Balans en maatschappelijke rol
Allereerst het begrip. Ook ik vind dat de WUR – net als overigens de meeste andere universiteiten – meer balans kan aanbrengen in haar samenwerkingen met private partijen. Ik opperde al eens het idee om ook een verzamelgebouw voor non-profit organisaties op de campus te bouwen. Ik geloof zeer sterk in het belang van samenwerking en in de onafhankelijkheid van de Nederlandse wetenschap, maar door de samenleving meer mee te nemen in ons onderzoek kan de legitimiteit van opgedane inzichten versterkt worden. Ook sta ik voor de volle 100% achter bewegingen als WOinActie, die pleiten voor een herbezinning van de universitaire financieringsvormen en werkomstandigheden. Universiteiten zijn zich te zeer gaan richten op het behalen van kwantitatieve prestatie-indicatoren, met alle perverse gevolgen van dien.
Tegelijkertijd moeten we er als samenleving voor waken dat een constructief debat over de maatschappelijke rol van de universiteit niet doorslaat in cynisme en de delegitimatie van wetenschap en kennisvergaringTegelijkertijd moeten we er als samenleving voor waken dat een constructief debat over de maatschappelijke rol van de universiteit niet doorslaat in cynisme en de delegitimatie van wetenschap en kennisvergaring. Neem nu het verwijt dat WUR medeschuldig zou zijn aan de huidige staat van het voedselsysteem. Natuurlijk, wetenschappelijke kennis en technieken hebben een grote rol gespeeld in de (destijds broodnodige) intensivering van de voedselproductie. Maar wie met de kennis van nu de wetenschap en innovatie van gisteren beoordeelt, toont zich een slecht historicus. Het voedselvraagstuk is continu in ontwikkeling, waarbij de oplossingen van gisteren de uitdagingen van vandaag vormen. Zowel het voedselsysteem als het onderzoek daarnaar zijn nooit af, maar vergen continue heroriëntatie. Verwar de wetenschap daarnaast niet voor de politiek: ons huidige voedselsysteem is primair het gevolg van bewuste politieke keuzes, van Mansholts herstructurering van de Europese landbouw tot de liberaliseringsgolf die vanaf de jaren ’80 is ingezet.
Vrijplaatsen voor debat en reflectie
Daarnaast is ook de veelgehoorde opvatting dat ‘de WUR’ één bepaald productiemodel of toekomstbeeld voorstaat een gevaarlijke. Universiteiten zijn geen eenstemmige actoren, maar vrijplaatsen voor debat en reflectie. Het is precies de reden waarom we het beestje ‘universiteit’ ooit hebben uitgevonden. Juist door het debat aan te gaan, ideeën te toetsen en van daar uit oplossingsrichtingen voor te stellen kunnen we de complexe problemen waar we als samenleving voor staan het hoofd bieden. Daarbij valt of staat de kwaliteit van het debat natuurlijk met het respecteren van de wetenschappelijke methode, in al zijn variëteit. Juist vanwege het belang van deze meerstemmigheid, ben ik ook uiterst kritisch over het uitroepen van ‘de klimaatcrisis’ of elke andere vorm van collectieve stellingname in naam van de academie.
Met bovenstaande wil ik geenszins betogen dat u niet kritisch mag zijn, graag zelfs! Ik vind dat we als wetenschap nog veel sterker de dialoog met andere denkers en doeners aan kunnen en moeten gaan. Maar wees tegelijkertijd voorzichtig met onze instituties. Bekritiseer ideeën en onderzoeken, maar koester het debat en de onafhankelijke kennisvergaring. Het is een van de bouwstenen van onze liberale democratie; Trumpisme is niet ver. Ik kijk uit naar uw kritiek!
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jeroen de kritiek loopt over geheel andere onderwerpen:
- er is voor buitenstaanders geen verschil tussen de universiteit en de instituten.
- de instituten concurreren keer op keer met belastinggeld met private bedrijven. Op onderwerp en met overheidsmiddelen.
- WUR is “te duur” en “niet innovatief”.
- WUR is te dominant, en daardoor te weinig diversiteit in onderzoek en debat.
Zie ook de FoodWatch lijn van vorige week.
