Bij zonsopgang spraken Peter Oosterhof, Drentse boer op Friese grond en Welmoed Deinum, boerin uit Sondel, de Grondrede uit. Ze duiden aan wat er aan de hand is met ‘die grûn, le sol, the soil, turang’ en leggen uit wat voor magisch spel zich onder onze voeten afspeelt. “Het is een prachtig organisme. Maar we gaan er te ruig mee om.”

Na een ochtendwandeling met adembenemend mooi uitzicht over de mistige Lionspolder, geeft Kening middels een tekst van Tjeerd Bisschof en Marcia de Graaff de aarde een stem. Trompet, didgeridoo, dans en spel duiden het gevoel dat bodem zo langzamerhand moet hebben: dat van een vergeten geliefde.

De oproep is helder: laten we samen goed voor de bodem te zorgen, en daarmee voor het fundament van ons bestaan. De boeren delen hun eigen ervaring: “Op school leerde ik ingrijpen, maar niet begrijpen. Ik leerde toe te voegen… terwijl het weglaten zo veel meer brengt. Ik ben gestopt monoculturen te zaaien. Ik strooi geen kunstmest meer. Ik plant weer eens een boom. Ik laat de koeien in de wei. Ik zie de vooruitgang van de grond. Die blijkt vergevingsgezind te zijn. Er is nu zoiets moois gaande.”

De Grondrede is het initiatief van Kening, een organisatie die werkt aan het versterken van de biodiversiteit in ons cultuurlandschap. Alle activiteiten hebben een stevig wetenschappelijk fundament, een culturele component en een innoverend karakter. Doel is gezamenlijk - wetenschappers, boeren, iedereen die gebruik maakt van de bodem - een transitie in gang te zetten.

Begin dit jaar maakte Kening in korte tijd samen met 60 landbouw- en natuurorganisaties een stappenplan voor de transitie naar natuurinclusieve kringlooplandbouw, en overhandigde dat persoonlijk aan minister Schouten. Op 1 oktober staat dit 10-stappenplan op de Landbouwagenda van de Tweede Kamer.

Geachte leden van het Hof van de Kening, zegt Peter Oosterhof

Goeiemoarn, goedemorgen. Misschien wat gek dat een Drentse boer hier in Friesland een grondrede uitspreekt. Je zou kunnen zeggen dat de grond alle talen spreekt en toch is die grond ook zo verbonden met wie of wat je bent. Zo wordt er hier wel gezegd: Ik bin fan Fryske Grûn. In Drenthe hebben we het over; het voorzichtige van’t zaand, de roegbaainders van ‘t veen en wat verder noar boov’m hej de stugge kleikloeten. Zou hier de uitdrukking “iets ligt in je aard” van komen?

Grond, de bodem, de basis.

Vandaag is het Prinsjesdag, de dag waarop de troonrede wordt uitgesproken. Omdat er vaak van bovenaf wordt gesproken, wilden wij deze koninklijke dag eens anders beginnen. Want hoe je het ook wendt of keert en waar je ook woont, de bodem is waar alles begint. Hoe hoog je ook boven het maaiveld springt, je komt weer terug op de grond...
De Grond, de grûn, le sol, the soil, turang.

In de grond onder onze voeten speelt zich een magisch spel af, dat we niet kunnen zien. Veel moois blijft voor ons verborgen De grond waarop we ons voedsel produceren en waarop we met elkaar leven, is meer dan een bak met sediment. Het is een prachtig organisme. Maar we gaan er te ruig mee om. Ik wil jullie op deze mooie ochtend geen bak ellende voorschotelen, maar toch zet ik een aantal belangrijke feiten even op een rij.
Een kwart van de broeikasgasemmissies, dertig procent van de verzuring en 80 procent van de eutrofiëring, zijn het gevolg van ons voedselsysteem.
Veertig procent van ons landoppervlak wereldwijd wordt gebruikt voor landbouw. Een belangrijk deel van het biodiversiteitsverlies is het gevolg van de manier waarop we landbouw bedrijven. 95 procent van ons voedsel komt uit en van de bodem. De bodem speelt dus een centrale rol en is tegelijk de pineut.

Een derde van de bodem wereldwijd is gedegradeerd. Er zijn wetenschappers die voorspellen dat als we ons voedselsysteem niet anders gaan organiseren de hoeveelheid geschikte boerengrond in 2050 nog maar een kwart zal zijn van wat het was in 1960.

Andere wetenschappers schatten in dat het de natuur 1000 jaar kost om drie centimeter vruchtbare toplaag te creëren. Verandert er niets in hoe we met de bodem omgaan, dan kan dus over minder dan zestig jaar de gehele vruchtbare toplaag verdwenen zijn. Het spel dat we spelen is gevaarlijk.
\
Door het fysiek kapotmaken van de bodem, door de afname van organische stof in de bodem, zoals door veelvuldig ploegen, door alle veranderingen en verstoringen, door erosie, door bodemafdekking, bodemvervuiling, bodemverdrukking en klimaatverandering, wordt het leven onder de grond steeds stiller.

