Deze week bracht het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de Monitor Nationale Omgevingsvisie 2021 uit.
Uit de Monitor, die rapporteert over de ontwikkelingen met betrekking tot de doelen die Nederland zich heeft gesteld in de leefomgeving, blijkt dat de 'ruimtedruk' in ons land toeneemt. De energietransitie, circulaire economie en de natuur-, water- en milieukwaliteit moeten om de beschikbare ruimte concurreren met wonen en werken. Dat is schipperen op de vierkante meter, vooral als blijkt dat de ruimte voor werken sinds 1996 met 44% is toegenomen en de ruimte voor wonen in diezelfde periode met 10%.
Voer- en mestkringloop
Een van de onderdelen van het hoofdstuk landelijk gebied is gewijd aan de landbouw. In de begin deze maand door het kabinet gepresenteerde Nationale Omgevingsvisie is de overgang naar kringlooplandbouw een van de 'grote opgaven' van de komende 30 jaar. Wellicht is één van de opgaven daarbij al bijna bereikt, constateert het PBL: zonder soja-import zou de voer- en mestkringloop in de Nederlandse totalen veehouderij vrijwel volledig gesloten zijn.
Dat zit zo: in 2018 kwam 70% van het ruwvoer dat de Nederlandse melkveehouderij gebruikte, van nationale bodem. Omdat er ook restproducten uit de levensmiddelenindustrie aan de koeien gevoerd worden, levert de Nederlandse bodem 80% van de voerbehoefte van de melkveehouderijsector. Voor varkens en kippen liggen die percentages veel lager, op respectievelijk 15% en 5%.
Maar: de varkenshouderij haalt 50 tot 60% van het voer in de vorm van tarwe en gerst uit de ons omringende EU-lidstaten en vult 20% in met reststoffen uit de levensmiddelenindustrie. Het merendeel van de korrelmais en tarwe voor de pluimveehouderij komt uit Europa. Het resterende voer is vooral soja uit Noord- en Zuid-Amerika.
En dan komt het: in 2017 en 2018 exporteerde de Nederlandse varkenshouderij 40% van de varkensmest (uitgedrukt in fosfaat) naar Duitsland, Frankrijk en België. De landen dus waar de voergranen vandaan komen. "Deze retourstroom van fosfaat in mest is ongeveer even groot als de fosfaatimport in voergraan uit Noordwest-Europa. Daarmee is de voer-mestkringloop op de schaal van Noordwest-Europa voor het grootste deel gesloten, dat wil zeggen boekhoudkundig, want deels is het fosfaat in de mest afkomstig uit soja uit Noord- en Zuid-Amerika. De circulariteit van de varkenshouderij kan weinig worden verbeterd zonder soja-alternatieven of krimp van de varkensstapel," schrijft het PBL.
Bruto toegevoegde waarde en milieudruk
Het PBL becijferde dat de bruto toegevoegde waarde (btw) van de primaire Nederlandse landbouw ruim €10 miljard per jaar bedraagt, bijna 2% aan de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse economie. "Deze bijdrage is groter dan die in de omringende landen, wat onder andere wordt veroorzaakt door de grote omvang van de tuinbouwsector, met een aandeel van meer dan 60 procent – op minder dan 5 procent van het landbouwareaal. De primaire landbouw draagt een vijfde bij aan de bruto toegevoegde waarde van het agrofoodcomplex, inclusief bijdragen van toelevering, verwerking, distributie en btw op geïmporteerde grondstoffen."
Daar staat volgens het PBL tegenover dat de Nederlandse landbouw verantwoordelijk is voor circa 90% van de ammoniakemissie, 45% van de stikstofdepositie op natuur, 55% van de fosfor- en stikstofbelasting van regionale wateren, 95% van nitraat in het bovenste grondwater, 25% van fijnstof in de lucht en 14% van de broeikasgasemissies.
Dit artikel afdrukken
Voer- en mestkringloop
Een van de onderdelen van het hoofdstuk landelijk gebied is gewijd aan de landbouw. In de begin deze maand door het kabinet gepresenteerde Nationale Omgevingsvisie is de overgang naar kringlooplandbouw een van de 'grote opgaven' van de komende 30 jaar. Wellicht is één van de opgaven daarbij al bijna bereikt, constateert het PBL: zonder soja-import zou de voer- en mestkringloop in de Nederlandse totalen veehouderij vrijwel volledig gesloten zijn.
Dat zit zo: in 2018 kwam 70% van het ruwvoer dat de Nederlandse melkveehouderij gebruikte, van nationale bodem. Omdat er ook restproducten uit de levensmiddelenindustrie aan de koeien gevoerd worden, levert de Nederlandse bodem 80% van de voerbehoefte van de melkveehouderijsector. Voor varkens en kippen liggen die percentages veel lager, op respectievelijk 15% en 5%.
Maar: de varkenshouderij haalt 50 tot 60% van het voer in de vorm van tarwe en gerst uit de ons omringende EU-lidstaten en vult 20% in met reststoffen uit de levensmiddelenindustrie. Het merendeel van de korrelmais en tarwe voor de pluimveehouderij komt uit Europa. Het resterende voer is vooral soja uit Noord- en Zuid-Amerika.
