Het nieuws inspireert tot vette koppen. Dagblad Trouw vat de kwestie als volgt samen: "Veel minder varkensboeren dan minister Schouten hoopt, willen hun bedrijf daadwerkelijk beëindigen. Daarmee loopt de stikstofaanpak van minister Schouten van landbouw en natuur opnieuw vertraging op. Bovendien blijkt de uitkoopregeling vooral aantrekkelijk voor boeren met moderne, relatief ‘schone’ stallen." Volgens het Algemeen Dagblad 'verslikt de minister zich opnieuw' in het stikstofdossier.

'Drie keer te veel'
Volgens Investico heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de stikstofwinst van de stoppersregeling maar liefst drie keer te hoog ingeschat. Bij het openstellen van de regeling was deze oorspronkelijk overtekend. Maar van de 407 in aanmerking komende varkensboeren zou nu het puntje bij het paaltje komt maar de helft tot 60% ook daadwerkelijk willen tekenen, zo'n 240 boeren. Omdat in 2018 en 2019 de prijzen voor varkens hoog lagen, nam de animo om nog wat langer door te boeren toe. Tevens stelde Noord-Brabant, de meest varkensdichte provincie, zijn strengere milieumaatregelen 2 jaar uit. Het PBL ging uit van 361 stoppers.

Ook blijkt het PBL een rekenmethode gehanteerd te hebben waarbij het uitgangspunt was dat alleen bedrijven in de buurt van natuurgebieden mee zouden kunnen doen. Maar in de voorwaarden van de uitkoopregeling speelt die afstand geen rol, waardoor ook boeren die weinig stikstofschade veroorzaken mee kunnen doen.

Geur, klimaat en stikstof: allemaal prachtig, maar daar was het mij niet om te doen, zegt oud-commissievoorzitter Uri Rosenthal
Creëren van stikstofruimte voor bouw
Minister Schouten hoopt in de warme sanering van de varkenshouderij ook wat stikstofuitstoot te vinden waarmee ze ruimte kon creëren voor bouwprojecten. Hoewel dat niet het doel is van de sanering, is die ruimte nodig sinds de rechter vorig jaar het stikstofbeleid van de regering van tafel veegde en woning- en andere bouwprojecten tot stilstand kwamen. Nadat Schouten onlangs ook al de omstreden veevoermaatregel moest intrekken, is de warme sanering van de varkenshouders naast de 100 kilometer maatregel op snelwegen zo ongeveer de enig overgebleven stikstofmaatregel van het kabinet.

Een woordvoerder van het ministerie laat weten dat het ministerie voorlopig vasthoudt aan de berekening van het PBL en dat de maatregelen "voldoende opleveren voor de bouwopgave en er geen tekort zal ontstaan." Pas in april volgend jaar zal duidelijk zijn wat de uiteindelijke stikstof-opbrengst zal zijn van de uitkoopregeling en voor alle duidelijkheid: "Er wordt geen stikstofruimte uitgegeven voordat deze daadwerkelijk is gerealiseerd."
Het ministerie zegt terecht dat de soep wat minder heet gegeten wordt, dan Investico de gevonden stikstofruimte bagatelliseert: de varkensprijzen kelderen snel de afgelopen maanden, zodat de animo voor stoppers weer groeit.

Stapeling van euro's
Het AD schetst de ontstaansgeschiedenis. In 2015 kwam een commissie onder leiding van oud-minister Uri Rosenthal (met daarin varkenshoudersorganisatie POV, de Rabobank en het ministerie van Landbouw) met een plan om varkensboeren uit te kopen. De varkenssector had het door lage prijzen financieel zwaar op dat moment. De regering legde €120 miljoen op tafel voor de uitkoop. In 2017 bleek het voorstel omgewerkt te zijn tot een plan om geuroverlast aan te pakken. Daarna werd de regeling opgehoogd met €60 miljoen, om de uitstoot van broeikasgassen (CO2) terug terug te dringen. Na de stikstofuitspraak van de Raad van State voegde Schouten nog eens €180 miljoen toe - ook varkens stoten immers stikstof uit in de vorm van ammoniak - en voor dit jaar staat nog €95 miljoen op de rol.

In totaal kost de uitkoop van de varkenshouderij nu bijna een half miljard euro, en "met €1.516 per bespaarde ton CO2 is het een van de duurste maatregelen uit het klimaatakkoord", schrijft het AD. "Geur, klimaat en stikstof: allemaal prachtig, maar daar was het mij niet om te doen”, zegt de oud-commissievoorzitter Uri Rosenthal in Trouw. "Ik wilde de boeren meer rendement geven.”

'Rabobank winnaar'
Investico vestigt er de aandacht op dat de Rabobank, vanaf het eerste begin betrokken bij de saneringsregelingen, "de grote winnaar" is. Doordat de regeling nu zo ruim is opgesteld, is hij vooral aantrekkelijk voor bedrijven met relatief jonge stallen: boeren met moderne stallen (met de minste geur- en ammoniakuitstoot) hebben vaak meer onafgeloste leningen bij de bank dan boeren met oude stallen (die door de regeling gestimuleerd zouden moeten worden tot stoppen). Investico berekende dat de Rabobank 40% van het subsidiebedrag zal ontvangen in de vorm van afgeloste leningen, een bedrag dat kan oplopen tot €180 miljoen. Rabobank ontkent het financiële voordeel en zegt juist inkomsten mis te lopen, doordat de omvang van de - inmiddels gezonde - varkensportefeuille als gevolg van de sanering meer krimpt dan economisch nodig is.

Varkenshouders zien het 'misbruik' van de saneringsregeling om de stikstofuitstoot omlaag te brengen met lede ogen aan. Het kán ook geen oplossing zijn omdat het overdragen van stikstofrechten regionaal (provinciaal) geregeld wordt middels 'externe saldering'. "De meeste varkenshouderijen staan in het zuiden en oosten van het land," zegt POV-voorzitter Linda Janssen in het AD. "Daarmee kan woningbouw in het westen van het land onmogelijk gecompenseerd worden", vindt ze. Dat is een correct argument omdat de stikstofuitstoot die Nederland voor woningbouw moet compenseren, volgens de Europese regelgeving direct moet gerelateerd zijn aan natuurgebieden in de buurt.
Dit artikel afdrukken