Maar het kan ook anders. Door de bodem weer op de eerste plaats te zetten. Wetenschapper Imke de Boer van de WUR pleit ervoor dat de draagkracht van de aarde de basis van de discussie wordt over duurzaamheid. En niet, zoals lang bepleit, het gelijkstellen van people, planet en profit. Hoe je het ook wendt of keert, zonder een gezonde planet zijn er geen gezonde people en is er ook geen profit.
Zand is zand, klei is klei en veen is veen. Ook als je het diep ontwatert, zwaar bemest of uitput. Tot een bepaalde hoogte dan, want zo goed als wij Nederlanders zijn in het maken van land waar eerder water was, hebben we ook bewezen dat we in staat zijn om dat land op bepaalde plekken vervolgens de lucht in te laten verdwijnen. Maar de bodem die er nog is, die kan weer bruisen van leven. Door te beginnen bij het begin.
Op mijn eigen bedrijf, een melkveehouderij, vond ik het een openbaring te zien dat ik door biodiversiteit te creëren op mijn land en dus in mijn bodem, ook zonder kunstmest gras kan laten groeien. Heel anders dan mij ooit geleerd was.

Op school leerde ik ingrijpen, maar niet begrijpen. Ik leerde toe te voegen… terwijl het weglaten zo veel meer brengt. Ik ben gestopt monoculturen te zaaien. Ik strooi geen kunstmest meer. Ik plant weer eens een boom. Ik laat de koeien in de wei. Ik zie de vooruitgang van de grond. Die blijkt vergevingsgezind te zijn. Er is nu zo iets moois gaande. De grond waarop mijn voorouders al boerden, hoop ik in goede staat af te leveren aan de volgende generatie… Een fundament voor een goed bestaan.


Welmoed Deinum (melkveehoudster uit Sondel) zegt in het Fries:

Kening hie yn de earste jirren fan har bestean de skries as ferhalenferteller keazen. De skries as ferslachjouwer fan hoe’t mei ús ierde giet. En ferslach dwaan, dat kin dizze Kening fan ‘e Greide goed. Ut undersyk fan ‘e Ryksuniversiteit yn Grins die bliken dat yn simmers fan grutte drûchte, de skriezen de greiden keazen dy’t gjin lêst hiene fan dy drûchte. It wiene de greiden mei in goeie boaiemwurking, wer troch kappilêre wurking it grûnwetter by de djippe woartels fan ‘e krûden en gerzen koe, ek at it wetterpeil leech wie.

En dy moaie fochtige grûn ha wy wer te tankjen oan in oare ferslachjouwer, ien dy’t wat minder sichtber en foar de measten fan ús wat minder estetysk is. De readkopwjirm. Us hoflakei, as miskien wol better sein: de Kening fan ‘e Boaiem. Yn in sûne Nederlânske boaiem beweegt sa’n readkopwjirm har hinne en wer at se dong en planteresten de ûndergrûn yn kroadsje. Troch dat op en delderjen meitsje readkopwjirms de boaiem rom en loftich, sette it organysk materiaal om yn fiedingstoffen foar de planten én meitsje humus. Sa feroaret dizze lytse ûnderkrûper de boaiem yn in spûns, dy’t folle wetter opslaan kin, en see-oo-twa fêst leit. Se soargje der meiinoar foar dat de gersmatte de tiden fan drûchte goed troch komme. Dêrom is in boerin sa as ik sa wiis mei wjirms!

Mar, krekt as skriezen komme der rap minder readkopwjirms yn ús boerelân yn Nederlân foar. Troch it brûken fan keunstdong en it hyltiten wer ynsnijen fan jarre, wurdt de boaiem foar readkopwjirms ûnleefber. Harren broerkes én suskes (wjirms binne mantsje en froutsje tagelyk), de grize wjirms, dy libje noch wol troch om’t se de jarre drinke kinne. Mar sokken fersteane de keunst net om boaiems lucht en wetter te jaan, te foarmjen ta in fruchtbere spûns.

Boaiems binne kompleks en foar guon is dat no krekt de skjintme. Want al witte we wat fan skriezen en fan readkopwjirms, we witte sa’n soad nét. Kinne we stikkene boaiems helpe om wer better te wurden, en hoe dan? Moatte wy net folle better sjen en folle better harkje nei wat fûgels, wjirms en oare natuer ús te sizzen hawwe? Foar al dy nije ferhalen meitsje we romte yn it Hof fan de Kening. In Hof is net inkeld in keninklyk haadkertier, it is in plak wer stimmen hjeard wurre, in Hôf is ús lanskip.

Litte we wer hoflik wese...harkje nei inoar en inoar it fertrouen jaan. Op ús pleats yn Sondel hat soks even duorre, it naam wat tiid om de boaiem wer te fertrouen en we leare noch eltse dei. In Hollânske spreuk dy’t wy op ús bedriuw gauris brûke is ”zonder bluf is het leven suf”. Ik soe ‘t eltsenien oanride, myn kollega-boeren, myn buorlju, eltsenien; lear dyn sinnen wer te brûke en fertrou net allinnich op machines en eksterne middelen. Wy binne alfêst begûn.
Dit artikel afdrukken