Een meerderheid van de melkveehouders die melk leveren voor het label PlanetProof wordt daar financieel niet wijzer van. Ook denken de meesten van hen dat de consument niet goed weet waar het label PlanetProof voor staat op producten in het winkelschap. Dit komt naar voren uit de enquête die Boerenbusiness en Foodlog hebben georganiseerd onder melkveehouders.
Het keurmerk On the Way to PlanetProof roept gemengde gevoelens op. Het levert meer kosten dan baten op, is een vaak gehoord geluid vanuit de sector, zodat er onderaan de streep te weinig overblijft. Om die reden heeft de private groenteverwerker HAK aan de markt gevraagd om meer te betalen. Het bedrijf zegt nu zijn leveranciers, oftewel de akkerbouwers, te subsidiëren. LTO Akkerbouw en fruittelersorganisatie NFO stapten dit najaar uit het overleg vanwege de eisen die het keurmerk stelt.
'Sterk keurmerk'
Beide agrarische koepelorganisaties vinden dat het keurmerk onvoldoende wordt betaald door de markt. Volgens Greenpeace is de slechte betaling te wijten zijn aan de supermarkten die hun producten niet duurder willen maken. Toen ze de miljardste liter PlanetProof-melk kreeg uitgereikt, zei landbouwminister Carola Schouten dat ze het een sterk keurmerk vindt. Het biedt milieu- en dierenwelzijnsvoordelen en de consument blijkt ervoor te kiezen, oordeelt de bewindsvrouw.
'Geen verdienmodel'
In een gezamenlijk onderzoeksproject peilen Boerenbusiness en Foodlog de ervaringen van agrarische ondernemers met PlanetProof. We beginnen met de melkveehouderij. In die sector wordt het label nu nog exclusief gevoerd door Royal FrieslandCampina. De grootste zuivelaar van ons land heeft een aandeel in de totale melkstroom vanaf boerenbedrijven van circa 75%. CEO Hein Schumacher verklaarde aan het begin van de herfst dat duurzaamheidseisen geen verdienmodel zijn. FrieslandCampina zet voortaan weer gewoon in op smaak.
Hoewel beleidsmakers hopen dat de eisen door de markt worden betaald, ziet Schumacher een heel andere trend. Hij rekende voor dat het aandeel in de winst van het eindproduct verschuift naar de detailhandel. De kosten aan de zijde van de boer nemen namelijk toe, terwijl de consument niet meer betaalt. Het kan niet zo zijn dat de kosten voor duurzamere productie op de boeren worden afgewenteld, schreef Schouten in een brief aan de Tweede Kamer. Maar zij gaf geen oplossing om de lastenverzwaring te compenseren, door een groter aandeel van de kosten van voedsel uit het besteedbaar inkomen van consumenten.
Uit een onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) dat werd uitgevoerd door Wageningen UR, bleek onlangs dat supermarkten er niet met de marge vandoor gaan. De vraag van buitenlandse afnemers naar duurzame producten vanuit Nederland zou volgens de Autoriteit achterblijven bij het aanbod.
Niet 'exclusief' meer
Of het motief gelegen is in overaanbod of niet, FrieslandCampina heeft inmiddels besloten zijn stroom PlanetProof-melk niet exclusief voor zichzelf te houden, maar open te stellen voor derden. Wel wil het bedrijf vasthouden aan de exclusiviteit voor het produceren van PlanetProof-melk die het de facto heeft door zijn marktmacht: FrieslandCampina-leden produceren drie kwart van de Nederlandse melkstroom.
Andere melkverwerkers mogen de melk inkopen en verwerken tot eindproducten waarop ook zij het logo kunnen voeren. Dat kunnen ze strikt juridisch nu ook, maar het organiseren van de boeren en financieren van hun aanpassingen is een grote inspanning zodat inkoop commercieel een logischer oplossing is.
Theoretisch zou dat betekenen dat er kaas van de concurrerende coöperaties Cono en Rouveen met het logo in de winkels van Jumbo of Deen komt met melk van FrieslandCampina-boeren. Die constructie is natuurlijk gekunsteld. Wel denkbaar is dat niet-coöperatieve, maar private verwerkers zoals bijvoorbeeld A-ware of de in Nederland actieve Franse Bel Group (Bel Leerdammer) de melk van FrieslandCampina-boeren verwerken tot zuivel voor afnemers die consumenten in hun winkels hebben die het keurmerk onderscheidend vinden.
