Namens de Vereniging van Kalverhouders (VVK) en LTO vakgroep Kalverhouderij brengt vandaag Corné de Rooij, kalverhouder in Riel bij Tilburg, een bericht naar buiten waaruit de nood blijkt van een sector die het bijproduct van de melkveehouderij - stierkalveren - opwaardeert en afzet als vlees. Met bedrijven als Van Drie Groep, Denkavit en Pali Groep Nederland die de houderij, slacht en verwerking van kalveren integreren, is Nederland de grootste en sterkst georganiseerde kalvermester van zowel Europa als de wereld. Kalverhouders zijn nagenoeg volledig afhankelijk van export.
De sector heeft het moeilijk door de horecasluitingen in heel Europa omdat kalfsvlees voornamelijk in restaurants wordt gegeten. De vraag is grotendeels stil komen te liggen zodat het vlees zich in vrieshuizen ophoopt.
In Nederland is de thuisconsumptie verwaarloosbaar. Elders in Europa wordt wel kalfsvlees thuis gegeten. In die buitenlandse markten trekt de vraag iets aan omdat consumenten de luxe vleessoorten die ze in restaurants aten, nu ook thuis gaan eten. Zulke consumenten hebben het liefste kalveren uit eigen land en kiezen traditioneel voor jongere, met voornamelijk melk afgemeste dieren. Rosékalveren, die tot 2 tot 5 maanden later worden geslacht dan blankvleeskalveren, hebben nog meer last van dit euvel omdat de vraag naar ouder kalfsvlees dat ook met ruwvoer is afgemest, gering blijft. Namens circa 650 rosékalverhouders, bericht De Rooij hoe zijn sector ervoor staat.
Noodklok
De Nederlandse rosékalverhouders luiden de noodklok. Door de coronacrisis lijden ze dermate grote verliezen dat het voortbestaan van hun bedrijven en de sector in gevaar komt. Ondanks het feit dat landbouwminister Carola Schouten verschillende land- en tuinbouwsectoren ruimhartig financieel ondersteunt, weigert ze de rosésector een helpende hand toe te steken.
Anders dan hun collega’s met blankvleeskalveren heeft het merendeel van de rosékalverhouders geen vast contract met een slachterij of integrator. Ongeveer 40% van alle kalverhouders in Nederland is rosékalverhouder en houdt voor eigen rekening en risico kalveren. Het gaat om ongeveer zeshonderd bedrijven. Vanaf 16 maart zijn de verliezen bij deze groep opgelopen naar 100.000 tot 300.000 euro per volwaardig gezinsbedrijf.
TVL niet van toepassing
Hoewel het kabinet gisteren bekend heeft gemaakt dat de subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) open wordt gesteld voor alle ondernemers uit alle bedrijfssectoren, kunnen rosékalverhouders hier geen gebruik van maken. De regeling stelt dat het omzetverlies minimaal 30 procent moet bedragen om in aanmerking te komen. Kalverhouders hebben te maken met een prijsdaling van 25 procent, maar omdat de winstmarges relatief klein zijn en de productiecyclus acht tot twaalf maanden duurt, zijn de kosten veel hoger dan de opbrengsten, wat leidt tot bovenstaande verliezen.
Rutte: niemand in de steek laten
De groep kalverhouders wil dat de overheid hun financiële zorgen serieus neemt. Premier Rutte deed in maart de belofte dat ondernemers niet in de steek gelaten worden. 140.000 bedrijven hebben ondertussen gebruik gemaakt van de NOW-regeling waarvoor de regering 8 miljard euro beschikbaar heeft gesteld. De regeling voorziet in een tegemoetkoming in het loon van medewerkers. Aangezien rosékalverhouders overwegend familiebedrijven zijn, zonder personeel, hebben zij geen gebruik kunnen maken van de NOW-regeling.
Minister Schouten heeft in mei wel € 650 miljoen beschikbaar gesteld voor de sierteelt, onderdelen van de voedingstuinbouw en fritesaardappelen omdat in die sectoren de marktprijzen dramatisch kelderden. De aardappelsector heeft ruim gebruik gemaakt van hun deel van de regeling (€ 50 miljoen). In de andere sectoren is prijsherstel opgetreden waardoor van de overige € 600 miljoen nagenoeg geen gebruik gemaakt is. Het geld beschikbaar stellen voor de kalversector zou voor de hand gelegen hebben. De prijzen van kalfsvlees zijn immers vanaf begin april naar een historisch laag niveau gedaald en sindsdien nauwelijks gestegen. De minister heeft die keuze echter niet willen maken.
Weinig kennis van kalverhouderij
Ondanks verschillende oproepen door belangenverenigingen van kalverhouders en individuele kalverhouders richting het ministerie, de minister en de vaste Kamercommissie landbouw, geeft de minister aan dat ze haar standpunt niet wil heroverwegen. De argumenten die ze daarbij gebruikt, getuigt van weinig kennis van de kalverhouderij. Steeds wijst ze naar de grote marktpartijen (integraties/slachterijen) die de financiële klappen op zouden kunnen vangen voor kalverhouders. Rosékalverhouders werken niet op contractbasis voor een grote speler in de markt en voelen de gevolgen al meer dan een half jaar direct in hun portemonnee. Het einde van de verliezen is daarbij nog niet in zicht.
