Hij is een Nederlander en werkt in Denemarken als hoogleraar in de gezondheidszorg voor ouderen. Rudi Westendorp is lid van het Deense OMT. In de krant zegt hij dat even door het huis huppelde toen hij arts-denker Marli Huijer afgelopen voorjaar zag pleiten voor het accepteren van wat meer dood omdat corona en Covid anders de hele maatschappij op haar kop zou zetten.

Inmiddels is dat gebeurd. We dachten even dat het voorbij was, maar het proces blijkt zich voort te zetten. Ditmaal met de winter in zicht en zowel in Nederland als in andere EU-landen, onze cultuurgenoten. De halve en hele lockdowns zijn weer het gesprek van de dag. We willen iedereen redden. Feitelijk gaat het op jaarbasis om enkele duizenden wat dikkere en oudere mensen. Zij kunnen door de maatregelen iets langer leven. Natuurlijk weten we inmiddels dat het niet alleen de dikke, sociaal wat achtergestelde en slecht Nederlands sprekende mensen zijn die we met de maatregelen terwille hopen te zijn. Tevens beschermen de maatregelen een veel kleinere groep mensen die in de kracht van hun leven staan, niet alleen tegen een vroege dood, maar ook tegen ziekte met blijvend letsel. Natuurlijk, wie Covid-19 heeft gehad, weet dat het heftig is.

Westendorp en Huijer stellen wijze huis-tuin-en-keuken vragen: willen we de jeugd verbieden hun leven en relaties te ontdekken, riskeren we daarom oorlog omdat we de economie vernietigen, verbieden we onszelf daarom onze geliefde opa's, oma's oude tantes en ooms of vrienden en kennissen te ontmoeten? Vier op de tien Amsterdammers vinden van wel. Zouden zij zich die vraag wel hebben gesteld of vinden ze dat het gewoon is dat je ieder leven tegen iedere prijs moet zien te redden en rekken?

Westendorp rekende uit tot welk niveau van levensverlenging we met minder stringente maatregelen zouden terugvallen: dat van 1993. Hadden we het toen zo slecht dat we er alles voor wilden opofferden?

Wel en wijs beschouwd, is het best bijzonder dat we die vraag niet in de Europese parlementen terughoren.

Dit artikel afdrukken