Volgens PlanetProof kan circa 10% van de Nederlandse melkstroom voldoen aan de eisen van het keurmerk. Met uitzondering van Albert Heijn zijn inmiddels alle supermarkten in Nederland over op PlanetProof-melk. Albert Heijn stelt andere en hogere eisen en betrekt zijn melk direct van melkveehouders. De melk wordt verwerkt door A-ware. Terwijl FrieslandCampina de leden die in 2020 meededen aan de eisen van het PlanetProof-programma €0,02 per liter meer betaalt, tikt Albert Heijn inmiddels €0,05 extra naar de boer af.
Zo denkt de melkveehouder over Planetproof
Voor het onderzoek hebben 151 melkveehouders gereageerd. De grootste groep (34,5%) die de enquête volledig heeft ingevuld, bestond uit melkveehouders met tussen de 100 en 150 koeien. Van de respondenten heeft 12,4% meer dan 150 koeien, 34,4% heeft minder dan 80 koeien en 11% minder dan 50. Een kleine 21% heeft tussen de 80 en 100 dieren. Van de totale groep van 151 doet 29,7% mee aan PlanetProof en is dus FrieslandCampina-boer.
Op de vraag naar de sterke en zwakke punten kwam een opvallend grote stroom reacties naar voren. Per vraag geven we onderstaand beknopt de reacties van de melkveehouders weer.
Meerprijs motiveert
Wat motiveert boeren om mee te doen? 69% gaat voor de meerprijs van €0,02. Andere motieven - zoals onderscheid maken ten opzichte van concullega-leveranciers binnen de coöperatie, draagvlak en uitstraling in de samenleving - blijven ver achter bij het financiële motief. Verderop in de enquête is kritiek te horen op de extra kosten die boeren moeten maken om hun meerprijs te kunnen verzilveren.
Waarom doen boeren niet mee?
Slechts 9% antwoordt dat meedoen niet kan, omdat ze geen lid zijn van FrieslandCampina. 26% wil wel graag meedoen, maar behoort niet tot de uitverkorenen. 13% zegt de meerprijs te laag te vinden. 20% heeft een bedrijf dat ongeschikt is voor deelname. Een bijna even groot deel (19%) kan zich niet vinden in de methode, terwijl nog eens 13% zelf wil bepalen hoe een melkveebedrijf het best kan worden gerund om te voldoen aan de eisen van vandaag.
Op de vraag waarom bedrijven ongeschikt zijn of niet deel willen nemen, noemen de respondenten in meerderheid de eisen op het gebied van weidegang, blijvend grasland en eiwit van eigen land. Opvallend is een biologische melkveehouder. Die merkt op dat PlanetProof voor hem geen meerwaarde heeft, omdat een aantal eisen die van biologisch overstijgen. Terwijl de meerprijs beduidend lager ligt.
Moet de exclusiviteit van PlanetProof voor FrieslandCampina vervallen?
Nee, zegt 70,5%. Ja, zegt 24,4% met als motief mee te kunnen doen of juist het gebruik van het logo (waarvan zij vermoedelijk meerwaarde verwachten) breder open te stellen voor alle melkveehouders in Nederland. 5% zegt die behoefte niet te hebben, omdat ze leveren aan een zuivelverwerker die andere melkstromen heeft om duurzame bedrijfsvoeringen tot waarde te brengen door consumenten er meer voor te laten betalen.
Vinden melkveehouders PlanetProof passen bij een coöperatie?
Het logo creëert ongelijkheid door de €0,02 extra die een kleine groep boeren ontvangt, terwijl ze wel gebruik maken van alle faciliteiten die FrieslandCampina biedt. Dat is echter geen probleem, vindt 60,5% van de boeren als zij daarvoor ook aan andere eisen moeten voldoen. 39% is het niet met die stelling eens en vindt dat alle leden dezelfde prijs voor hun melk moeten krijgen.
Is het een goede zaak dat de eisen van PlanetProof door een derde zijn opgesteld?
Stichting Milieukeur, de organisatie achter PlanetProof, heeft geen belang bij de gestelde eisen en kan die daarom onafhankelijk formuleren. 39% van de respondenten vindt dat een goede zaak. De groep die dat juist niet vindt, is bijna even groot (38%). 16% heeft geen mening en 6,7% vindt het geen probleem, omdat iemand de eisen moet formuleren.
Wegen de €0,02 extra op tegen de meerkosten?