Liever steun dan lovende woorden
Kortom, rosékalverhouders dreigen tussen de wal en het schip te vallen. In haar ‘Voortgangsrapportage programma duurzame veehouderij’ van 22 oktober j.l spreekt de minister haar lof uit over de rosékalverhouderij die ze als innovatief bestempeld. Liever dan lovende woorden, ontvangen de rosékalverhouders een financiële vergoeding die hen door de coronacrisis kan helpen. Financieel gezonde kalverbedrijven zijn buiten hun toedoen in zwaar weer gekomen. Het is niet meer dan normaal dat de minister deze sector door de crisis helpt, net zo als ze andere sectoren geholpen heeft.
Investeren in verdere verduurzaming
De financiële verliezen bij rosékalverhouders zijn op dit moment dermate groot dat een periode van vijf jaar met normale prijzen nodig is om deze verliezen weg te werken. Van de andere kant vraagt de minister aan kalverhouders om verdere stappen te ondernemen in duurzaamheid. Die stappen kosten geld. Het is voor rosékalverhouders onmogelijk te voldoen aan nieuwe duurzaamheidseisen als de minister deze groep nu aan zijn lot over laat.
Dit artikel afdrukken
In Nederland is de thuisconsumptie verwaarloosbaar. Elders in Europa wordt wel kalfsvlees thuis gegeten. In die buitenlandse markten trekt de vraag iets aan omdat consumenten de luxe vleessoorten die ze in restaurants aten, nu ook thuis gaan eten. Zulke consumenten hebben het liefste kalveren uit eigen land en kiezen traditioneel voor jongere, met voornamelijk melk afgemeste dieren. Rosékalveren, die tot 2 tot 5 maanden later worden geslacht dan blankvleeskalveren, hebben nog meer last van dit euvel omdat de vraag naar ouder kalfsvlees dat ook met ruwvoer is afgemest, gering blijft. Namens circa 650 rosékalverhouders, bericht De Rooij hoe zijn sector ervoor staat.
Noodklok
De Nederlandse rosékalverhouders luiden de noodklok. Door de coronacrisis lijden ze dermate grote verliezen dat het voortbestaan van hun bedrijven en de sector in gevaar komt. Ondanks het feit dat landbouwminister Carola Schouten verschillende land- en tuinbouwsectoren ruimhartig financieel ondersteunt, weigert ze de rosésector een helpende hand toe te steken.
Anders dan hun collega’s met blankvleeskalveren heeft het merendeel van de rosékalverhouders geen vast contract met een slachterij of integrator. Ongeveer 40% van alle kalverhouders in Nederland is rosékalverhouder en houdt voor eigen rekening en risico kalveren. Het gaat om ongeveer zeshonderd bedrijven. Vanaf 16 maart zijn de verliezen bij deze groep opgelopen naar 100.000 tot 300.000 euro per volwaardig gezinsbedrijf.
TVL niet van toepassing
Hoewel het kabinet gisteren bekend heeft gemaakt dat de subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) open wordt gesteld voor alle ondernemers uit alle bedrijfssectoren, kunnen rosékalverhouders hier geen gebruik van maken. De regeling stelt dat het omzetverlies minimaal 30 procent moet bedragen om in aanmerking te komen. Kalverhouders hebben te maken met een prijsdaling van 25 procent, maar omdat de winstmarges relatief klein zijn en de productiecyclus acht tot twaalf maanden duurt, zijn de kosten veel hoger dan de opbrengsten, wat leidt tot bovenstaande verliezen.
Rutte: niemand in de steek laten
De groep kalverhouders wil dat de overheid hun financiële zorgen serieus neemt. Premier Rutte deed in maart de belofte dat ondernemers niet in de steek gelaten worden. 140.000 bedrijven hebben ondertussen gebruik gemaakt van de NOW-regeling waarvoor de regering 8 miljard euro beschikbaar heeft gesteld. De regeling voorziet in een tegemoetkoming in het loon van medewerkers. Aangezien rosékalverhouders overwegend familiebedrijven zijn, zonder personeel, hebben zij geen gebruik kunnen maken van de NOW-regeling.
Rosékalverhouders werken niet op contractbasis voor een grote speler in de markt en voelen de gevolgen al meer dan een half jaar direct in hun portemonneeWel geld voor andere sectoren
Minister Schouten heeft in mei wel € 650 miljoen beschikbaar gesteld voor de sierteelt, onderdelen van de voedingstuinbouw en fritesaardappelen omdat in die sectoren de marktprijzen dramatisch kelderden. De aardappelsector heeft ruim gebruik gemaakt van hun deel van de regeling (€ 50 miljoen). In de andere sectoren is prijsherstel opgetreden waardoor van de overige € 600 miljoen nagenoeg geen gebruik gemaakt is. Het geld beschikbaar stellen voor de kalversector zou voor de hand gelegen hebben. De prijzen van kalfsvlees zijn immers vanaf begin april naar een historisch laag niveau gedaald en sindsdien nauwelijks gestegen. De minister heeft die keuze echter niet willen maken.