En dan komt het: in 2017 en 2018 exporteerde de Nederlandse varkenshouderij 40% van de varkensmest (uitgedrukt in fosfaat) naar Duitsland, Frankrijk en België. De landen dus waar de voergranen vandaan komen. "Deze retourstroom van fosfaat in mest is ongeveer even groot als de fosfaatimport in voergraan uit Noordwest-Europa. Daarmee is de voer-mestkringloop op de schaal van Noordwest-Europa voor het grootste deel gesloten, dat wil zeggen boekhoudkundig, want deels is het fosfaat in de mest afkomstig uit soja uit Noord- en Zuid-Amerika. De circulariteit van de varkenshouderij kan weinig worden verbeterd zonder soja-alternatieven of krimp van de varkensstapel," schrijft het PBL.
Bruto toegevoegde waarde en milieudruk
Het PBL becijferde dat de bruto toegevoegde waarde (btw) van de primaire Nederlandse landbouw ruim €10 miljard per jaar bedraagt, bijna 2% aan de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse economie. "Deze bijdrage is groter dan die in de omringende landen, wat onder andere wordt veroorzaakt door de grote omvang van de tuinbouwsector, met een aandeel van meer dan 60 procent – op minder dan 5 procent van het landbouwareaal. De primaire landbouw draagt een vijfde bij aan de bruto toegevoegde waarde van het agrofoodcomplex, inclusief bijdragen van toelevering, verwerking, distributie en btw op geïmporteerde grondstoffen."
Daar staat volgens het PBL tegenover dat de Nederlandse landbouw verantwoordelijk is voor circa 90% van de ammoniakemissie, 45% van de stikstofdepositie op natuur, 55% van de fosfor- en stikstofbelasting van regionale wateren, 95% van nitraat in het bovenste grondwater, 25% van fijnstof in de lucht en 14% van de broeikasgasemissies.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Behoren de terugwinning of hergebruik van de uitgestoten kooldioxide en methaan niet tot de voer-mest kringloop?
steeds blijven herhalen dat de soja geteeld wordt voor de varkens en de kippen. en omdat het iedereen blijft herhalen gelooft iedereen dat het waar is. zelfs de boeren. de voermannen weten beter, maar die denken, stil houden, kunnen we straks als de soja weg valt extra geld vragen.
als je soja rechtstreeks aan de varkens geeft. worden ze ziek. er zitten stoffen waar ze niet tegen kunnen, de soja moet eerst verhit en verwerkt worden voor dat de varkens de soja kunnen verteren. en rechtstreeks voeren is dus veel te duur. het verhaal is andersom. de soja wordt geteeld voor de mens. eerst wordt de soja verwerkt tot soja olie en soja melk en soja nep vlees producten en nog veel meer. wat overblijft is soja schroot. die wel nog veel eiwit bevat, en daar door een mooi restproduct maakt. maar dat wil nog niet zeggen dat de varkens en de kippen niet zonder de soja kunnen, onzin. door de sojaschroot weg te laten worden de varkens hooguit 10 cent per kg duurder. genoeg ander eiwit om in het voer te doen. als de soja schroot niet meer in het voer verwerkt wordt, zullen de soja melk en vega vleesvervangers heel duur worden.
gek eigenlijk. de vegetarische mensen roepen het hards dat de soja uit het varkensvoer moet omdat de bossen gekapt worden klimaat enz. deze mensen strooien verwarring. ze zijn zelf de grote soja slurpers.
varkens en kippen-voer samenstellingen bestaan altijd uit die rest producten wat er in de handel het gunstigste is. wordt de soja schroot te duur, komt er ets anders in de plaats.
Bert, het wordt ook voor dieren geteeld. Het is een dubbeldoel gewas. Als je het zo leert uitleggen, heb je - denk ik - een kans dat mensen je gaan willen verstaan.
Dick het moet wel eerst bewerkt worden anders kan een dier er niks mee . Dat is zelfde als mais de hele korrel kan een varken of koe niet verteren. In het begin van de mais teelt toen er nog geen korrelkneuzers op zatten kwamen de korrels er achter weer heel uit en waren een feestmaal voor de vogels.
De voer-mest kringloop bijna gesloten is een kromme redenering van het PBL. Er is alleen sprake van een voer-mest kringloop wanneer er met de geëxporteerde dierlijke mest inderdaad veevoer geteeld wordt. Maar dat is niet zo. De voergranen die volgens het PBL uit NW Europa geïmporteerd worden zijn geteeld met kunstmest en de export van dierlijke mest gaat veelal naar de biologische bedrijven in (vooral) Duitsland, Frankrijk en België waar er vervolgens mensenvoer mee geteeld wordt. Bovendien komt er nog iets anders bij. Het PBL stelt dat de voergranen enkel uit Duitsland, Frankrijk en België komen. Ook daar kan een vraagteken bij worden gezet. Die voergranen kunnen net zo goed uit de Oostblok landen komen. En in dat geval wordt de voer-mest kringloop van het PBL wel heel bizar.