De Nederlandse agro-foodsector kan nieuwe antwoorden formuleren en het internationale playing field naar nieuwe hoogten stuwen. 'Kom maar op met een nieuwe visie, meneer van der Tak!' Bestuurskundige Jeroen Candel roept de aanstaande voorzitter van LTO Nederland op tot vernieuwing.
“We willen een level playing field. Dat voedsel dat geïmporteerd wordt aan dezelfde eisen voldoet als dat van de Nederlandse boeren. In ons land kunnen wij zo efficiënt produceren dat wij dat goedkoper kunnen aanbieden dan concurrerende landen.” Dat zei Bart Kemp van Agractie op 1 oktober 2019.
“Er moet binnen de Europese Unie een level playing field zijn. Nederland moet ook niet zo nodig alsmaar regels bovenop de Europese regels willen leggen. In Spanje, bijvoorbeeld, mogen tuinders meer gewasbeschermingsmiddelen gebruiken dan in Nederland, terwijl de Spaanse paprika’s ook gewoon in de Nederlandse supermarkten liggen. Een nieuwe landbouwminister – ik vind dat die er in het nieuwe kabinet zeker weer moet komen – moet zich in Brussel hard maken voor een gelijk speelveld. Er mag wel wat meer gelet worden op de eigen boeren en tuinders.” Dat zei Sjaak van der Tak, nu nog voorzitter van Glastuinbouw Nederland en per 1 januari van LTO Nederland op 31 augustus van dit jaar.
Het is een van de meest aangehaalde argumenten in het maatschappelijke debat over de verduurzaming van de landbouw: verduurzaming is prima, maar er moet wel sprake zijn van een level playing field. We dienen onze duurzame landbouwers te beschermen tegen gesjoemel en gesmokkel in landen als Spanje, Oekraïne of Brazilië. Het is een krachtig argument, want ogenschijnlijk zo logisch: wie is er nu tegen een gelijk speelveld?
Toch blijkt bij nadere bestudering dat er wel degelijk het een en ander valt op te merken op het level playing field-argument. Was het u bijvoorbeeld al opgevallen dat deze argumentatielijn vrijwel altijd maar één kant op werkt, namelijk in het Nederlandse (economische) voordeel?
Zo tonen velen zich verontwaardigd over de schadelijke impact van de opkomst van grootschalige stallen en akkerbouw in landen als Oekraïne op de marktpositie van – de toch veel duurzamere! – Nederlandse boeren. Maar als Franse boeren en de Franse regering op hun beurt vanuit een andere conceptie van wat duurzame landbouw behelst – terroir, agro-ecologie, korte ketens – klagen dat ze door Nederlandse boeren uit de markt worden gedrukt, wordt de Franse landbouw schamper weggezet als kleinschalig gerommel in de marge.
Het is daarbij gek om een beroep te doen op “gelijke monniken, gelijke kappen” als we als Nederland zelf herhaaldelijk inbreuk maken op Europese milieuwetgeving. Zie bijvoorbeeld het stikstofdossier. Dat koploperschap qua efficiënte productie voelt dan toch een beetje als het kampioenschap van FC Twente in 2010: wie zich het diepst in de schulden steekt wint.
Ook in de internationale handelspolitiek zien we een zelfde soort dynamiek. De Europese landbouw heeft z’n hoge mate van efficiënte primair te danken aan een actief stimuleringsbeleid en het afschermen van de Europese markt in de jaren ’60-’80. Het is de reden waarom we Mansholt nu op handen dragen. Maar als Afrikaanse of Aziatische overheden vandaag de dag een zelfde soort beleid propageren worden ze door de EU en de VS onder druk gezet hun markten open te houden voor landbouwimporten. Over de protesten van Ghanese pluimveehouders tegen de import van bevroren kippenvlees hoor je vrijwel geen woord in het Nederlandse publieke debat.
Nee, in de praktijk wordt het level playing field-argument vooral gebruikt om een transitie van het voedselsysteem naar duurzamere uitkomsten af te remmen. Laten we het daarom bij het grofvuil zetten en wat meer ambitie tonen. Klimaat, milieu en gezondheid are here to stay, daar kunnen we maar beter op anticiperen. Juist de Nederlandse agro-foodsector kan – in al haar diversiteit – nieuwe antwoorden formuleren en het internationale playing field naar nieuwe hoogten stuwen. Kom maar op met die nieuwe LTO-visie, meneer van der Tak!
Dit artikel afdrukken
“Er moet binnen de Europese Unie een level playing field zijn. Nederland moet ook niet zo nodig alsmaar regels bovenop de Europese regels willen leggen. In Spanje, bijvoorbeeld, mogen tuinders meer gewasbeschermingsmiddelen gebruiken dan in Nederland, terwijl de Spaanse paprika’s ook gewoon in de Nederlandse supermarkten liggen. Een nieuwe landbouwminister – ik vind dat die er in het nieuwe kabinet zeker weer moet komen – moet zich in Brussel hard maken voor een gelijk speelveld. Er mag wel wat meer gelet worden op de eigen boeren en tuinders.” Dat zei Sjaak van der Tak, nu nog voorzitter van Glastuinbouw Nederland en per 1 januari van LTO Nederland op 31 augustus van dit jaar.