Weinig kennis van kalverhouderij
Ondanks verschillende oproepen door belangenverenigingen van kalverhouders en individuele kalverhouders richting het ministerie, de minister en de vaste Kamercommissie landbouw, geeft de minister aan dat ze haar standpunt niet wil heroverwegen. De argumenten die ze daarbij gebruikt, getuigt van weinig kennis van de kalverhouderij. Steeds wijst ze naar de grote marktpartijen (integraties/slachterijen) die de financiële klappen op zouden kunnen vangen voor kalverhouders. Rosékalverhouders werken niet op contractbasis voor een grote speler in de markt en voelen de gevolgen al meer dan een half jaar direct in hun portemonnee. Het einde van de verliezen is daarbij nog niet in zicht.
Liever steun dan lovende woorden
Kortom, rosékalverhouders dreigen tussen de wal en het schip te vallen. In haar ‘Voortgangsrapportage programma duurzame veehouderij’ van 22 oktober j.l spreekt de minister haar lof uit over de rosékalverhouderij die ze als innovatief bestempeld. Liever dan lovende woorden, ontvangen de rosékalverhouders een financiële vergoeding die hen door de coronacrisis kan helpen. Financieel gezonde kalverbedrijven zijn buiten hun toedoen in zwaar weer gekomen. Het is niet meer dan normaal dat de minister deze sector door de crisis helpt, net zo als ze andere sectoren geholpen heeft.
Investeren in verdere verduurzaming
De financiële verliezen bij rosékalverhouders zijn op dit moment dermate groot dat een periode van vijf jaar met normale prijzen nodig is om deze verliezen weg te werken. Van de andere kant vraagt de minister aan kalverhouders om verdere stappen te ondernemen in duurzaamheid. Die stappen kosten geld. Het is voor rosékalverhouders onmogelijk te voldoen aan nieuwe duurzaamheidseisen als de minister deze groep nu aan zijn lot over laat.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
En nog steeds geen kalfsvlees in de schappen, niet bij de slager nog bij de super $!#^&%.
Wél in België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Oostenrijk, Zwitserland. Waar een rijk land toch arm in kan zijn!
Joep, ik ben dat met je eens: de Nederlandse supers en slagers zouden jong rundvlees dat langer heeft geleefd kunnen aanprijzen.
Maar .. snap je ook het probleem: wat de boer niet gewend is te eten, dat vreet'ie niet?
Burgers zijn wat dat betreft net boeren.
Als Wakker Dier het lef zou hebben, zouden ze een actie op touw moeten zetten. Ik heb er nog wat meer promotiegedachten bij. Zinloos om ze openbaar weg te geven, want dan is de lol er meteen af.
Dick, .....wat de boer niet gewend is te eten, dat vreet'ie niet? Burgers zijn wat dat betreft net boeren.
Aan wie werd het kalfsvlees dan in onze horeca geserveerd? Wat eten we als we in een ander land zijn en er staat kalfsvlees op het menu?
Joep, uit mijn hoofd: circa 5% van al het kalfsvlees dat in Nederland wordt geproduceerd wordt hier te lande gegeten (als het niet nog wat minder is). Als de consument dat beetje thuis gaat eten, blijft het probleem dus bestaan.
Er zijn in het verleden veel pogingen gedaan om de kalfsvleesmarkt in Nederland te ontwikkelen. De credits hiervoor horen zondermeer thuis bij de Van Drie Groep / Stichting Promotie Kalfsvlees.
De activiteiten richtten zich sterk op de horeca. De Nederlandse retail heeft nooit serieus werk gemaakt van kalfsvlees. Is ook een beetje kip en ei: de Nederlandse kalfsvleesproducenten konden hun kalfsvlees lange tijd prima afzetten in Zuid Europa: grote volumes en veelal als karkas of grote deelstukken. Nederland was en is de grootste kalfsvleesspeler ter wereld met terecht een goede reputatie en dan gaan volumemarkten voor.
Dat de zaak nu ontwricht is, mag duidelijk zijn en daar hebben de kalverhouders zonder contract pijn van. Neemt niet weg dat daar ook ondernemers bij zitten die bewust hebben gekozen voor de vrije markt te produceren en zich niet contractueel te verbinden. De oplossing zal toch binnen de kalfsvleesketen moeten worden gevonden. De enige spekkopers zijn degenen die vrieshuizen exploiteren waar de voorraden moeten worden opgeslagen.
Het gezegde "Vriezen is verliezen" is niet voor niets in de vleessector bedacht.