In het buitengebied wonen boeren. Die laten de laatste tijd nogal eens van zich horen. In datzelfde buitengebied wonen ook burgers. Véél meer zelfs dan er boeren wonen. Je hoort of ziet ze weinig in de media. Ze trekken niet naar Den Haag. Ze blokkeren geen distributiecentra. Ze maken geen stemming. Maar ze gaan wél stemmen.

De boeren presenteren zich in de publiciteit en in hun campagnes als de underdogs van het landbouwbeleid. Maar de échte slachtoffers van de geïndustrialiseerde landbouw zijn de burgers. Hun gezondheid staat op het spel. Hun leefmilieu wordt verpest. Hun huizen zijn nagenoeg onverkoopbaar.

Ze hebben geen intimiderende trekker. Maar wél een rood potlood. Daar gaan ze allemaal mee stemmen. Daarom: tien tips. Eerst beknopt de achtergrond. Daarna een alinea met een tekst-suggestie voor uw programma: Wij PARTIJ vinden…

Tip 1: Een passende veestapel
Het aantal boeren krimpt. Maar de veestapel krimpt niet mee. Elke boer die stopt, verkoopt zijn rechten. De grote jongens kopen die op. Hun bedrijven worden daardoor steeds groter. Deze megabedrijven zijn al lang geen boeren meer. Het zijn industrieën. En die horen op een industrieterrein en niet in het buitengebied.

Wij PARTIJ willen dat de overheid rechten opkoopt in concentratiegebieden. En dat ze die dan verpachten aan startende jonge boeren die daar biologisch of natuurinclusief willen gaan werken. We gaan beleid ontwikkelen dat toewerkt naar een lokaal grondgebonden veehouderij. Het resultaat is herstel van balans en een passende veestapel. Groot genoeg om in ons eigen voedsel te voorzien en om reststromen te benutten. Maar niet zó groot dat we voer moeten importeren, dat we 80% van ons vlees moeten exporteren, en dat we hier blijven zitten met de overdosis mest, de stank, de stikstof, het fijnstof en de gezondheidsrisico’s.

Tip 2: APK voor de veehouderij
De veehouderij groeit. Er worden grote nieuwe megastallen gebouwd. Maar oude stallen worden ook nog steeds vol beesten gezet. Want eens vergund, blijft vergund. In en rond die oude stallen is het geen pretje. Niet voor de dieren, maar evenmin voor de omwonenden Maar ook in de nieuwe stallen worden regels omzeild of ontdoken, of worden technieken toegepast die op papier wél, maar in de werkelijkheid niet of nauwelijks werken.

Wij PARTIJ gaan ons inzetten voor een APK van stallen. Een Algemene Periodieke Keuring. Elke stal wordt beoordeeld op enkele harde criteria, zoals gezondheidsrisico’s, emissies en dierenwelzijn. Daarbij wordt de uitstoot daadwerkelijk gemeten. Een stal die aan géén van de eisen voldoet, wordt direct gesloten. Stallen die op één of meer minimumeisen te kort schieten, krijgen een jaar de tijd om dat te herstellen en kunnen dan een herkeuring aanvragen.

Tip 3: Naar spuitvrije zones
Als de landerijen of bermen geel kleuren, is alles wat erop groeide doodgespoten met glyfosaat. Glyfosaat, beter bekend als Roundup, is funest voor het bodemleven, voor de biodiversiteit en voor ons drinkwater. Glyfosaat is nog niet verboden. Het is immers nog steeds niet voor 100% bewezen dat het kankerverwekkend is. Onder meer omdat Monsanto lang studies stimuleerde die het tegendeel ‘bewezen’. Er zijn in Nederland, met name in de sierteelt, nog veel meer schadelijke bestrijdingsmiddelen in gebruik, zoals de neonicotinoïden.

Wij PARTIJ willen mens, dier, natuur, bodem en water daartegen beschermen. Daarom willen we robuuste spuitvrije zones invoeren rond woningen, biologische bedrijven, campings en natuurgebieden. In grondwaterbeschermingsgebieden gaan we élk gebruik van bestrijdingsmiddelen verbieden. Tegelijk willen wij het gebruik van milieuvriendelijke alternatieven stimuleren.

Tip 4: Een gezonde bodem
De kwaliteit van onze bodems dendert achteruit. Monoculturen, overbemesting, vervuiling, intensieve grondbewerking en inklinking door zware machines bedreigen de vitaliteit van onze bodems.

Wij PARTIJ willen verdere verschraling en kwaliteitsverlies van de bodem tegengaan. Tegelijk willen we het gehalte organische stof en het vasthoudend vermogen van de bodem voor water en nutriënten verhogen. Daarom gaan we maatregelen nemen om de kwaliteit van onze bodems te herstellen.

Een gezonde bodem heeft een rijk, gevarieerd bodemleven, is de basis voor de productie van gezond voedsel en biedt meer perspectief voor opslag van CO2.

Een gezonde bodem is van levensbelang voor boeren, burgers en biodiversiteit.


Tip 5: Geur meten in plaats van berekenen
Een boerderij ruikt landelijk. Een stal tjokvol varkens of kippen stinkt. Net als de opslag en de verwerking van de mest ervan. Hoeveel dat stinkt is berekend met computermodellen. De stal heeft een vergunning voor die ‘papieren’ stank. Omwonenden hebben echter geen computer-sensor, maar een echte neus. Daarmee ruiken ze hoe vaak en hoe erg het stinkt. In werkelijkheid. Omwonenden krijgen de opgetelde stank van álle stallen in hun omgeving te verwerken. Ook die van de stal met de luchtwasser die niet doet, wat hij eigenlijk zou moeten doen.