Nee, zegt 41,5%, terwijl 19,5% zegt slechts quitte te draaien. Samen maakt dat 61%. Een kleine kwart (24,4%) zegt meer te verdienen dankzij PlanetProof-melk in de schappen. 12,2% zegt nog niet te weten hoe PlanetProof financieel uitpakt. Bij deze vraag antwoordde 2,4% niet, een uitzondering in deze enquête.
Denken boeren dat de consument het logo kent?
47% van de boeren denkt dat te weinig consumenten bekend zijn met het logo. 20,9% vindt dat verbetering van de naamsbekendheid gewenst is. Samen is dat een groep van bijna 68%. 21,6% heeft geen oordeel over de waardering of bekendheid van het logo in de markt.
Denken boeren dat consumenten weten waar het logo voor staat?
Nee, lijkt bijna driekwart (72,4%) te zeggen. Precies de helft van de respondent denkt dat er te veel keurmerken zijn, zodat consumenten de weg kwijtraken over hun inhoud en betekenis. 22,4% denkt dat ze niet weten waar het logo precies voor staat.
Minder dan 1% denkt dat consumenten weten waar het logo voorstaat. 20,9% vindt dat verbetering van het begrip onder consumenten gewenst is.
Verwarring: voor wie produceert een PlanetProof-boer?
In een voor Boerenbusiness-enquêtes uitzonderlijke veelheid en detaillering van antwoorden gingen de respondenten in op vragen over de sterke en zwakke punten die zij ervaren van PlanetProof en het eisenpakket. Belangrijke terugkerende element zijn de beperkte meerwaarde voor consumenten, zodat de verdiensten op investeringen achterblijven, de hoge eisen en de vrees dat het logo door algemene invoering uiteindelijk geen extra waarde meer heeft.
Opvallend zijn de complementaire opmerkingen dat - enerzijds- extensieve bedrijven niet in het logo passen en dat- anderzijds - het logo goed kan passen bij intensieve bedrijven die de koe maximaal melk laten geven. Wat de ene boer ziet als aansluiten bij wat consumenten verwachten (extensiveren), ziet de andere boer dat juist niet als een troef. De intensieve boeren zien juist intensieve duurzaamheid als het onderscheidend vermogen van het logo. Dat duidt op verwarring onder boeren over de markt waarvoor zij produceren.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Eric de Lijster, hoofdredacteur van Boerenbusiness.nl. Volgende week op Boerenbusiness.nl en Foodlog.nl: zo kijken de akkerbouwers naar PlanetProof.
Dit artikel afdrukken
'Sterk keurmerk'
Beide agrarische koepelorganisaties vinden dat het keurmerk onvoldoende wordt betaald door de markt. Volgens Greenpeace is de slechte betaling te wijten zijn aan de supermarkten die hun producten niet duurder willen maken. Toen ze de miljardste liter PlanetProof-melk kreeg uitgereikt, zei landbouwminister Carola Schouten dat ze het een sterk keurmerk vindt. Het biedt milieu- en dierenwelzijnsvoordelen en de consument blijkt ervoor te kiezen, oordeelt de bewindsvrouw.
'Geen verdienmodel'
In een gezamenlijk onderzoeksproject peilen Boerenbusiness en Foodlog de ervaringen van agrarische ondernemers met PlanetProof. We beginnen met de melkveehouderij. In die sector wordt het label nu nog exclusief gevoerd door Royal FrieslandCampina. De grootste zuivelaar van ons land heeft een aandeel in de totale melkstroom vanaf boerenbedrijven van circa 75%. CEO Hein Schumacher verklaarde aan het begin van de herfst dat duurzaamheidseisen geen verdienmodel zijn. FrieslandCampina zet voortaan weer gewoon in op smaak.
Hoewel beleidsmakers hopen dat de eisen door de markt worden betaald, ziet Schumacher een heel andere trend. Hij rekende voor dat het aandeel in de winst van het eindproduct verschuift naar de detailhandel. De kosten aan de zijde van de boer nemen namelijk toe, terwijl de consument niet meer betaalt. Het kan niet zo zijn dat de kosten voor duurzamere productie op de boeren worden afgewenteld, schreef Schouten in een brief aan de Tweede Kamer. Maar zij gaf geen oplossing om de lastenverzwaring te compenseren, door een groter aandeel van de kosten van voedsel uit het besteedbaar inkomen van consumenten.
Uit een onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) dat werd uitgevoerd door Wageningen UR, bleek onlangs dat supermarkten er niet met de marge vandoor gaan. De vraag van buitenlandse afnemers naar duurzame producten vanuit Nederland zou volgens de Autoriteit achterblijven bij het aanbod.
