Deze week is de regeling gerichte opkoop gestart. Daarmee kunnen provincies veehouderijbedrijven met een relatief hoge stikstofuitstoot binnen 10 kilometer van Natura 2000-gebieden opkopen op basis van vrijwilligheid. Landbouwminister Carola Schouten wil met de stikstofruimte die vrijkomt, niet alleen natuur herstellen, maar ook PAS-melders legaliseren. In eerste instantie is er 100 miljoen euro beschikbaar. In totaal is er 350 miljoen euro vrijgemaakt voor de regeling gerichte opkoop.

De stikstofmarkt komt langzaam maar zeker in beweging, niet in de laatste plaats door de openstelling van de Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden. ZLTO kan veehouders onder meer door bemiddeling begeleiden bij de aan- of verkoop van stikstofrechten.'


Dat schreef de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) eerder deze week. De boerenkoepel faciliteert het beleid van de overheid, terwijl andere boerenorganisaties daar juist op tegen zijn omdat het boerenrechten uit de boerenmarkt haalt en overdraagt aan onder meer het wegverkeer, vliegveld Lelystad en energiecentrales. Het opschalen van bedrijven om die te concurrerend te houden komt daarmee in gevaar.

De Nederlandse Pluimveehoudersvakbond (NVP) zegt vandaag in een persbericht:
Afgelopen week werd zonder enige vorm van overleg met de veehouderijsectoren de gebiedsgerichte opkoopregeling gepubliceerd in de Staatscourant. De NVP is daardoor overvallen, net als een heel aantal andere belangenbehartigers.

Het bestuur heeft de opkoopregeling direct op hoofdlijnen doorgenomen. Duidelijk is dat de €350 miljoen van het Rijk fungeert als een voorfinanciering met een in potentie grote hefboomwerking. De provincie rekent de voorfinanciering af met het Rijk op basis van de restwaarde. De restwaarde wordt in belangrijke mate bepaald door de wijziging van het bestemmingsplan, welke gepaard zal gaan met de opkoop.

De Provincies kunnen strategisch veehouderijen uitkiezen en bestemmingsplannen wijzigen, waardoor ze in een mix van ‘creëren van nieuwe natuur’ en ‘projectontwikkeling en/of grondhandel’ onder de streep aanzienlijk rendement kunnen gaan maken op de aangekochte veehouderijen. Het effect onderaan de streep zal zijn:
- De Minister krijgt haar voorfinanciering teruggestort in de pot van 350 miljoen;
- De Provincie dekt de kosten van de opkopen door een mix van bestemmingswijzingen (natuur betekent afwaardering van de grond en ontwikkeling voor wonen of industrie juist een aanzienlijke opwaardering);
- Veel veehouderijen kunnen worden ‘opgekocht’ en verdwijnen uit het landschap;
- Veehouders zijn dermate ongewenst dat ze zelfs een beroepsverbod krijgen als ze meedoen aan de opkoopregeling. Terwijl het uit de markt nemen van productierechten voldoende waarborg zou moeten bieden dat de productiecapaciteit onomkeerbaar uit de markt wordt genomen, een voorwaarde uit het Europese toetsingskader voor staatsteun.

Door de opgenomen criteria komt een relatief grote groep veehouders in aanmerking voor opkoop, tot 10 km van een N2000 gebied en vanaf 2 mol depositie. Zorgwekkend bij deze gebiedsgerichte opkoopregeling is dat de minnelijke route het uitgangspunt vormt, maar dat onteigening wel degelijk in stelling kan worden gebracht. Funest voor de landbouw is het dat in de regeling geen enkele flexibiliteit zit om een positieve dynamiek te creëren, gericht op verduurzaming van het platteland, het blokkeert logische verplaatsingen en de waarde van stikstof wordt niet meegenomen in taxaties.
Deze regeling lijkt vooral gericht op het uit Nederland verdrijven van de veehouderij! De honderden miljoenen belastinggeld zijn beter besteed door in te zetten op innovatie en emissiereductie. Zaken waar de pluimveehouderij om bekend staat met fantastische prestaties op het gebied van o.a. dierenwelzijnsconcepten, diergezondheid, voedselveiligheid, lage CO2-voetprint, emissiereductie, mestverwerking en opwekking van groene energie.


De overheid zet voornamelijk in op minnelijke uitkoop en niet zozeer meer op technische innovaties. Dat is het gunstigst voor boeren omdat het hen de hoogste prijs oplevert en geen valse beloften wekt. Bij onteigening krijgen boeren slechts betaald op basis van onteigeningswaarde. Het biedt de overheid de mogelijkheid om gerichter te werk te gaan en is daarmee effectiever om de beoogde stikstofdoelen te realiseren. Wel moet een onteigende boer de mogelijkheid krijgen om een ander bedrijf te kopen. Daarom past minnelijke uitkoop zonder herstart beter.
Dit artikel afdrukken