En de Foodwatch lijn schrijf ik zonet:
Tedje van Asseldonk , ik ben tijdens mijn studie Scheikundige Technologie te Delft, student assistent geweest bij “Chemie en samenleving”. Alle niet-technische vakken (waaronder risico-analyse, wetenschapsfilosofie, duurzaamheid/CO2), zaten verstop in dit vak. Ik beken, ik ben student assistent geworden om een paar centjes te verdienen (naast werken in de kroeg), maar ben in de laatste twee jaar bijzonder gegrepen en extra gevormd hierdoor.
Het vak had echter geen professor maar een Universitair Hoofddocent. Je snapt het al, het werd (en wordt?) als een onbelangrijk vak gezien tijdens mijn studie. Met de wijsheid van nu zeg ik: heel dom en onverstandig, meer nadruk van dit vak tijdens de vorming van jonge ingenieurs is essentieel.
Ik werk bijna 25 jaar in Wageningen, waarvan de eerste periode aan een van de instituten. Wat ik daar geleerd heb is dat er een zuivere wetenschap wordt bedrijven (aan de universiteit), maar dat er veel te vaak (deze woorden komen van mijn gepromoveerde partners af) : spraken is van beschrijvende wetenschap. Eigenlijk niveaus HBO daardoor. Beschrijvende wetenschap ‘meet’ en probeert relaties te zien, plat gezegd de theorie achteraf, in plaatst van scherpe hypothese vooraf.
Terug naar TU-Delft, ik weet dat ook tijdens mijn studie en ernaar, er neerbuigend gekeken werd/wordt naar de technische universiteiten. Ik kom nog wel eens in Delft, Eindhoven en Twente. Het beta-niveau is grosso modo zeer hoog. Maar het is te eenzijdig, meer Chemie en Samenleving in de studie is wenselijk.
In Wageningen is heterogeen:
- enkele vakgroepen lijken op zeer goede ‘Delftse’ vakgroepen. Niet zo gek als je naar de achtergrond kijkt van de betreffende hoogleraar. Er is te weinig geld voor hen.
- er is teveel ‘geloof’ en ‘kwalitatief’ en wat ik noem wetenschap-met-politiek sausje. Vooral bij de beleidsondersteunende programma’s, de verwevenheid tussen LNV en WUR helpt niet.
- er is heel veel -teveel- slechte ontwikkeling (en dus geen wetenschap, maar ook geen praktische toegepaste ontwikkeling). Spijtig genoeg verbrand deze tak van sport het meeste overheidsgeld. Jong talent leert echter niet het verschil tussen goede (fundamentele) wetenschap en (technologie) ontwikkeling. Het management kent dit verschil ook niet lijkt het wel.
- grote delen van de instituten gedragen zich gewone ingenieursbureaus of consultancy bureaus. Hier ben ik een zeer groot criticaster. Dit is gewoon een private take van sport en moet weg uit de WUR.
Mijn suggestie is daarom al heel lang:
- universiteit weer los van de instituten.
- een grote bezem door de instituten.
Alvast een inhoudelijk reactie, je schrijft “ i) WUR is medeschuldig aan de milieu- en klimaatproblemen in het huidige voedselsysteem”
Het woord ‘schuldig’ zou ik nooit gebruiken, maar historische gezien (periode 2000-2015) is het absoluut zo dat er een monocultuur van denken aanwezig geweest is die vooral verwoord werd door het ‘politieke’ standpunt van Aalt Dijkhuizen “meer met minder”. De WUR is de grote aanjager geweest van het denken ‘grootschaligheid’. Elk kritisch alternatief geluid werd de kop ingedrukt.
En dus ja, als je het historische bekijkt, dan heeft WUR zijn (indirect) bijdrage geleverd in ontstaan van monocultuur landbouw en daarmee behorende nadelige effecten.
En rondom het (wetenschappelijke) debat kan ik je verzekeren: dat is tot op de dag van vandaag zeer lastig te voeren tussen buitenstaanders en WUR insiders.
Ook op universiteiten is het rendementsdenken dominant geworden. Bij het bestuur de vraag "hoe harken we zoveel mogelijk geld binnen", bij studenten de vraag "wat is het snelste pad naar een goedbetaalde baan". Dit is ten koste gegaan van de nieuwsgierigheid waar wetenschap op gestoeld zou moeten zijn en is 'profit&loss;' daarvoor in de plaats gekomen. In Amerika betalen de rijken smeergelden om hun kinderen een plaats op de universiteit te bezorgen. Gelukkig is dat hier nog niet zover.
Jeroen Candel doe je mee met het gesprek?
Jan Peter van Doorn , donaties van rijke ouders lijkt me prima. Een titel kopen kan absoluut niet.