Niet 'exclusief' meer
Of het motief gelegen is in overaanbod of niet, FrieslandCampina heeft inmiddels besloten zijn stroom PlanetProof-melk niet exclusief voor zichzelf te houden, maar open te stellen voor derden. Wel wil het bedrijf vasthouden aan de exclusiviteit voor het produceren van PlanetProof-melk die het de facto heeft door zijn marktmacht: FrieslandCampina-leden produceren drie kwart van de Nederlandse melkstroom.
Andere melkverwerkers mogen de melk inkopen en verwerken tot eindproducten waarop ook zij het logo kunnen voeren. Dat kunnen ze strikt juridisch nu ook, maar het organiseren van de boeren en financieren van hun aanpassingen is een grote inspanning zodat inkoop commercieel een logischer oplossing is.
Theoretisch zou dat betekenen dat er kaas van de concurrerende coöperaties Cono en Rouveen met het logo in de winkels van Jumbo of Deen komt met melk van FrieslandCampina-boeren. Die constructie is natuurlijk gekunsteld. Wel denkbaar is dat niet-coöperatieve, maar private verwerkers zoals bijvoorbeeld A-ware of de in Nederland actieve Franse Bel Group (Bel Leerdammer) de melk van FrieslandCampina-boeren verwerken tot zuivel voor afnemers die consumenten in hun winkels hebben die het keurmerk onderscheidend vinden.
Volgens PlanetProof kan circa 10% van de Nederlandse melkstroom voldoen aan de eisen van het keurmerk. Met uitzondering van Albert Heijn zijn inmiddels alle supermarkten in Nederland over op PlanetProof-melk. Albert Heijn stelt andere en hogere eisen en betrekt zijn melk direct van melkveehouders. De melk wordt verwerkt door A-ware. Terwijl FrieslandCampina de leden die in 2020 meededen aan de eisen van het PlanetProof-programma €0,02 per liter meer betaalt, tikt Albert Heijn inmiddels €0,05 extra naar de boer af.
Zo denkt de melkveehouder over Planetproof
Voor het onderzoek hebben 151 melkveehouders gereageerd. De grootste groep (34,5%) die de enquête volledig heeft ingevuld, bestond uit melkveehouders met tussen de 100 en 150 koeien. Van de respondenten heeft 12,4% meer dan 150 koeien, 34,4% heeft minder dan 80 koeien en 11% minder dan 50. Een kleine 21% heeft tussen de 80 en 100 dieren. Van de totale groep van 151 doet 29,7% mee aan PlanetProof en is dus FrieslandCampina-boer.
Op de vraag naar de sterke en zwakke punten kwam een opvallend grote stroom reacties naar voren. Per vraag geven we onderstaand beknopt de reacties van de melkveehouders weer.
Meerprijs motiveert
Wat motiveert boeren om mee te doen? 69% gaat voor de meerprijs van €0,02. Andere motieven - zoals onderscheid maken ten opzichte van concullega-leveranciers binnen de coöperatie, draagvlak en uitstraling in de samenleving - blijven ver achter bij het financiële motief. Verderop in de enquête is kritiek te horen op de extra kosten die boeren moeten maken om hun meerprijs te kunnen verzilveren.
Waarom doen boeren niet mee?
Slechts 9% antwoordt dat meedoen niet kan, omdat ze geen lid zijn van FrieslandCampina. 26% wil wel graag meedoen, maar behoort niet tot de uitverkorenen. 13% zegt de meerprijs te laag te vinden. 20% heeft een bedrijf dat ongeschikt is voor deelname. Een bijna even groot deel (19%) kan zich niet vinden in de methode, terwijl nog eens 13% zelf wil bepalen hoe een melkveebedrijf het best kan worden gerund om te voldoen aan de eisen van vandaag.
Op de vraag waarom bedrijven ongeschikt zijn of niet deel willen nemen, noemen de respondenten in meerderheid de eisen op het gebied van weidegang, blijvend grasland en eiwit van eigen land. Opvallend is een biologische melkveehouder. Die merkt op dat PlanetProof voor hem geen meerwaarde heeft, omdat een aantal eisen die van biologisch overstijgen. Terwijl de meerprijs beduidend lager ligt.
Moet de exclusiviteit van PlanetProof voor FrieslandCampina vervallen?
