Zwarte peper is de meest gebruikte specerij ter wereld. Het is goedkoop en wordt wereldwijd in grote hoeveelheden verhandeld. Aan de andere kant is vanille schaars en juist één van de duurste specerijen ter wereld. Aan de handel in beide specerijen valt veel geld te verdienen. Dat maakt ze gevoelig voor voedselfraude, in het geval van vanille vaak in de vorm van vervalsing met synthetische vanilline. En peper? Die wordt ondanks de betaalbare prijs volop ‘verdund’ met laagwaardige vulmiddelen. Dat loont omdat het in zulke grote hoeveelheden wordt gebruikt.

Om zeker te weten dat de peper of vanille die op het etiket staan, ook 'echt' in het levensmiddel zitten, ontwikkelde Amelie Sina Wilde van het National Food Institute van de Technische Universiteit van Denemarken analyse-methodes om de echtheid van beide ingrediënten te bewijzen.

Voor het eerst kan een spectografische vingerafdruk van een monster echte peper en verdunde producten onderscheiden. Dezelfde methode wordt gebruikt voor bijvoorbeeld de identificatie van oregano die we hier eerder bespraken. Voor vanille ontwikkelde Wilde een 'isotope-ratio mass spectometry'-methode waarmee vastgesteld kan worden of een vanilline-molecuul afkomstig is van een vanillepeul of het resultaat is van een chemische bewerking. Met deze methode analyseerde ze vanillesuiker en verschillende melk- en sojaproducten op de echtheid van de geclaimde vanille. Voor een vijfde van de producten bleek de 'echte vanille'-claim twijfelachtig.

Wilde waarschuwt dat analyse-methoden over het algemeen achterlopen op productiemethoden en dat criminelen die voedselfraude plegen de kansen die nieuwe productiemethoden bieden, niet schuwen. Volgens haar doet de toepassing van blockchain-technologie, waarmee ingrediënten in de gehele keten kunnen worden gevolgd, de gelegenheid voor fraude slinken.
Dit artikel afdrukken