In 2006 kwamen de eerste berichten over abnormaal hoge bijensterfte naar buiten. Colony Collapse Disorder, noemden ze het in Amerika. Normaal ligt de wintersterfte van honingbijen rond de 15%, maar in Amerika bedroeg het percentage wel 30%. Ook in Europa bleek de wintersterfte van honingbijen op te lopen, met uiteenlopende percentages voor de verschillende landen.

Verschillende oorzaken werden aangedragen, niet in het minst door de onlangs overleden toxicoloog Henk Tennekes. Hij wees op de rol van neonicotinoïden. Daarnaast werden schimmels genoemd. Weer een andere oorzaak zou de beruchte varroamijt zijn. Die parasitaire mijt plant zich voort op het broed van een bijenkolonie en draagt virussen over, zoals het deformed wing virus. Dergelijke virussen spelen ook een rol bij het al dan niet overleven van een bijenvolk.

'Niet één boosdoener'
Uit een meerjarig Nederlands onderzoek (2014-2018) bleek dat het niet zinvol om uit te gaan van de gedachte dat er één grote boosdoener zou zijn. "Het onderzoek laat zien dat voor Nederland noch ziekten, noch landschap of een gebrek aan voedsel, noch chemische middelen als énige oorzaak van wintersterfte aangewezen kunnen worden”, zei minister van Landbouw Carola Schouten indertijd. Maar een goede bestrijding van de varroamijt speelde wel een belangrijke rol, bleek bijvoorbeeld bij een Belgische imker die een varroamijt-resistente honingbij teelde.

Sommige bijenvolken hebben een natuurlijke weerstand tegen wintervirussen. Die eigenschap is overerfbaar
Overerfbaar
Op dat pad zijn onderzoekers van de Universiteit Gent verder gegaan. In samenwerking met een vijftigtal imkers hebben zij onderzoek gedaan naar de genetica van bijenvolken. Ze ontdekten dat sommige bijen een natuurlijke weerstand hebben tegen wintervirussen, én dat die eigenschap overerfbaar is.

Voor het onderzoek werden de eitjes van de 'broedmoeren' (koninginnen) onderzocht op virussen. De koninginnen bleven in leven en beschikbaar voor de teelt. Als uit de eitjes bleek dat een bepaalde koningin eitjes produceerde met een lage viruslast, werd de imkers aangeraden bij voorkeur met díe koningin verder te gaan. Op termijn (het onderzoek liep van 2015-2019) bleek zich in de zo uitgeselecteerde bijenvolken een aanzienlijke daling van de virusbesmetting met het deformed wing virus voor te doen.

'Onderdrukking van de virusinfecties in het ei'
In samenwerking met Wageningen University and Research werd vervolgens aangetoond dat de "virusstatus van het ei voor een deel genetisch bepaald wordt". Dat erfelijkheidskenmerk kreeg de naam 'suppressed in ovo virus infectie’ (SOV). Met een laboratoriumtest op de eitjes is vast te stellen welke koninginnen de SOV-eigenschap dragen. Door die koninginnen te selecteren voor de bijenteelt kunnen imkers de natuurlijke resistentie van hun bijenvolkeren vergroten.

Deze ontdekking werpt een nieuw licht op de zoektocht naar weerbare honingbijen. "Vandaag ligt het accent volledig op de beheersing van de varroamijtziekte, zowel in de praktijk als in het onderzoek", zegt onderzoeksleider Dirk de Graaf op VILT. De bevindingen van zijn onderzoeksgroep tonen echter aan dat het effectiever is om in te zetten op het kweken van virusresistente bijenvolken.

Het onderzoek is verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Scientific Reports.
Dit artikel afdrukken