Nee, zegt 70,5%. Ja, zegt 24,4% met als motief mee te kunnen doen of juist het gebruik van het logo (waarvan zij vermoedelijk meerwaarde verwachten) breder open te stellen voor alle melkveehouders in Nederland. 5% zegt die behoefte niet te hebben, omdat ze leveren aan een zuivelverwerker die andere melkstromen heeft om duurzame bedrijfsvoeringen tot waarde te brengen door consumenten er meer voor te laten betalen.
Vinden melkveehouders PlanetProof passen bij een coöperatie?
Het logo creëert ongelijkheid door de €0,02 extra die een kleine groep boeren ontvangt, terwijl ze wel gebruik maken van alle faciliteiten die FrieslandCampina biedt. Dat is echter geen probleem, vindt 60,5% van de boeren als zij daarvoor ook aan andere eisen moeten voldoen. 39% is het niet met die stelling eens en vindt dat alle leden dezelfde prijs voor hun melk moeten krijgen.
Is het een goede zaak dat de eisen van PlanetProof door een derde zijn opgesteld?
Stichting Milieukeur, de organisatie achter PlanetProof, heeft geen belang bij de gestelde eisen en kan die daarom onafhankelijk formuleren. 39% van de respondenten vindt dat een goede zaak. De groep die dat juist niet vindt, is bijna even groot (38%). 16% heeft geen mening en 6,7% vindt het geen probleem, omdat iemand de eisen moet formuleren.
Wegen de €0,02 extra op tegen de meerkosten?
Nee, zegt 41,5%, terwijl 19,5% zegt slechts quitte te draaien. Samen maakt dat 61%. Een kleine kwart (24,4%) zegt meer te verdienen dankzij PlanetProof-melk in de schappen. 12,2% zegt nog niet te weten hoe PlanetProof financieel uitpakt. Bij deze vraag antwoordde 2,4% niet, een uitzondering in deze enquête.
Denken boeren dat de consument het logo kent?
47% van de boeren denkt dat te weinig consumenten bekend zijn met het logo. 20,9% vindt dat verbetering van de naamsbekendheid gewenst is. Samen is dat een groep van bijna 68%. 21,6% heeft geen oordeel over de waardering of bekendheid van het logo in de markt.
Denken boeren dat consumenten weten waar het logo voor staat?
Nee, lijkt bijna driekwart (72,4%) te zeggen. Precies de helft van de respondent denkt dat er te veel keurmerken zijn, zodat consumenten de weg kwijtraken over hun inhoud en betekenis. 22,4% denkt dat ze niet weten waar het logo precies voor staat.
Minder dan 1% denkt dat consumenten weten waar het logo voorstaat. 20,9% vindt dat verbetering van het begrip onder consumenten gewenst is.
Verwarring: voor wie produceert een PlanetProof-boer?
In een voor Boerenbusiness-enquêtes uitzonderlijke veelheid en detaillering van antwoorden gingen de respondenten in op vragen over de sterke en zwakke punten die zij ervaren van PlanetProof en het eisenpakket. Belangrijke terugkerende element zijn de beperkte meerwaarde voor consumenten, zodat de verdiensten op investeringen achterblijven, de hoge eisen en de vrees dat het logo door algemene invoering uiteindelijk geen extra waarde meer heeft.
Opvallend zijn de complementaire opmerkingen dat - enerzijds- extensieve bedrijven niet in het logo passen en dat- anderzijds - het logo goed kan passen bij intensieve bedrijven die de koe maximaal melk laten geven. Wat de ene boer ziet als aansluiten bij wat consumenten verwachten (extensiveren), ziet de andere boer dat juist niet als een troef. De intensieve boeren zien juist intensieve duurzaamheid als het onderscheidend vermogen van het logo. Dat duidt op verwarring onder boeren over de markt waarvoor zij produceren.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Eric de Lijster, hoofdredacteur van Boerenbusiness.nl. Volgende week op Boerenbusiness.nl en Foodlog.nl: zo kijken de akkerbouwers naar PlanetProof.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dick, Eric: In het stuk staat een storende fout die afbreuk doet aan de onafhankelijkheid van SMK. Er wordt gesuggereerd dat On the way to PlanetProof melk exclusief zou zijn voor FrieslandCampina. Onze keurmerken en certificaten zijn er voor álle bedrijven. Ook On the way to PlanetProof is voor elk bedrijf toegankelijk. Als hun producten voldoen aan de criteria, en zijn gecontroleerd door onafhankelijke certificatie-instellingen, ontvangen zij het certificaat. Er zijn voor zowel melk als zuivelproducten nu al meerdere keurmerkhouders gecertificeerd.
