Uit de cijfers blijkt dat in China en Vietnam de 'grondloosheid' het laagst is. In Latijns-Amerika is die het hoogst. Daar heeft de armste 50% van de mensen slechts 1% van het land in bezit. In Azië en Afrika is het aandeel zogeheten smallholders - boeren met weinig land - het hoogst. In Europa en de VS vond de afgelopen 40 jaar de grootste verschuiving van klein naar groot plaats.
Wereldwijd bestaat tussen de 80 à 90% van de agrarische bedrijven uit familiebedrijven en kleine boeren; daar is "de menselijke inbreng meestal hoger dan de chemische en mechanische factoren en wordt eerder in termijnen van generaties gedacht dan in tienjarige investeringscycli, schrijft The Guardian.
Maar het aandeel van deze groep in landeigendom en hun opbrengsten voor de handelsmarkt nemen duidelijk af. "De concentratie van eigendom en controle resulteert in meer monoculturen en een intensievere landbouw," zegt Ward Anseeuw van de International Land Coalition. Zijn organisatie ziet deze ontwikkeling als de oorzaak voor de afname van de bodemgezondheid, waterontrekking en ontbossing elders in de de wereld. En dat zou vervolgens weer leiden tot armoede, migratie, oorlog en de verspreiding van zoönosen (zoals Covid-19).
Landbouw op kleinere schaal is de oplossing volgens de onderzoekers.
"Kleine boeren, familiebedrijven, inheemse bevolkingen en kleine gemeenschappen zijn veel voorzichtiger met het gebruik van land. Het gaat niet alleen om de investeringswinsten, het gaat om cultuur, identiteit en iets overdragen aan de volgende generatie. Zij zorgen veel beter voor de grond en op de lange termijn produceren zij meer op een stukje grond en vernietigen minder."
Ook in Nederland is de genoemde trend zichtbaar. De groep zogeheten '100 bunder boeren' is de laatste jaren duidelijk gegroeid, legde CBS-statisticus Cor Pierik onlangs uit.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Groot en efficiënt voedt de meeste monden per Ha, dus om ze veel mogelijk natuur over te houden, intensieve bedrijven.
Wat deze mensen uiteraard niet bekeken hebben en waar ze waarschijnlijk helemaal geen weet/verstand van hebben, is het feit dat in grote delen van de wereld, deze grote bedrijven werken volgens de strip of no-till methode.
Met deze systemen wordt de hoogste biodiversiteit in de bodem bereikt, meestal nog veel beter dan bij biologische landbouw die sterk afhankelijk zijn van intensieve grondbewerking zoals ploegen om de onkruiddruk zo laag mogelijk te houden.
We willen klein, gezellig, intiem, betrokken, lokaal, overzichtelijk, transparant maar de trend gaat de andere kant op.
#1, Frank, in het artikel staat het andersom; ""Kleine boeren, familiebedrijven, inheemse bevolkingen en kleine gemeenschappen zijn veel voorzichtiger met het gebruik van land. Het gaat niet alleen om de investeringswinsten, het gaat om cultuur, identiteit en iets overdragen aan de volgende generatie. Zij zorgen veel beter voor de grond en op de lange termijn produceren zij meer op een stukje grond en vernietigen minder."
Dat geldt, denk ik, gemiddeld genomen over de hele wereld.
#3 gemiddeld genomen een grote mythe dat beter voor de grond zorgen, al hoewel, vaak zie je bij die kleine boeren heel de boel overwoekerd met onkruid, yep dan heb je biodiversiteit, maar of er iemand van kan eten?
En iedereen kijkt visueel naar het land, wat in de bodem gebeurd hebben er maar weinig zicht op of verstand van.
Is ook een dilemma in Nederland bij onderzoekers naar biologische landbouw en die dit ook aanhangen.
Toegeven dat dit helemaal niet de hoogste biodiverse bodem geeft is vaak heel lastig zo niet onmogelijk voor hun.
Mijn eigen simpele boeren waarnemingen wereldwijd zijn gewoon dat met zoals gezegd stripp of no-till farming, je het meeste bodemleven hebt, cruciaal voor landbouw met zo min mogelijk input van bestrijdingsmiddelen.
95% van die stripp, no-till landbouw gebruikt overiges glyfosaat en vind dit onontbeerlijk, misschien ligt daar wel een groot stuk van de ontken modus van veel onderzoekers.
#3 Frank, de vraag is waar het uit blijkt.
Ik denk dat twee actieve mensen op deze site op die vraag een goed startpunt kunnen maken om die vooronderstelling te toetsen: Jopie Duijnhouwer en Henk Breman. Anderen die ik de wijsheid toedicht om er zinvolle dingen over te zeggen zijn Ken Giller en Wim van der Putten.