Boeren gingen niet langer alleen maar zo veel mogelijk produceren, maar namen de keten serieus en sloten aan bij de behoeften en wensen van de afnemer. Een positieve ontwikkeling, want de voedselketen begint bij de consument.

Kringlooplandbouw: terug in de tijd
Met de visie op kringlooplandbouw van de huidige minister dreigen we weer terug te zakken in aanbodgerichte landbouw. De boer centraal en de rest van de keten langs de zijlijn. Maar als duurzaamheid en de toekomst van de agrarische sector ons menens zijn, dan hebben we het niet over de toekomst van de landbouw, maar over de toekomst van de voedselketen. Want duurzaamheid raakt de hele keten, van voedselproducent tot consument.

Want wat de burger vandaag vindt, staat op het boodschappenlijstje van de consument van morgen
De toekomst van die keten begint bij de consument, hier en - omdat Nederland veel van zijn agrarische productie exporteert - in het buitenland. De consument die stemt met zijn hart, met zijn hoofd en met zijn voeten. De consument is soeverein en heeft altijd gelijk. De centrale vraag is dan ook: wat wil hij?

Wat was ook alweer zijn vraag? Alle partijen in de voedselketen hebben de opdracht om continu oog te hebben voor wat in de samenleving en bij afnemers op de agenda staat. Door contacten met NGO’s en andere stakeholders en door gebruik van data weten we wat de burger belangrijk vindt en dus welke stappen we in de keten moeten zetten. Want wat de burger vandaag vindt, staat op het boodschappenlijstje van de consument van morgen. Ondernemers in de voedselketen moeten dus anticiperen om op tijd aan te kunnen sluiten bij de vraag van consumenten.

Ketensamenwerking
Een boer moet veel meer zijn dan een vakman of -vrouw die hart heeft voor zijn (familie)bedrijf en weet wat goed is voor zijn dieren en zijn gewassen. Het romantische beeld van het boerenbestaan als way of life is achterhaald. Een boer moet naast een vakman ook een goede ondernemer zijn die zijn afnemers kent en door die kennis zijn brood kan verdienen. Elke ondernemer is bovendien niet alleen verantwoordelijk voor zijn eigen bedrijf, maar ook voor zijn eventuele medewerkers en voor de impact die hij heeft op zijn omgeving en zijn stakeholders. In de toekomstige voedselketen blijven daarom alleen de beste ondernemers over. En die ondernemers zullen onderling steeds beter gaan samenwerken.

Voor supermarkten heeft strategische ketensamenwerking de toekomst; met nauwere relaties tussen supermarkten en geselecteerde groepen boeren en tuinders en met betere verdienmodellen in de hele keten. Binnen nu en tien jaar wordt dat de norm. Strategische ketensamenwerking geeft zekerheid voor boeren die duurzame investeringen doen, omdat ze garanties krijgen via bijvoorbeeld langjarige contracten of hogere prijzen. En het geeft supermarkten de garantie dat zij producten kunnen afnemen die aansluiten bij de wensen van de consument en voldoen aan alle eisen op het gebied van voedselveiligheid en -integriteit.

Weet wie je afnemer is
Niet elke boer zal een strategische ketensamenwerking met een Nederlandse supermarkt kunnen aangaan. Daarvoor is het aanbod ons land simpelweg te groot; 80% van alle agrarische productie is bestemd voor de export. Onvermijdelijk zullen er dan ook twee soorten boeren ontstaan: boeren die via strategische samenwerking leveren aan supermarkten, en boeren die dat niet doen en leveren aan de wereldmarkt. Dat betekent dat boeren een keuze moeten maken: kan en wil ik via strategische ketensamenwerking mijn duurzamere producten kwijt op de Nederlandse markt? Of is daar onvoldoende vraag naar en richt ik me op de markt buiten ons land, die wellicht andere eisen stelt aan duurzaamheid? Een ondernemer die hierin een duidelijke keuze maakt, weet wie zijn afnemer is. En weet dus ook het antwoord op de vraag waarmee het allemaal begint: wat wil de consument? Wat was ook alweer de vraag?
Dit artikel afdrukken