Vrije internationale handel kan door klimaatverandering veroorzaakte voedseltekorten opvangen en zo honger reduceren. Dat berekende een internationaal team wetenschappers van onder meer het International Institute for Applied System Analysis (IIASA), het RTI International en de KU Leuven in Nature Climate Change.
Wereldwijd beïnvloedt klimaatverandering de landbouw, wel zitten er verschillen tussen regio’s. Waar het noordelijk halfrond waarschijnlijk weinig te maken krijgt met voedseltekorten, kunnen dalende gewasopbrengsten in regio’s in Sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië leiden tot hogere voedselprijzen en meer honger. Onderzoekers van onder meer de KU Leuven combineerden klimaatmodellen, gewasmodellen en economische modellen om de effecten van handel op honger in de wereld als gevolg van klimaatverandering te onderzoeken.
In totaal schetste het onderzoeksteam 60 scenario’s. Ze combineren verschillende vormen van handelsbeleid met klimaatverandering variërend van 2 tot 4 graden opwarming van de aarde met 2050 als horizon. Vandaag lijden naar schatting 690 miljoen mensen honger, schatten de onderzoekers. Mildere klimaatscenario’s en vrije handel kunnen voorkomen dat meer mensen honger lijden vanwege klimaatverandering. In de slechtste klimaatscenario’s en zonder dat kwetsbare regio’s bijvoorbeeld granen en mais uit andere regio’s kunnen halen, kan het aantal extra mensen dat honger lijdt met 73 miljoen stijgen.
De onderzoekers concluderen daarom dat internationale handel regionale voedseltekorten kan opvangen en honger kan reduceren, vooral wanneer protectionistische maatregelen en andere handelsbelemmeringen weggewerkt worden. Oftewel liberalisering maakt de voedselvoorziening wereldwijd minder kwetsbaar voor klimaatverandering. Het verder afbouwen van importtarieven zou dat effect versterken. Importtarieven zijn een belangrijke barrière voor de internationale handel van bijvoorbeeld basisvoedselgewassen als tarwe, mais of rijst. Om die reden zijn goede vrijhandelsakkoorden en een goede logistiek van belang.
Protectionisme
In de huidige crisis hebben landen de neiging zich juist protectionistisch op te stellen. Verschillende landen - waaronder Rusland en India - sloten hun grenzen voor de uitvoer van belangrijke voedselgewassen. De coronacrisis legt bloot hoe afhankelijk de wereld is van handel. De corona-tijd kenmerkt zich, mede omwille van de wens voor meer duurzame productie, door voorstellen voor korte ketens en een kringloopeconomie dichtbij huis. De vraag is of dat op wereldwijde schaal realistisch is. Landen die zelf niet genoeg voedsel kunnen produceren komen in de problemen met ernstige hongersnoden tot gevolg. De allerarmsten in die landen krijgen het vaak het zwaarst te verduren. Dat kan leiden tot sociale onrust en mogelijk volksverhuizingen.
Basisinkomen ter overleving van de crisis
Inmiddels breekt het Covid-tijdperk aan. De gevolgen van een infectieus virus op de armoede in de wereld tekenen zich af, maar waren nog niet meegenomen in de berekeningen van de Leuvense onderzoekers. De Verenigde Naties maken zich inmiddels zorgen om een nog grotere groep dan de kleine 700 miljoen mensen die de Leuvense onderzoekers hebben geïdentificeerd als urgent kwestbare gevallen. Om ervoor te zorgen dat de 2,7 miljard arme mensen uit met name Afrika, Azië en Zuid-Amerika onder andere eten kunnen kopen stelt het United Nations Development Programme (UNDP) een basisinkomen voor. De VN-organisatie pleit ervoor dat overheden gedurende 9 tot 12 maanden geld gaan uitdelen aan bijna een derde (!) van de wereldbevolking. Hoofdeconoom bij UNDP George Gray Molina spreekt van een Marshallplan. Het vergaande voorstel is volgens hem verrassend goedkoop: de meeste ontwikkelingslanden zouden er minder dan 1%van hun bbp voor moeten reserveren. Het UNDP schat dat het plan wereldwijd 200- tot 400 $miljard per maand vergt. Dat geld moet beschikbaar komen door uitstel van de aflossingen van de enorme schulden van armere landen, zo kunnen de landen het transfersysteem zelf financieren. De geldtransfers zullen voor zorgen dat de economie blijft draaien en sociale onrust uit kan blijven.
