseltje op potje?
Het boeiende van het voorstel is dat van de huidige 1,8 miljoen hectares (54% van het Nederlandse totale territoir in grond volgens het CBS in 2016) om ecologische en agronomische redenen zo'n 1,2 miljoen bij voorkeur minder intensief moet worden bewerkt. De resterende 500-600.000 hectares kunnen dan intensiever voor akkerbouw worden gebruikt.
Het voorstel lijkt als het perfecte maatdekseltje op het potje van de belangenstrijd te passen in een wereld die sowieso plantaardiger zal moeten leren eten. Zeg dat meer dan de helft van de opgekochte grond voor nieuwe natuur bestemd wordt, dan kan het huidige areaal (circa 750.000 hectare) bijna worden verdubbeld. Zo kunnen we 1 miljoen huizen bijbouwen en nieuwe natuur maken. Zo mooi kan wonen in Nederland worden, vertelde oud-NIOO KNAW directeur Louise Vet gistermorgen op de radio bij Jort Kelder.
Nu op @NPORadio1 bij @drKelderenCo: de natuur is ons echte kapitaal!
— NL Inst of Ecology (@niooknaw) January 23, 2021
Met NIOO's oud-directeur @LEMVet @DeltaplanBio #maakgrijsgroenerhttps://t.co/qIMT5rySHn
Het heeft echter ook nadelen die nadere reflectie en - wellicht - de aarzeling van de politiek verklaren. Het is waar dat het aandeel van de Nederlandse landbouw in de economie gering is (zo'n 1,5%) en dat deze hooguit 1% van de wereld voedt. Maar er is meer. Na het verlies van de zware industrie aan België in de vorige eeuw, heeft Nederland ingezet op zijn foodagricluster waarin de landbouw al een historie had van zeven eeuwen nauwe verbinding met handel, toeleverende en verwerkende industrie en aangetrokken activiteiten (vervoer van voedsel, conserveringstechnieken, wereldwijde handel via zeehavens, rivieren, wegen en spoor van en naar het uitgebreide en rijke achterland van onze delta).
Het is de hoogste tijd om eens te gaan rekenen aan de mate waarin welvarende delta's aan de zee de wereld voeden en welke effecten het marginaliseren van hun productie heeftDat cluster vertegenwoordigt bij elkaar vermoedelijk om en nabij het tienvoudige (€100 miljard export-omzet op een BBP van ruim €750 miljard) - en mogelijk meer - aan economische waarde van de agrarische productie in ons land. Door die verwevenheid heeft het onttrekken aan het huidige gebruik van de voorgestelde 1,2 miljoen hectare consequenties.
Een kleinschalig gehouden koe (op een bedrijf van bijvoorbeeld 100-150 dieren) in de iconische Hollandse weide, wordt problematisch zo niet economisch onmogelijk. Dat betekent dat niet alleen de melkveehouderij verdwijnt, op wat hobbybedrijven na, maar ook de economische activiteit daaromheen Akkerbouwers hebben immers een meer te rechtvaardigen aanspraak op de overblijvende intensief te bewerken hectares. Cosun, de grootste akkerbouwcoöperatie van ons land, bouwt echter nu al fabrieken buiten ons land omdat de politieke en economische druk op het land al te groot is om grote investeringen - die over 2 à 3 decennia worden afgeschreven - te rechtvaardigen. Hoewel het niet altijd makkelijk aan de boeren is uit te leggen, vindt de leiding van de coöperatie het al evenmin te verdedigen dat het opgebouwde coöperatieve kapitaal van Nederlandse boeren verkwanseld zou moeten worden aan economisch onhoudbare keuzen in Nederland. De druk op het gebruik van overblijvende hectares wordt door het voorstel tot een maximum opgevoerd, terwijl de productie in ons land onder voor fabrieken kritische grenzen zakt. Dergelijke ontwikkelingen maken dat fabrieken en andere delen van het toeleverende, afnemende en aanpalende cluster geen reden meer hebben om zich in Nederland te vestigen. Het zijn gevolgeffecten van het voorstel van Stratenus en Van Nispen. Dat kan een beleidskeuze zijn.
Maar is er over nagedacht en is het een keuze of een ongewenste bijwerking? Daar zou het gesprek over het voorstel verder over kunnen gaan.