De criteria voor On the way to PlanetProof worden ontwikkeld en vastgesteld door onafhankelijke Colleges van Deskundigen voor Dierlijke en Plantaardige producten. Daarin zijn de betrokken stakeholders vertegenwoordigd (onderzoek, boeren (LTO) en NAJK), verwerkers, maatschappelijke organisaties, overheid).
Er is dus géén exclusiviteit, anders dan dat het keurmerk door zijn ambitieuze eisen niet door elk bedrijf wordt gehaald. Zuivelbedrijven zijn van harte uitgenodigd om zich aan te melden voor certificering. Wij helpen ze graag On the way to…
Nee Wim, dat staat er niet. Er staat dat die exclusiviteit in zuivel een de facto macht is die volgt uit het volume van RFC en de organisatiekosten die samenhangen met de implementatie van het label in de zuivelketen. Jullie zouden wellicht eens na kunnen denken over je governance ethiek.
Die nuance tussen het juridische en markttechnische aspect was onduidelijk in de tekst zoals die gisteravond online ging, maar is vanmorgen op het terechte verzoek van RFC aangepast.
Als consument met een gezin doe ik wat iedereen hopelijk doet die van een volatiel zzp-budget leeft: de goedkoopste biologische producten kopen, iig de dierlijke. Want ‘biologisch’, dat is Goed, Wettelijk & Europees.
Als ‘PlanetProof’ mìj al helemaal niets zegt, dan zegt het niemand iets. Weer zo’n sticker. Weidemelk, Beter Leven. Ik kijk er amper naar. Ik koop kleine verpakkingen vlees. Sommige Lidl vestigingen hebben wel volle bio-melk, andere niet. We eten gewoon meer bonen uit blik (eerst afspoelen). Geen idee waar die vandaan komen, qua co2vlieguren.
Zelfs als een bedrijf 75% van de NL-melkplas in handen heeft, en leerstoelen in Wageningen, dan nog winnen ze niet de hearts and minds van de consumenten met een gratuite Engelstalige kreet over een planeet. Het is erbarmelijke marketing/communicatie/reclame, bedacht in een bejaarde directiekamer. Het is corporate hoogmoed van de king of the hill, die zo lang mogelijk uit de handen van de wet wil blijven.
De slotzin van dit stuk is: “Dat duidt op verwarring onder boeren over de markt waarvoor zij produceren.” Ik begrijp er niets van als dat zo zou zijn. Worden boeren gestraft voor goed gedrag met 2% centjes meer die ze voor hun melk krijgen die de planeet moet redden maar waarvan anderen geen kaas mogen maken?
Ineens begrijp ik heel goed dat je woedend op je trekker springt. Maar waar moet je heen?
#1 Wim hoe wil je nu een geloofwaardig keurmerk in de markt zetten als je geregeld door natuurlijke omstandigheden je eigen criteria bij stelt?
Opmerkelijk dat in het onderzoek en het artikel op Foodlog nauwelijks aandacht wordt besteed aan het feit dat PlanetProof een tussenstap is op weg naar verdere verduurzaming en niet om een ideaal eindplaatje. Niet voor niks gaat het om On the way to PlanetProof. Verduurzamen gaat nu eenmaal in stappen, juist omdat de markt moet wennen aan het betalen voor milieuprestaties waarvan de kosten tot voor kort louter voor rekening van de boer kwamen. Als we alleen naar de werkelijkheid blijven kijken vanuit het perspectief van de lineaire economie, eigenbelang en korte termijn financiele kengetallen dan schieten we nog niet erg op in een tijd waarin klimaat en biodiversiteit om steeds hardere ingrepen vraagt. Bovendien, als 24,4% van de melkveehouders zegt er beter van te worden, 19,5% zegt quitte te draaien en 12,2% heeft nog geen oordeel dan is dat geen score om te bagatelliseren. Mijn conclusie is dat On the way to Planet Proof een goede, weliswaar niet grote maar wel noodzakelijke tussenstap is om zowel het boereninkomen als het milieu te dienen. Ze leert ons op grotere schaal dan voorheen dat er voor een bijdrage aan het milieu betaald moet worden. Wie de klimaat- en biodiversiteitscrisis een beetje serieus neemt kan niet anders concluderen dan dat we nog een lange weg te gaan hebben naar een volledig circulaire en duurzame landbouw. Daarom waardering voor Friesland Campina die hierin het voortouw neemt, terwijl ze tegelijkertijd weten dat volgende stappen en een betere beloning moeten volgen.