Dit artikel afdrukken
In totaal schetste het onderzoeksteam 60 scenario’s. Ze combineren verschillende vormen van handelsbeleid met klimaatverandering variërend van 2 tot 4 graden opwarming van de aarde met 2050 als horizon. Vandaag lijden naar schatting 690 miljoen mensen honger, schatten de onderzoekers. Mildere klimaatscenario’s en vrije handel kunnen voorkomen dat meer mensen honger lijden vanwege klimaatverandering. In de slechtste klimaatscenario’s en zonder dat kwetsbare regio’s bijvoorbeeld granen en mais uit andere regio’s kunnen halen, kan het aantal extra mensen dat honger lijdt met 73 miljoen stijgen.
De onderzoekers concluderen daarom dat internationale handel regionale voedseltekorten kan opvangen en honger kan reduceren, vooral wanneer protectionistische maatregelen en andere handelsbelemmeringen weggewerkt worden. Oftewel liberalisering maakt de voedselvoorziening wereldwijd minder kwetsbaar voor klimaatverandering. Het verder afbouwen van importtarieven zou dat effect versterken. Importtarieven zijn een belangrijke barrière voor de internationale handel van bijvoorbeeld basisvoedselgewassen als tarwe, mais of rijst. Om die reden zijn goede vrijhandelsakkoorden en een goede logistiek van belang.
De VN-organisatie pleit ervoor dat overheden gedurende 9 tot 12 maanden geld gaan uitdelen aan bijna een derde (!) van de wereldbevolking“Een globale voedselstrategie moet hand in hand gaan met de verbetering van handelsinfrastructuur,” zegt Charlotte Janssens van KU Leuven. Ze pleit echter voor een 'doordachte liberalisering'; een stijging van export van bijvoorbeeld rijst uit China moet gecompenseerd worden door een grotere import van andere producten. Anders is het effect averechts, waarschuwt Janssens.
Protectionisme
In de huidige crisis hebben landen de neiging zich juist protectionistisch op te stellen. Verschillende landen - waaronder Rusland en India - sloten hun grenzen voor de uitvoer van belangrijke voedselgewassen. De coronacrisis legt bloot hoe afhankelijk de wereld is van handel. De corona-tijd kenmerkt zich, mede omwille van de wens voor meer duurzame productie, door voorstellen voor korte ketens en een kringloopeconomie dichtbij huis. De vraag is of dat op wereldwijde schaal realistisch is. Landen die zelf niet genoeg voedsel kunnen produceren komen in de problemen met ernstige hongersnoden tot gevolg. De allerarmsten in die landen krijgen het vaak het zwaarst te verduren. Dat kan leiden tot sociale onrust en mogelijk volksverhuizingen.
Basisinkomen ter overleving van de crisis
Inmiddels breekt het Covid-tijdperk aan. De gevolgen van een infectieus virus op de armoede in de wereld tekenen zich af, maar waren nog niet meegenomen in de berekeningen van de Leuvense onderzoekers. De Verenigde Naties maken zich inmiddels zorgen om een nog grotere groep dan de kleine 700 miljoen mensen die de Leuvense onderzoekers hebben geïdentificeerd als urgent kwestbare gevallen. Om ervoor te zorgen dat de 2,7 miljard arme mensen uit met name Afrika, Azië en Zuid-Amerika onder andere eten kunnen kopen stelt het United Nations Development Programme (UNDP) een basisinkomen voor. De VN-organisatie pleit ervoor dat overheden gedurende 9 tot 12 maanden geld gaan uitdelen aan bijna een derde (!) van de wereldbevolking. Hoofdeconoom bij UNDP George Gray Molina spreekt van een Marshallplan. Het vergaande voorstel is volgens hem verrassend goedkoop: de meeste ontwikkelingslanden zouden er minder dan 1%van hun bbp voor moeten reserveren. Het UNDP schat dat het plan wereldwijd 200- tot 400 $miljard per maand vergt. Dat geld moet beschikbaar komen door uitstel van de aflossingen van de enorme schulden van armere landen, zo kunnen de landen het transfersysteem zelf financieren. De geldtransfers zullen voor zorgen dat de economie blijft draaien en sociale onrust uit kan blijven.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Volgens sommige politici moeten wij kringlooplandbouw gaan doen in een kleine regio en moeten we onze agrarische export gigantisch gaan beperken.