Op zoek naar de randvoorwaarden
Nederland is daadwerkelijk het enige land ter wereld dat zo veel kennis rond landbouw, land- en waterbeheer, voedselproductie, gezondheid en smaak bundelt in één cluster van mensen en bedrijven met een hoog niveau van wederzijds vertrouwen en met elkaar samen optrekkende kennisstromen. De wereld ziet ons juist op dit moment als een land met een onbetwiste reputatie.
Op de direct betrokkenen na, zien Nederlanders, hun politieke vertegenwoordigers en pers dat zelf minder. Ons land kan er ook voor kiezen een delta aan de zee te zijn die zijn foodagricluster binnen een vruchtbare delta kan inzetten om er een gebied van te maken dat de regio kan voeden, mooi en ontspannend (natuur)landschappelijk in te richten en de technieken en ontwerpen om dat te doen kan verkopen in de wereld als complexe aannemerij-projecten. Het gros van de grote steden in de wereld is namelijk gevestigd in vruchtbare delta's en komt vroeger of later voor dezelfde vragen te staan als Nederland.
Waarom zou je achteloos omgaan met 15% (en misschien wel meer) van je economie als die wereldwijd zo maatschappelijk relevant is?Wie zo naar het vraagstuk kijkt, ontdekt dat er randvoorwaarden aan de voorgestelde aanpak gesteld kunnen worden. Dat de landbouw in Nederland moet krimpen, is geen vraag meer omdat de boeren en hun hoge vestigingskosten het onmogelijk allemaal kunnen houden tegen de grondhonger van de behoefte aan wonen en ruimte voor recreatie. Dat geldt in het bijzonder in Covid-tijden die veel nieuwe ruimte vragen voor gebruik door burgers.
Maar hoe we de landbouw willen laten krimpen, vergt nadenken boven de simpele oplossingen uit omdat die forse en - bij nader inzien - misschien wel ongewenste domino-effecten hebben. Nederland heeft iets bij te dragen aan zowel het voeden van de wereld als het verbeteren van de ecologische omstandigheden waaronder dat gebeurt.
Hoe we het ook wenden of keren, overal in de wereld zijn grote stedelijke metropolen agronomisch gezien veelal het meest productief. Het weg laten vallen van belangrijke delen van hun productie zorgt zonder enige twijfel voor een hogere druk op de grote echte wilde natuurgebieden in de wereld. Die zullen lijden als de landbouw daar meer zich onttrekt aan het oog van de welvarende stad die denkt dat eten van Albert Heijn, Walmart, Sainbury's, Edeka, Lidl, El Corte Inglés, E. Leclerc, Coop, Spar of Alibaba komt.
Rekenen
Het is de hoogste tijd om eens te gaan rekenen aan de mate waarin welvarende delta's aan de zee de wereld voeden en welke effecten het marginaliseren van hun productie heeft. Met die cijfers kunnen we vervolgens de vraag te stellen: hoe kunnen we het voedselsysteem en de gewenste natuur rond - en misschien wel in - steden beter inrichten? Daar wordt de wereld ecologischer en voedselzekerder van en wij als Nederland kunnen er nog wat aan verdienen ook. Waarom zou je achteloos omgaan met 15% (en misschien wel meer) van je economie als die wereldwijd zo maatschappelijk relevant is?
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Zo is het. En niet heel veel ingewikkelder. Of toch wel.
Ruimtelijke ontwikkeling (en met inbreng van politiek) blijft nodig.
Boeren in Flevoland, grote stukken Groningen, Friesland of Zeeland wil je waarschijnlijk niet uitkopen. Het groene hart is wellicht vooral voor 'natuur', en als je dan toch bezig bent, zorg dat de hele Veluwe tussen Zwoll, Harderwijk tot aan Ede en Arnhem vooral natuur wordt, zonder boeren.
Heb oog voor de grote watersport gebieden (geen windmolens!) rondom IJsselmeer, Marketmeer en Zeeland. En de wadden worden natuurlijk straks helemaal vooral 'het ibiza van Nederland' alleen vertier, wonen en natuur.
Wat ik wil zeggen, zonder een grote toekomst kaart van Nederland (en dus RO) gaat ook een dergelijk idee niet tot realisatie komen.