Het is een van de meest aangehaalde argumenten in het maatschappelijke debat over de verduurzaming van de landbouw: verduurzaming is prima, maar er moet wel sprake zijn van een level playing field. We dienen onze duurzame landbouwers te beschermen tegen gesjoemel en gesmokkel in landen als Spanje, Oekraïne of Brazilië. Het is een krachtig argument, want ogenschijnlijk zo logisch: wie is er nu tegen een gelijk speelveld?
Toch blijkt bij nadere bestudering dat er wel degelijk het een en ander valt op te merken op het level playing field-argument. Was het u bijvoorbeeld al opgevallen dat deze argumentatielijn vrijwel altijd maar één kant op werkt, namelijk in het Nederlandse (economische) voordeel?
Zo tonen velen zich verontwaardigd over de schadelijke impact van de opkomst van grootschalige stallen en akkerbouw in landen als Oekraïne op de marktpositie van – de toch veel duurzamere! – Nederlandse boeren. Maar als Franse boeren en de Franse regering op hun beurt vanuit een andere conceptie van wat duurzame landbouw behelst – terroir, agro-ecologie, korte ketens – klagen dat ze door Nederlandse boeren uit de markt worden gedrukt, wordt de Franse landbouw schamper weggezet als kleinschalig gerommel in de marge.
Het is daarbij gek om een beroep te doen op “gelijke monniken, gelijke kappen” als we als Nederland zelf herhaaldelijk inbreuk maken op Europese milieuwetgeving. Zie bijvoorbeeld het stikstofdossier. Dat koploperschap qua efficiënte productie voelt dan toch een beetje als het kampioenschap van FC Twente in 2010: wie zich het diepst in de schulden steekt wint.
Ook in de internationale handelspolitiek zien we een zelfde soort dynamiek. De Europese landbouw heeft z’n hoge mate van efficiënte primair te danken aan een actief stimuleringsbeleid en het afschermen van de Europese markt in de jaren ’60-’80. Het is de reden waarom we Mansholt nu op handen dragen. Maar als Afrikaanse of Aziatische overheden vandaag de dag een zelfde soort beleid propageren worden ze door de EU en de VS onder druk gezet hun markten open te houden voor landbouwimporten. Over de protesten van Ghanese pluimveehouders tegen de import van bevroren kippenvlees hoor je vrijwel geen woord in het Nederlandse publieke debat.
Nee, in de praktijk wordt het level playing field-argument vooral gebruikt om een transitie van het voedselsysteem naar duurzamere uitkomsten af te remmen. Laten we het daarom bij het grofvuil zetten en wat meer ambitie tonen. Klimaat, milieu en gezondheid are here to stay, daar kunnen we maar beter op anticiperen. Juist de Nederlandse agro-foodsector kan – in al haar diversiteit – nieuwe antwoorden formuleren en het internationale playing field naar nieuwe hoogten stuwen. Kom maar op met die nieuwe LTO-visie, meneer van der Tak!
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Brief boeren aan supermarkten
De spijker op zijn kop.
Transitie en ambitie prima Jeroen, ook nagedacht over enig verdien model.
En, wie regelt de markt, wie zorgt voor kopers, of komen die automatisch als de boer is verandert van model.
En als we als Nederlandse consument het nu al zo goed voor zouden hebben met ons milieu, onze boeren, dierwelzijn en noem maar op, dan hoefde er geen kippetje naar Ghana, dan aten we dat hier lekker zelf op.
Wij (hier thuis) kopen die kippen overigens wel nog, er bestaat geen lekkerdere ragout dan ragout van een oude kip of kippensoep, daar moet een oogje op drijven.
Overigens zie ik in Nederland heel veel beweging richting nieuwe aangepaste vormen van landbouw, of dat nu in de kippen, varkens of akkerbouw is, overal wordt er veel op bedrijfsniveau geprobeerd, verandert en aangepast. Allemaal buiten de radar van de zogenaamde vooroplopende wetenschap, laat staan dat buitenstaanders er al iets van mee krijgen.
Kijk alleen maar eens naar de verschuiving die de laatste 20 jaar heeft plaats gevonden in het soort en type apparatuur om het land te bewerken.
Maar helaas is 20 jaar geleden de wijze van financiering voor universiteiten verandert en wordt daar nagenoeg alleen nog maar achterhoede gevechten gevoerd, vaak beperkt men zich, noodgedwongen, tot rapportjes schrijven voor de overheid over dingen die de landbouwer allang kent.
p.s. wat vond je van het briefje van onzer actievoerende boeren?
De extensivering die men in de toekomst kan alleen en accepteert de landbouw alleen als men voor import van buiten de EU een level playing field creëert.
De verschillen binnen de EU vallen mee, de verschillen die er zijn zijn te verantwoorden vanwege klimatologische en geologische verschillen.
Als land en tuinbouw willen wij graag verder verduurzamen, maar daarbij moet de consument dat ook. Anders is die consument toch enkel een verwend nest die de geneugten van goedkoop consumeren wil behouden maar de lasten over de EU schutting wil flikkeren?
Dat Sjaak van der Tak een visie zegt te willen hebben, komt alleen maar omdat vnl. ik (in mijn rol als enigszins invloedrijk LTO-er) binnen ZLTO heb zitten zeuren over een maatschappijvisie vanuit boeren. Ik wil die dus breder zien. Het mag geen dun dom dingetje worden. Maar die kans is LTO kennende uitermate groot. Het moet over meer gaan dan alleen landbouw. Ik heb Sjaak al uitgenodigd. Uiteraard heb ik ideeën m.b.t. de richting. Een visie kan in deze nooit van 1 man zijn en vanuit 1 persoon zijn.