Daarom pleiten wij PARTIJ voor een maximum van 5 odeur. Wij willen wetgeving om geur te meten in plaats van te berekenen. We willen de emissie meten die echt uit de stal komt. En ook de immissie die bij de buurman aankomt. Dan kan de boer sturen op verbetering. Dat is goed voor de dieren, goed voor natuur en milieu, goed voor de omwonenden en natuurlijk ook goed voor de boer en zijn gezin.

Tip 6: Gezondheid: borg in plaats van zorg
Als het kalf verdronken is …
In de landbouw worden pas corrigerende maatregelen getroffen als voor de volle 100% bewezen is dat er negatieve effecten optreden. In de door Q-koorts getroffen gebieden weten ze daar alles van. In de Omgevingswet gaat straks het voorzorgsbeginsel gelden waardoor de overheid dan maatregelen kán nemen, als er gegronde redenen zijn om te vrezen dat activiteiten negatieve gevolgen zullen hebben. Of overheden dat lokaal ook zullen gaan doen, is nog de vraag.

Wij PARTIJ willen daarom één stap verder: die van zorg achteraf naar borg vooraf. Onderzoek moet uitgewezen hebben dat er geen negatieve effecten zúllen gaan optreden. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met cumulatie en slordige toepassingen. Een techniek of methodiek moet “safe by design” zijn om toegelaten te worden. Veilig aan de voorkant, beter voor mens, dier en milieu

Tip 7: Functioneel ruimtegebruik
Voor de woningbouw, wegenbouw en alle andere bouwsectoren is gebrek aan ruimte. Ons land groeit nou eenmaal niet in grootte terwijl er steeds meer ruimte nodig is voor wonen, werken, verbouw van voedsel, natuur en recreatie met daarbovenop nog een ruimteclaim zonnevelden en grondgebonden landbouw.

Daarom pleiten wij PARTIJ voor een herverkaveling van onze ruimte. Een herindeling op basis van onze behoefte. En een functionele bestemming op basis van de kwaliteit van de bodem. Op welke gronden kun je het best je voedsel
produceren? Waar kun je het best melkvee houden? Kan vleesvee niet beter in natuurgebieden grazen? En kunnen we ons wel zonnevelden op landbouwgrond permitteren?

Wij gaan ons inzetten voor een nieuwe ruimtelijke balans die alle sectoren naar de toekomst toe duidelijkheid biedt.


Tip 8: Mestverwerking
Er bestaat (nog) geen duurzaam procedé voor mestverwerking. De huidige praktijken zijn zowel ecologisch als economisch een fiasco. Het bruine goud is een sprookje. Onze buurlanden sluiten stuk voor stuk hun grenzen voor onze met veel subsidie klaargestoomde export mestproducten. Biogas uit mest kan ook niet uit zonder extra’s en zonder subsidie. ‘Mestverwaarding’ blijkt een fata morgana.

Daarom. Wij PARTIJ willen op het platteland geen nieuwe mestverwerking. Industriële verwerking van mest staat haaks op de uitgangspunten van circulaire veehouderij, die richtinggevend zijn voor het Nederlandse landbouwbeleid. We gaan de omvang van onze veestapel afstemmen op onze eigen behoefte aan voeding en op de behoefte van onze bodems aan nutriënten en organische stoffen. Zo slaan we drie vliegen in één klap: we gooien minder subsidie over de balk, we hebben minder milieuvervuiling en we lopen minder gezondheidsrisico’s.

Tip 9: Regionale regelgeving
De boeren en de business eromheen van toeleverende en verwerkende industrieën pleiten de laatste tijd voor een level playing field. Men wil gelijke spelregels voor alle boeren in het hele land. Concentratiegebieden zoals Brabant zouden gelijk op moeten trekken met de andere provincies. Wij weten dat veel Brabanders op het platteland dit idee zullen onderschrijven: ook zij zouden hun lokale veedichtheid best willen omruilen voor het landelijk gemiddelde. De veedichtheid is hier namelijk vaak fors hoger. Daarbij is de overlast voor omwonenden in concentratiegebieden nog groter dan elders in provincies met veel intensieve veehouderij. Daarom zijn afwijkende regels, die passen bij dít speelveld, ook bitter hard nodig.

Wij PARTIJ willen meer maatwerk. Ruimte voor regionale regelgeving, waardoor de problemen daar effectief bij de bron aangepakt kunnen worden.

Tip 10: Duidelijkheid in beleid
Het landelijk beleid is richtinggevend voor de provincies en de gemeenten. Er is ruimte voor een eigen invulling van een koersplan, maar de richting ligt vast. Tenminste, dat is het uitgangspunt. Maar als richtinggevende begrippen niet duidelijk omschreven worden, ligt inflatie op de loer. We hebben dat meegemaakt met de term duurzaamheid. Uiteindelijk bleek in de lokale politiek vrijwel alles op de een of andere manier onder de paraplu van duurzaam te schuiven. Ook het begrip gezinsbedrijf werd zo links en rechts stevig opgerekt.

Wij PARTIJ willen voorkomen dat richtinggevende begrippen als circulaire landbouw, natuurinclusieve landbouw, lokaal grondgebonden landbouw ook uitgehold en opgerekt worden. Daarom gaan we ze scherp omschrijven en definiëren. Boeren, burgers en beleidsuitvoerders zijn gebaat bij duidelijkheid aan de voorkant.

Brabants Burgerplatform
Dit artikel afdrukken