En dat cluster? Handel zal wel blijven, machine bouw en technologie ontwikkeling ook. De grote bedrijven zullen hun productie afbouwen (maar uitbesteden dus blijft het in Nederland). Het R&D cluster heeft vooral belang bij grote groeiende high-tech boeren en verwerkingsbedrijven (nu vooral in fresh-convenience). Wat dacht je van de eiwit-transitie? Verder is 'distributed' processing in opkomst, met de TakeAway modellen eromheen. Restaurants (die niet aan de top zitten) gaan het moeilijker krijgen. Retail blijft 'winnen'. Neen, dat hele cluster valt niet zomaar om, en is maar heel beperkt afhankelijk van 'het aantal boeren'. Ik maar me daar niet zo heel veel zorgen om.
#2 Wouter, ben zelf werkzaam in dat cluster, ik maak me zeker wel zorgen over een te kleine boerenstand om nog voldoende r&d te hebben.
Het zijn lang niet altijd de grote high-Tech boeren waar de innovatieve vanaf komt.
Als ik naar me zelf kijk haal ik net zoveel ideeën op bij bedrijven van volledig biologisch dynamisch als van de grote jongens.
Mijn motto is, overal waar je komt, ogen en oren open en altijd leren, altijd.
Verder mis ik in het hele verhaal Dick, een groot gedeelte van ons cultuur landschap, wat vaak al gezien wordt als natuur, of soort van beschermd uitzicht, neem 't groene hart, dat allemaal zal helemaal verdwijnen als we zo'n plan zouden doorvoeren.
Ik zou verder eerst die grote steden eens fatsoenlijk opruimen en plaats maken, gemakkelijk plaats voor minimaal 500.000 woningen.
En veel goedkoper.
Zeker Frank, het landschap zal totaal veranderen; maar is dat erg? Dat hebben de boeren allang gedaan. De coulissen en bomen van het boerencultuurlandschap dat we kennen van de schilderijen zijn allang grotendeels verdwenen.
Daar hebben we hier recent het nodige over gezegd. Koeien weg (of helemaal, of naar binnen met het huidige beleid) en akkerbouw erin dus. En verder prachtig aangeklede nieuwe groene steden met veel ruimte voor flora en kleine beestjes (insecten en bodemleven). En natuurlijk hier en daar wat koetjes ertussen, maar daar komt geen productie van betekenis vanaf.
Ik woon tegenwoordig nagenoeg middenin het natuurgebied van de Veluwe en zie dat de reeën en zwijnen schrik hebben van al die mensen die hier komen wandelen en de hond uit laten (ik heb nog nooit zoveel honden gezien). Voor die grote wilde dieren komt wat minder ruimte in de nieuwe bebouwde natuur.
Ik zie de boel ook erg opdrogen. Dat gaat waarschijnlijk minder worden (regen valt nog altijd genoeg en zelfs meer dan in de afgelopen honderd jaar) en is een zegen voor de hoge zandgronden bij de uitvoering van het plan.
Maar ik denk dat er nog wat verder nagedacht moet worden over de waarde van het cluster en de manier waarop het zijn toekomstige waarde kan behouden.
NB: in Trouw stond vrijdag een artikel over de verlelijking van het Nederlandse landschap; vermoedelijk een gevolg van gebrek aan Ruimtelijke Ordening.
Als het zo simpel zou zijn zoals een journalist, een jurist en een uitgever stellen dan zal het wel niet zo simpel zijn. Of hebben een hele hoop gemeenten en vastgoedontwikkelaars het in het verleden enorm fout gemaakt.
De grootste fout in de rekensom zit er al in dat de helft van de oppervlakte maar uitgegeven wordt (de rest is wegen,groen en overige gemeenschapsvoorzieningen). Dus de opbrengst van de bouwgrond is maar de helft. Verder zijn de kosten van plan ontwikkeling, bouwrijp maken etc. Ook veel hoger.
Op het moment dat er een planologische titel op bouwgrond ligt is de inkoopprijs van agrarische grond ook veel hoger. Verder kunnen particulieren en vastgoed eigenaren gewoon ontwikkelen en blijft het verdienvermogen gewoon bij hen.Dus het rekensommetje klopt niet zo geweldig.
Voor de BV Nederland brengt de agrarische sector nog geld in de lade.
1,2 miljoen hectare natuur kost aan beheerskosten al een vermogen als je het extrapoleert met de beheerskosten van het huidige areaal.
Verder is Nederland met zijn huidige inwoneraantal en het huidige agrarische areaal al te klein om de bevolking te voeden.
Slechte journalistiek als je het mij vraagt.