Maar ja de meeste politici zitten er maar voor 4 jaar en dan komen er weer nieuwe met hun eigen stokpaardjes.
Internationale vrijhandel ontkoppelt mensen van hun eten. Het maakt voedsel niet langer een uiting van cultuur, identiteit en gemeenschap: Het is brandstof, en niks meer. Zo krijg je ook kinderen die denken dat melk uit de supermarkt komt, en de nugget een lichaamsdeel is van kip. Voel jij je verbonden met een sojaboer aan de andere kant van de oceaan?
Kijk voor een tegenvoorbeeld naar Rusland, waar de Dacha's verantwoordelijk zijn voor meer dan 40% van de voedselproductie. Voedselproductie heeft een maatschappelijke functie. Het delen van voedsel vormt een fundament van lokale gemeenschappen. Vind je het heel gek dat Rusland zich protectionistisch opstelt? Dat zij de grenzen sluiten voor "belangrijke voedselgewassen"?
Belangrijk voor wie? De hierboven geprezen vrijhandel is voornamelijk goed geweest in het leveren van lege calorieën. Het is geen kwalitatief goed voedsel dat op de Afrikaanse markten terecht komt, waar Afrikaanse boeren mee moeten concurreren. Het zijn dumpproducten tegen dumpprijzen, die elke interne markt slopen zodat boeren gedwongen naar de steden moeten voor werk. Dit gebeurt eveneens met tweedehands kleding. Het is dit dumpvoedsel dat leidt tot de double burden die we steeds meer zien in Afrika: gelijktijdige ondervoeding en overgewicht.
Lokale productie, distributie en consumptie van cultuur-eigen voedsel is vele malen meer antifragiel dan een wereldwijde distributie van eenheidsworsten. "De corona-crisis laat zien hoe afhankelijk de wereld is van handel." Dat is een argument TEGEN vrijhandel! Als de handel stilvalt hebben opeens miljarden mensen honger. Dat is hoe fragiliteit werkt. Efficiëntie ten koste van redundantie. Een wereldwijd voedselsysteem is efficiënter... zolang alles goed gaat.
Koen Mulder RMC , wat denk je dat er met de welvaart op de wereld gebeurt als iedereen in lokale korte kringlopen zijn eigen eten zou moeten produceren?
#3 Laten we aannemen dat het daalt, want dat wordt waarschijnlijk je argument. Mijn tegenargument: Voorzover de welvaart in de voedselproductie is gestegen, is die stijging al jaren niet de boeren ten goede gekomen. Laten we landbouw over een andere boeg gooien.
Welvaart baseren op massale productie en export in de context van internationale vrijhandel is een Faustiaanse deal. Het begint aantrekkelijk: Produceer extra veel, wat overblijft verkopen we wel elders. Koop extra voer aan om deze productie voor elkaar te krijgen. Leen bij de bank om grotere stallen en melkrobots te kopen. Fok de veestapel door totdat de koeien afhankelijk zijn van een eiwitrijk dieet. Dit maakte de recente voermaatregel zo potentieel pijnlijk: er gaan jaren werk in om weer een (dubbeldoel) veestapel te krijgen die het goed doet op grotendeels ruwvoer in plaats van eiwitrijk voedsel.
Maar er treedt altijd prijscorrectie op bij overmatig aanbod. Andere landen gaan met dezelfde kennis (veelal afkomstig uit ons land) ook meer maken. Zij gaan ook naar ons exporteren. Kwaliteit legt het af tegen kwantiteit. De boeren díe overleven, zitten gevangen tussen de bank en (de milieumaatregelen van) de overheid.
Waar de overproductie per hectare begint als een luxe, eindigt het als een noodzaak. Dat is geen welvaart. Het is schuldslavernij.
Koen, ik heb het niet over de welvaart van boeren, hoewel het daar helemaal niet slecht mee gaat. Ik bedoel de welvaart in het algemeen. Als je overal lokaal voedsel moet gaan produceren dan gaat dat ten koste van de welvaart.