Aan verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) lag het niet: net als een meerderheid van de voedings- en gezondheidswetenschappers geloofde hij sterk in de effectiviteit van een dergelijke taks. Blokhuis bleek echter niet opgewassen tegen de druk van de levensmiddelenlobby en coalitiegenoot VVD. Hoewel VVD-kamerlid Hayke Veldman niet op Lelieveldts vragen wilde ingaan, sprak het officiële VVD-standpunt voor zich: ‘Vet en suiker zijn niet goed. Wij steunen dus initiatieven van ondernemers om minder vet en suiker in producten op te nemen. Maar ook hier betuttelen wij niet: wij zijn dus tegen belastingen op suiker en vet.’

Ook vanuit een ‘rechts’ perspectief, is effectieve preventie een no-brainer
'Betutteling'
Het is de klassieke reflex van de liberalen: vrijwel elke vorm van stringenter preventiebeleid wordt sinds jaar en dag vermeden uit de angst beticht te worden van betutteling, onder het mom dat het ‘niet aan de overheid is voor te schrijven wat men eet’. Voor VVD-volgers kan deze opstelling geen verrassing zijn, maar toch getuigt zij van een zekere intellectuele armoede. Want ook vanuit een zuiver liberaal standpunt is er een sterk pleidooi mogelijk voor een suikertaks of andere interventies die verder gaan dan het huidige Preventieakkoord.

Er zijn ten minste drie argumenten te bedenken.
  • Ten eerste weten we dat voedingspatronen geen kwestie zijn van het maken van puur rationele keuzes. Wat je eet wordt sterk bepaald door het gezin, de wijk of de gemeenschap waarin je opgroeit. Met een beetje pech sta je door deze startcondities al met 1-0 achter wat betreft gezondheid of kansen op de arbeidsmarkt. Dergelijke ongelijkheden moeten voor een rechtgeaard liberaal moeilijk te verkroppen zijn.

  • Ten tweede is er hier duidelijk sprake van marktfalen, volgens veel liberale economen een legitieme grond voor overheidsinterventie. De negatieve effecten van onze voedselkeuzes op de volksgezondheid, maar ook het milieu, zijn niet opgenomen in de prijs die we in de supermarkt betalen. Een taks, maar ook bijvoorbeeld verlaging van BTW op gezonde producten als groente en fruit, kan hier uitkomst bieden.

  • En ten derde is er een budgettair argument. Zelfs als je gezonde voeding niet zo belangrijk vindt, is het versterken van de inzet op preventie een effectieve manier om meer budget vrij te spelen voor andere liberale prioriteiten, als defensie of infrastructuur. De zorg is de op een-na-grootste kostenpost op de Rijksbegroting en zonder effectievere preventie zullen de kosten van de curatieve zorg alleen maar verder toenemen. Voorkomen is beter dan genezen, zo zal ook de Minister van Financiën beamen.


  • Verkiezingsjaar
    Met de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 in aantocht, is het te hopen dat de programmacommissie van de VVD de oude dogma’s loslaat en nog eens goed nadenkt over hoe een écht liberaal preventiebeleid eruit zou kunnen zien. Ook vanuit een ‘rechts’ perspectief, is effectieve preventie een no-brainer. Moge het een gezond verkiezingsjaar worden.
    Dit artikel afdrukken